“Sony zal navolging krijgen”

Sony ontsloeg zopas het gros van de ingenieurs in zijn Zaventemse vestiging. Dat doet opnieuw vragen rijzen over de aantrekkelijkheid van onze economie. De kans is reëel dat andere multinationals volgen, meent Paul Soete van Agoria. Tenzij ons land eindelijk werk maakt van een beter O&O-beleid.

De beslissing van het Japanse elektronicaconcern Sony om het merendeel van zijn Belgische ingenieurs te ontslaan, kwam vorige week als een verrassing. Vorig jaar had Sony, tijdens de aankondiging van een wereldwijde sanering, duidelijk gemaakt dat België niet getroffen zou worden door de herstructureringen. De verrassing was des te groter omdat de activiteiten (televisieontwikkeling en ontwikkelingsactiviteiten in netwerktechnologie) niet naar lagelonenlanden verhuizen, maar naar Groot-Brittannië, Spanje en Japan. “De kostenfactor speelt wel degelijk een rol bij zo’n beslissing,” zegt Paul Soete, gedelegeerd bestuurder van de werkgeversvereniging Agoria.

PAUL SOETE (AGORIA). “Zowel fiscaal als parafiscaal is België niet echt aantrekkelijk om bijvoorbeeld een afdeling Onderzoek & Ontwikkeling te starten, ook in vergelijking met andere landen van de Europese Unie. Maar je moet ook rekening houden met het feit dat ingenieurs niet alleen om financiële redenen graag in een bepaald land willen werken. Landen als Finland en Ierland trekken wel veel bedrijven aan omdat daar een efficiënt O&O-beleid wordt gevoerd.”

SOETE. “Ingenieurs vinden het belangrijk om in een kennispool te kunnen werken, waar er gelijkgezinden zijn en waar ze hun expertise kunnen uitwisselen en ervaring opdoen. Als ons land over wat meer ontwikkelingscentra zou beschikken die gekoppeld zijn aan universiteiten, zouden we al een hele stap verder staan. Daarnaast moet de kloof tussen bedrijven en kenniscentra worden gedicht. Agoria pleit al jaren voor een versterking van het innovatiebeleid en voor meer geld voor O&O. De Lissabon-norm bepaalt dat investeringen voor onderzoek tegen 2010 3 % van het bruto binnenlands product bedragen. België zit halfweg.”

Bestaat het risico dat ook andere multinationals in België hun ingenieursbestand afslanken?

SOETE. “Buitenlandse ondernemingen in België slanken al sinds 1996 de vestigingen af waar het zuivere ingenieurswerk wordt uitgevoerd. Sony is geen alleenstaand geval. Ook bij Philips Hasselt zijn hooggekwalificeerde jobs gesneuveld. Ik vind het erg wat er in die bedrijven is gebeurd. Het zou me niet verbazen als er nog andere sluitingen volgen.”

Nochtans staan er bij Philips – overigens een sectorgenoot van Sony – in Brugge, Leuven en Turnhout tientallen vacatures open voor ingenieurs.

SOETE. “De Philips-vestigingen in België hebben een specifiek karakter. Ze liggen geografisch dicht bij Eindhoven. Van elk van die vestigingen kun je duidelijk definiëren in welke fase van het industriële ontwikkelingsproces ze zitten. Wat de activiteiten van Sony in België betreft, is het niet echt duidelijk bij welk ander segment van de groep ze aansluiten. Het is dan ook niet moeilijk om een kenniscentrum naar een ander land te verplaatsen. Ik wil trouwens niet té pessimistisch klinken. Onlangs breidde Toyota zijn O&O-afdeling in ons land uit. België heeft dus toch niet al zijn troeven verloren.”

A.M.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content