Slechte inflatie

De inflatie in België is vorige maand gestegen van 1,34 naar 2,24 procent. Ons land is zowat het enige in de eurozone waar de prijzen stijgen. Op het eerste gezicht hoeft die hogere inflatie geen probleem te zijn. Integendeel, een beetje inflatie geldt als smeermiddel voor de economie. En de Europese Centrale Bank (ECB) probeert al een hele tijd de inflatie aan te wakkeren door massaal geld in de economie te pompen. Applaus op alle banken dus? Neen, want de stijgende prijzen in België wijzen op wat we gerust ongezonde inflatie mogen noemen.

Onze inflatie is het gevolg van twee factoren. Ten eerste zijn er de belastingverhogingen die op de verschillende beleidsniveaus zijn doorgevoerd. Zoals de verhoging van de btw op elektriciteit, het duurdere inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs, de suikertaks en de hogere accijnzen op onder andere alcohol. Al die belastingverhogingen samen zijn goed voor 0,5 procent extra inflatie in 2016. Ten tweede zijn allerlei diensten een pak duurder geworden, zoals huisvuilophaling, medische kosten en openbaar vervoer. En de huurprijzen zijn gestegen.

Die taksinflatie en de hogere prijszetting dreigen een structurele handicap te worden door het Belgische systeem van de automatische loonindexering. Een hogere inflatie betekent een snellere stijging van de index van de consumptieprijzen, en via de automatische loonindexering stijgen ook de brutolonen en de loonkosten. Dat zal de concurrentiepositie van de Belgische bedrijven aantasten. Meteen kunnen we vragen stellen bij de banencreatie die de regering belooft.

De indexsprong van 2 procent van de regering-Michel heeft het systeem weliswaar een tijdlang on hold gezet, maar dat effect is nu uitgewerkt. De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka had dit anderhalf jaar geleden, bij de start van deze regering, al voorspeld: tal van overheidsmaatregelen die neerkomen op prijsstijgingen zullen de index van de consumptieprijzen extra doen toenemen. Dat holt de indexsprong van 2 procent uit, waardoor die meer in de buurt van 1,5 procent uitkomt.

Een aantal prijsstijgingen wordt weliswaar niet in de lonen doorgerekend, omdat de gezondheidsindex producten als alcohol, tabak en diesel niet meetelt. Niettemin: voor de inflatiecijfers van maart bekend werden, had het Planbureau al voorspeld dat de spilindex in juli overschreden zou worden. De uitkeringen zouden dan in augustus met 2 procent omhoog gaan, terwijl de ambtenarenweddes in september zouden stijgen, net als in sommige privésectoren. Maar door de hoger dan verwachte inflatie komen al die verhogingen wellicht een maand vroeger. En dat is allerminst goed nieuws voor een regering die met een begrotingscontrole worstelt. Om de rekeningen op orde te krijgen kan ze de hogere uitkeringen en ambtenarenlonen missen als kiespijn.

Anderzijds zorgen de loonsverhogingen in de privésector wel voor extra inkomsten via de sociale bijdragen, maar aangezien die ook de concurrentiekracht van de ondernemingen en dus ook jobs onder druk zetten, is dit in het beste geval een nuloperatie voor de schatkist.

Het risico is groot dat de aanhoudende hoge inflatie de maatregelen van de regering om de loonkostenhandicap met de buurlanden weg te werken (indexsprong, werkgeversbijdragen naar 25 procent), tenietdoet. De Belgische loonkostenhandicap die de voorbije twintig jaar werd opgebouwd, zal dan tegen het einde van de legislatuur niet zijn weggewerkt. En de historische loonkostenhandicap – die van voor 1996 – zal dan niet onder 10 procent dalen. Dat zou zeer jammer zijn, want België heeft nog heel wat werk. Ons land heeft, na Denemarken, nog altijd de hoogste loonkosten van alle EU-landen.

De hoge inflatie en de daaraan gekoppelde automatische loonindexering zal de regering tot nieuwe maatregelen dwingen om de concurrentiekracht van de bedrijven te waarborgen. Nieuwe loonkostendalingen zitten er door de precaire budgettaire situatie niet in. Er zit niet veel anders op dan het debat over een tweede indexsprong te voeren. Tijdens de onderhandelingen over de begrotingscontrole halverwege maart zou het voorstel al langs de regeringstafel zijn gepasseerd. Een tweede indexsprong zou welkom zijn. Het is dat, of op termijn het absolute taboe opofferen: het systeem van automatische loonindexering.

ALAIN MOUTON, Redacteur

Een tweede indexsprong zou welkom zijn. Het is dat of op termijn het absolute taboe opofferen: het systeem van automatische loonindexering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content