Sociaal academisch ondernemerschap

Nikolay Dentchev

Valorisatie van kennis komt ten goede aan de maatschapij, en daarin spelen de universiteiten een belangrijke rol. We zijn ook trots op onze spin-offs. Mijn universiteit, de Vrije Universiteit Brussel, heeft een portfolio van 41 spin-offs. Voorbeelden zijn Ablynx – verkocht aan Sanofi voor 3,9 miljard euro in 2018 – en Collibra. Dat laatste is een data-intelligencebedrijf, dat met trots de status van eenhoorn draagt – een start-up met waardering van 1 miljard dollar. Maar dat zijn lang niet de enige grote successen die te danken zijn aan Belgische of internationale universiteiten.

Iedereen kent ondertussen BioNTech, dat samen met Pfizer een vaccin tegen covid-19 ontwikkelde. Het is veel minder bekend dat BioNTech een spin-off is van de Johannes-Gutenberg Universiteit in het Duitse Mainz. Het is een heel mooi succesverhaal. In de derdekwartaalcijfers van 2021 zien we een omzet van 13,4 miljard euro en een nettowinst van 7,1 miljard euro. Zijn landgenoot Volkswagen Groep boekte in dezelfde periode van vorig jaar 2,9 miljard euro nettowinst. Het is sterk dat academisch ondernemerschap tot zulke resultaten kan leiden.

Ik bewonder niet alleen de bedrijfseconomische resultaten van de spin-offs. Want die klinkende successen hebben daarnaast een meerwaarde voor de mens en de maatschappij. Ik mag er niet aan denken hoe de covid-pandemie verlopen zou zijn zonder vaccins. De economische successen van het academische ondernemerschap zijn ook een hefboom voor de maatschappij. BioNTech begroot zijn belastingfactuur voor de eerste negen maanden van 2021 op 3,2 miljard euro. Er kwamen al snel berichten dat de stad Mainz daarmee haar schulden voor infrastructuurinvesteringen van de jongste jaren snel zal afbetalen. En ik ben benieuwd naar het bedrag dat de universiteit van Mainz ontvangt en welke initiatieven ze daarmee kan nemen.

Tegelijk denk ik aan de ontwikkelingslanden, die achterblijven in de vaccinatie, onder andere omdat de koudeketen van -70 graden een enorme uitdaging is. Maar een minstens even groot struikelblok blijven de intellectuele-eigendomsrechten, die een grootschalige vaccinoperatie voor de armste delen van de wereld heel duur maken. In het geval van BioNTech zijn die eigendomsrechten ontstaan in de schoot van een universiteit dankzij belastinggeld. Ik wil absoluut het nut van intellectuele-eigendomsrechten niet ter discussie stellen, maar ik vraag me af of er geen mogelijkheden zijn om wetenschappelijke kennis nog meer maatschappelijke impact te doen krijgen.

Academisch ondernemerschap kan zeker meer de nadruk leggen op het sociale aspect. Een diversere portfolio van spin-offs is bijvoorbeeld een mogelijkheid. Naast for-profitbedrijven kunnen de portfolio’s van universiteiten rijker worden dankzij sociale ondernemingen en verenigingen zonder winstoogmerk. Sociale ondernemingen en vzw’s worden vandaag niet standaard erkend als spin-offs, laat staan dat ze deel uitmaken van het beleid van het academische ondernemerschap. Een andere mogelijkheid is aandacht voor intellectuele-eigendomsrechten in open source, beschikbaar voor iedereen dus. Niet elke wetenschapper of elk type kennis leent zich voor een commercieel succes. Naast licenties moeten we meer open source stimuleren. Zeker wanneer dat sterk kan bijdragen om een oplossing te vinden voor maatschappelijke en milieuproblemen. De universiteiten kunnen ook de sociale initiatieven van studenten en alumni ondersteunen en – waarom niet – ook andere sociale initiatieven in de maatschappij. Sociaal academisch ondernemerschap moet een structureel onderdeel zijn van het beleid van onze alma maters.

De auteur is professor ondernemerschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content