Specialist in Azië

Na de overname van Scottish Widows in 2014 behoort Aberdeen Asset Management tot de grootste vermogensbeheerders ter wereld. Het fondsenhuis heeft vooral een grote expertise in de groeilanden.

Aberdeen Asset Management werd opgericht in 1875 om leningen te verstrekken aan Schotse landbouwers die zich in Canada wilden vestigen. Het duurde tot 1983 eer Aberdeen actief werd in vermogensbeheer. Tien jaar later bereikte het beheerde kapitaal de grens van 1 miljard pond. “In onze business is het eerste miljard altijd het moeilijkst bij elkaar te krijgen, temeer omdat de nieuwe regelgeving de toetredingsdrempel tot de markt almaar hoger maakt”, zegt CEO Martin Gilbert.

Focus op Azië

Begin jaren negentig opende Aberdeen een kantoor in Singapore. Het was een bepalend moment: Aberdeen is vandaag vooral bekend om zijn aandelenfondsen die beleggen in de opkomende markten en Azië. De meeste Aberdeen-fondsen die vier Morningstar-sterren hebben, focussen op de groeilanden (zie tabel). Aberdeen zette zijn groei door via een reeks overnames, waaronder die van Crédit Suisse AM en Scottish Widows IP. Die laatste operatie voegde expertise toe in obligaties, kwantitatief beheer en alternatieve producten.

“Die overname was een manier om onze activiteiten te diversifiëren”, stelt Gilbert. “We staan nog altijd open voor acquisities waarmee we onze expertise nog verder kunnen diversifiëren.” Aberdeen beheert meer dan 550 miljard dollar, waarmee de groep tot de 25 grootste fondsbeheerders ter wereld behoort.

Geen sterrenstatus

Een belangrijk kenmerk van de beleggingsstrategie van Aberdeen is de collectieve besluitvorming. De beheerteams delen samen de verantwoordelijkheid voor hun keuzes. Beheerders met een sterrenstatus vind je niet bij Aberdeen. De teams die de aandelenfondsen beheren, zoeken naar aantrekkelijk gewaardeerde kwaliteitswaarden. “Wij willen ons onderscheiden van de referentie-indexen door onze aandelenselectie te baseren op een grondige fundamentele analyse en te beleggen op lange termijn”, zegt Martin Gilbert. “Bovendien beleggen we nooit in een bedrijf voordat we de directie hebben ontmoet.”

De fondsen van Aberdeen hadden het de jongste jaren moeilijk om hun prestaties op niveau te houden. Dat gebeurde ook in 2014, na de explosieve stijging van de Chinese aandelen op de beurzen van Sjanghai en Shenzhen (A-Shares). “Wij hebben aandelen met een notering in Hongkong (H-Shares) altijd overwogen tegenover A-Shares, vooral vanwege het gebrek aan deugdelijk bestuur in bedrijven die uitsluitend in China noteren. Dat heeft ons veel geld gekost tijdens de recente stijging van de A-Shares, maar het lijkt ons niet verstandig het geweer nu van schouder te veranderen.”

“De markten worden overstelpt met liquiditeiten. Zo blijft zelfs de grootste troep drijven. Op het moment dat de markten minder gunstig worden voor bedrijven van minder goede kwaliteit, verbeteren onze prestaties. Ik zeg altijd tegen mijn portefeuillebeheerders: wat je ook doet, verkoop niet op het moment dat de zaken er het slechtst voor staan. En als de Fed beslist de basisrente op te trekken, dan krijgt de obligatiemarkt een enorme schok te verwerken.”

Hoge volatiliteit

Beleggen in aandelen uit de opkomende landen blijft voorbehouden voor beleggers die geen moeite hebben met de soms extreme volatiliteit. Voor Devan Kaloo, head of global emerging equities van Aberdeen, is die volatiliteit te wijten aan twee factoren. “Enerzijds is er minder liquiditeit dan in de westerse landen. Anderzijds zijn aandelen in de meeste opkomende landen niet echt in trek bij de lokale actoren, die obligatieproducten met hogere rendementen verkiezen. Dat betekent dat vooral buitenlandse beleggers de prijzen doen fluctueren. De jongste vijf jaar hebben we al vier keer een kapitaaluitstroom meegemaakt.”

Frédéric Dineur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content