Sluiers.

Een week geleden zorgde Trends-columnist Emiel Van Broekhoven voor commotie. De hoogleraar en voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers ( VFB) pleitte in dit blad openlijk voor handel met voorkennis. Het inconsistente geharrewar van de Belgische wet die gewone bestuurders niét en bestuurders van holdings wél vrij spel geeft, kreeg een flinke veeg uit de pan. Sterker nog: ook nieuwe regels zetten geen zoden aan de dijk, aldus de academicus. Met een diepgravend doctoraal proefschrift in de hand besloot hij: handel door insiders toelaten levert meer transparantie op en zal de belegger beter beschermen, op voorwaarde dat tegelijk het grote publiek op de hoogte wordt gebracht.

Met nog méér verbodsregels en een inflatie van reglementen, gedragscodes en boetes zal je er inderdaad niet in slagen om scheeftrekkingen te vermijden. Een van de paradoxen van het annus horribilis 2002 was dat precies publiekelijk genoteerde bedrijven zoals Enron en L&H – ondernemingen die op papier blijk gaven van een formidabel deugdelijk bestuur, zoals de consequente scheiding van de functie van voorzitter en chief executive officer – het meest vatbaar waren voor fraude. Wat wel telt, is de waakzaamheid en alertheid van bestuurders, investeerders en beleggers – de logische tegengewichten in de balans van moderne bedrijfsvoering.

In dit blad vergelijkt Paul Verhaeghe, een burgerlijk ingenieur en ex- McKinsey-adviseur, de manier waarop bedrijven worden geleid met de wetten van de cybernetica of sturingskunde (zie blz. 24). “Zij leren ons dat een motor en zijn besturing twee aparte zaken zijn, elk met een eigen functie,” zegt hij. “In een bedrijf zijn die twee functies – het doen en denken, de motor en het stuur – echter verstrengeld en verstikt.” Deze cumulatie leidt tot versluiering en fnuikt de rebelse, verhelderende en vaak helende rol van interne klokkenluiders of hofnarren. In het land der blinden is eenoog koning. Of hoe de bedrijfsleider wordt omringd door jaknikkers en zijn bedrijf de dieperik in leidt.

Kan een wet die scheeftrekking uit de wereld helpen? Nauwelijks. Geen enkele wet die handel met voorkennis verbiedt, kan vermijden dat koersgevoelige informatie financiers, bankiers, advocaten, consultants, concurrenten, klanten of leveranciers – kortom, de professionele belegger – ter ore komt. Een wet kan wel gebieden dat hun transacties prompt openbaar worden gemaakt. En zij kan ertoe bijdragen dat de raad van bestuur in staat is om het management en alle actoren van de bedrijfsvoering bij deze op de vingers te tikken.

De praktijk zorgt uiteindelijk nog voor de beste correctie. Een kleine anekdote om dit te illustreren. Een jaar geleden ging het Best Boards-project van start (*). Tijdens de eerste fase van dit onderzoek bleek dat veertig van de 125 op Euronext genoteerde Belgische bedrijven nog altijd een executive voorzitter hebben: iemand dus die zowel de raad van bestuur voorzit als de operationele leiding in handen heeft. Ook bleek dat in veel ondernemingen niet-onafhankelijke bestuurders in het auditcomité zetelden. Toen het Best Boards-team aan een 25-tal bedrijven meldde dat ze om die redenen uit de boot waren gevallen, kwamen er zeven reacties terug met daarin de dringende vraag ze alsnog in het eindonderzoek op te nemen, want ze waren bereid om de gebreken op de eerstvolgende raad van bestuur aan te passen. Of hoe een prille benchmark soms meer vermag dan de meest vernuftige wetsregel.

Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]

(*) Dit initiatief van Trends, het Instituut voor Bestuurders (IvB), Ernst & Young en executive searcher Schelstraete & Desmedt zal op 21 mei 2003 uitmonden in de trofee van de Best Presterende Raad van Bestuur van het Jaar.

In het land der blinden is eenoog koning. Veertig van de 125 op Euronext genoteerde Belgische bedrijven hebben nog altijd een voorzitter die ook de operationele leiding van het bedrijf in handen heeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content