Snelweg-oplossingen

Volgende week ligt in de Kamer van Volksvertegenwoordigers het verplichte bedrijfsvervoersplan ter stemming. De eventuele strafrechterlijke vervolging van bedrijfsleiders en de verplichting van de opname van het plan in een collectieve arbeidsovereenkomst zijn verdwenen. Toch blijft dit voorstel de Belgische ondernemingen op kosten jagen.

Vlakbij de hoofdingang van de Sabena-gebouwen, bij Opel Belgium, Ford Werke in Genk of Volvo Cars Industry in Gent zijn speciale parkeerplaatsen voor de carpoolers en de fietsers voorzien. Agfa-Gevaert chartert bussen voor zijn personeel, andere bedrijven maken verregaande afspraken met de busdiensten van De Lijn. In Noord-Antwerpen deelt een vijftigtal ondernemingen via de werkgroep Haveninfrastructuur en Mobiliteit de kost van gratis personeelsbussen in de Vereniging voor Industriële Bedrijven van Noord-Antwerpen (Vibna). Onder andere de Fina-bedrijven, Esso, Bayer, BASF, Indaver en Storck zijn lid van de werkgroep. Philips, Electrabel, Janssen Pharmaceutica, Bekaert, Daikin, KBC, ALZ, Sidmar, 3M of zelfs het Leuvense bedrijvenpark namen initiatieven om de mobiliteit van hun werknemers te bevorderen. In totaal proberen een veertigtal Vlaamse bedrijven met een eigen vervoersplan het verkeer naar de onderneming te beperken door collectief busvervoer of fietsfaciliteiten te ontwikkelen of het carpoolen te stimuleren.

Maar die vrijwillige zorg voor een betere mobiliteit volstaat niet voor volksvertegenwoordiger Jos Ansoms (CVP). Studies van de verkeershogeschool in Diepenbeek becijferden dat 65% van de 3,3 miljoen Belgische werknemers in de auto naar het werk rijdt. Ansoms wil het aantal auto’s in álle ondernemingen met minstens een tiende terugdringen door de gemiddelde bezettingsgraad – nu 1,2 mensen per wagen – op te voeren. Daarom wil hij dat elk bedrijf van meer dan vijftig werknemers verplicht een vervoersplan ontwikkelt.

Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en het Vlaams Economisch Verbond (VEV) namen het plan meteen onder vuur. Met het advies van Roger Blanpain, specialist arbeidsrecht, in de hand, verklaarden ze de inschrijving van een bedrijfsvervoersplan in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) strijdig met Conventie nummer 98 van het Internationaal Arbeidsbureau. En ook de idee dat ondernemers strafrechterlijk verantwoordelijk zouden zijn voor het ontbreken van een bedrijfsvervoersplan in hun onderneming lokte geen hoerakreten uit. Adviseur Joost Germis van de VEV-studiedienst: “Je kunt niet één iemand strafrechterlijk verantwoordelijk stellen voor een akkoord dat je met twee partijen moet afsluiten.” Uit het voorstel dat bij de Raad van State ligt, zijn beide bepalingen – de cao-verplichting en de strafrechterlijke veroordeling – verdwenen.

KOSTEN ZONDER BATEN?

“Verplichten is enkel nodig in Brussel en Antwerpen,” zegt Joost Germis, “omdat zich alleen daar een mobiliteitsprobleem stelt.” Jos Ansoms pareert: “Kleinere dorpen hebben op hun schaal dezelfde problemen. Als het verkeer op de snelweg met anderhalf procent toeneemt, stijgt de drukte op secundaire wegen met 3,5 procent. Bovendien is mobiliteit ruimer dan bereikbaarheid. Bedrijfsvervoersplannen kunnen op het platteland de leefbaarheid van de woonkernen vergroten en positieve effecten op het milieu sorteren. Het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid kan trouwens bedrijven met een lage autoratio vrijstellen.”

Maar werkt zo’n bedrijfsvervoersplan wel, vragen de patroonsorganisaties zich af. Amerikaanse studies beweren dat ze het aantal auto’s met een vijfde terugdringen. In België is er geen ondernemer die het precieze effect van een vervoersplan meet. De meest “precieze” aanduiding kregen we van Vibna: de bussen richting havenzone blijven vaak opvallend leeg, luidt het daar. Joost Germis concludeert uit die vage aanduiding dat niet alleen de werkgevers, maar ook hun personeel moet gesensibiliseerd worden. “Het heeft geen zin om ondernemers op kosten te jagen als de werknemers toch liever met hun eigen autootje bij hun eigen radiootje in de file staan.” Jos Ansoms: “Daarom hoort deze discussie in het sociaal overleg.”

FD

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content