Somber carnaval

Reeds 96 jaar vervaardigen gedetineerden confetti, feesthoedjes en toeters voor Eurocoti. De beste jaren van het gevangeniswerk behoren echter tot het verleden. Een blik op een apart bedrijfje, aan de vooravond van de carnavalsfeesten.

Eurocoti in Soignies, zowat de laatste Belgische producent van carnavalartikelen, werkt al 32 jaar samen met de gevangenis van Bergen. Alle confetti, hoedjes en toeters worden door gedetineerden vervaardigd. Hoe dat in zijn werk gaat ? “Gevangenen zijn goedkope, maar zeker niet de gemakkelijkste werknemers,” weet zaakvoerder Fritz Pfund (63 j.). “Vaak zijn het onstandvastige werklui. De ene dag willen ze werken, de andere geven ze er de brui aan. Dat kan omdat zij niet verplicht zijn te werken. Ooit hebben enkelen zelfs geprobeerd een ontsnappingstunnel te graven vanuit de werkplaats. We hebben dan uiteraard de hele ploeg moeten vervangen.”

Gedurende de werkuren zijn er veel onderbrekingen, zodat gevangenen nooit acht uur per dag werken. “Bovendien kan ik mijn werknemers niet zelf selecteren. Dit is de taak van de gevangenisdirecteur. Ik kan wel iemand terug naar de cel sturen die niet voldoet. Mensen die in de gevangenis verblijven voor zedendelicten of passionele moorden zijn doorgaans de beste arbeidskrachten. Zij hebben meestal een normaal beroepsleven achter de rug. Drugsverslaafden en dieven daarentegen hebben dat vaak niet.”

De gedetineerden assembleren ook papieren hoeden in hun cellen. Dit wordt echter steeds moeilijker omdat de gevangenissen overbevolkt zijn. De cellen zijn te klein en soms zitten er drie mensen in een eenpersoonscel. “De kwaliteit van het werk lijdt daaronder. Je geeft een opdracht aan één celgenoot, maar ze prutsen er allemaal aan. Resultaat : een slecht afgewerkte hoed.” De specifieke problemen van het werken met gevangenen, vormen echter niet de grootste kopzorg van Pfund.

CONCURRENTIE.

Van bij de start van het bedrijf, in 1900, werd de confetti in de gevangenis gemaakt. Schetst Fritz Pfund : “Toen mijn ouders het bedrijf in 1960 overnamen, hadden we ook een werkplaats buiten de gevangenis in Sint-Agatha-Berchem. Een deel van het werk werd naar de gevangenissen van Sint-Gillis en Vorst overgebracht. De gedetineerden werkten in hun cellen. Op vraag van het ministerie van Justitie richtten we een werkplaats op. Zo kwamen we in 1965 in Bergen terecht.”

Sedert het begin van de jaren ’80 leidt Pfund het bedrijf alleen. De gouden jaren van het gevangeniswerk zijn echter voorbij. “Tien jaar geleden had ik nog zeven machines om confetti te maken. Nu staat er nog één machine, een soort super-perforator die door één gedetineerde bediend wordt. Per dag maakt hij ongeveer 300 kilo confetti.”

Momenteel werkt er, met de vrouwenafdeling erbij, een veertigtal gevangenen voor Eurocoti (ooit waren dat er 150). Hoewel de arbeidskosten zeer laag liggen 60 frank per uur wordt concurrentie van de lagelonenlanden steeds groter. Vooral Oost-Europa, Korea en Taiwan zijn geduchte tegenstanders. Daarbij komt nog dat de papierprijs bokkensprongen maakt. Fritz Pfund kan al lang niet meer lachen om al deze ontwikkelingen. Hij voert zelf steeds meer confetti in uit landen als Roemenië en Hongarije. Zelfs als je de transportkosten verrekent, is dat goedkoper.

Naast confetti maakt Eurocoti hoedjes en toeters. Ook hier lopen de productiekosten de spuigaten uit. “Serpentijnen, clownsneuzen en grote hoeden vervaardigen we niet meer. In 1965 hadden we nog 1500 verschillende modellen hoedjes. Nu beperken we ons tot drie soorten. Grote papieren hoeden zijn niet meer rendabel. In de lagelonenlanden worden vilten hoeden gemaakt die goedkoper zijn dan de papieren.”

TUNNEL.

Eurocoti boekt de jongste jaren een gemiddelde omzet van ongeveer 16 miljoen frank. Grootwarenhuizen en groothandelaars in België, Frankrijk, Italië en Nederland zijn de voornaamste afnemers. De vraag naar feestartikelen is sterk seizoengebonden. De drukste periode loopt van oktober tot maart. De overige zes maanden wordt alleen een voorraad aangelegd. Fritz Pfund doet alles zelf, tot en met het laden en lossen van de vrachtwagen. Elke dag is hij op de werkplaats aanwezig, waar hij geholpen wordt door enkele bewakers. “Soms is het moeilijk, maar het geeft ook veel voldoening,” beweert Fritz Pfund. “De meeste artikelen maken we nog zelf. De vraag is echter hoelang we dit nog volhouden. Ook het carnavalgebeuren gaat in sommige streken in dalende lijn. In steden zoals Aalst en Binche heeft het nog sukses, maar in de kleinere gemeenten verdwijnt het. Bovendien leggen steeds meer gemeentebesturen beperkingen op. Ze willen geen confetti meer omdat het achteraf een vieze troep oplevert.”

H.V.

FRITZ PFUND (EUROCOTI) Weinig reden tot feesten. In vele streken kalft het carnavalgebeuren af. Bovendien wordt het moeilijker werken met gedetineerden en neemt de konkurrentie uit lagelonenlanden toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content