Skiën in zwarte sneeuw

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Op vrijdag 24 februari vertrekken de Belgen massaal op skivakantie. Velen hebben hun skitechniek in de voorbije weken en maanden verfijnd in een indoorskipiste. Een groeimarkt, want in het Waalse Lessen bouwen ze momenteel het grootste indoorskioord ter wereld. Vraag is: wordt het ooit een rendabele activiteit?

Meer dan 80 miljoen euro. Dat is het bedrag dat wordt vrijgemaakt voor de bouw van de grootste indoorskipiste ter wereld. En die komt in België, meer bepaald in het Waalse stadje Lessen (Lessines), vlak over de taalgrens. Het megacomplex komt op de resten van een verlaten steengroeve.

Normaal zouden de werken in september 2006 aanvatten. Jean-Marc Wellens, architect en via de net opgerichte nv Snow Games de drijvende kracht achter het project, hoopt vanaf volgend jaar duizenden bezoekers te verwelkomen. Volgens het businessplan zullen er in 2008 zo’n 650.000 skiërs naar Lessen afzakken; twee jaar later moet zelfs de kaap van de 1 miljoen worden overschreden. Het project zou goed zijn voor 300 jobs.

Wellens: “Het skioord zal in totaal vijf pistes tellen, waarvan één van 800 meter lengte. Daarnaast komen er op de site ook fitnesscentra, hotels en restaurants.”

Over de investeerders is Wellens discreet. “Het zijn privé-investeerders. Ook een drietal banken maken kredieten vrij en we onderhandelen momenteel met het Waals Gewest, dat ook met geld over de brug zou willen komen. Ik weet dat het om een groot bedrag gaat, maar we halen het break-evenpunt als we 540.000 bezoekers per jaar halen. Dat moet lukken, want in Komen, niet zo ver van hier, ontvangt de piste elk jaar 300.000 bezoekers. Bovendien zullen onze prijzen niet te hoog liggen. We gaan er in ons businessplan van uit dat elke bezoeker in het skioord 20 euro uitgeeft. De tarieven liggen tussen 5 en 15 euro per uur skiplezier. Dat zijn de courante marktprijzen.”

Het project deed in het kleine wereldje van de skipistes al meermaals de wenkbrauwen fronsen. Om te beginnen dateert Wellens’ project al van 1997. Maar verzet van buurtbewoners en de administratieve rompslomp in verband met vergunningen hebben het project flink vertraagd. Ook worden er vragen gesteld bij het grote aantal bezoekers waar het businessplan gewag van maakt.

“1 miljoen bezoekers per jaar, dat is 3300 per dag,” zegt Cor Mollin, eigenaar van Snow Valley in Peer, dat de grootste pistes in Vlaanderen uitbaat (235 en 85 meter). “Dat is de lat zeer hoog leggen.”

Kunststofpistes ten dode opgeschreven

Cor Mollin, (54) is een oude rot in het vak. Zijn vader Maurice Mollin lag aan de basis van de eerste Belgische overdekte skipiste in ‘s Gravenwezel. Cor en zijn broer Ricky – ex-skikampioen en deelnemer aan twee olympiades – hebben het werk van hun vader voortgezet. Eerst via de borstelpiste in ‘s Gravenwezel, en vanaf 1988 met de bouw van de eerste piste met echte sneeuw. In 1997 scheidden de wegen van de twee broers. Ricky baatte de Antwerpse skipiste Casablanca verder uit, Cor stampte in Peer een nieuw complex uit de grond en gaf het de naam Snow Valley. Samen met Ice Moutain in Komen zijn het de enige drie overdekte pistes in België met echte sneeuw (zie kaart: Skipistes in België).

Mollin heeft het toenemende succes van de skipistes de voorbije jaren van nabij meegemaakt. Er was natuurlijk de stijgende vraag van het publiek. De skisport heeft zich op korte tijd gedemocratiseerd. In België bestond er ook al een zekere traditie van indoorskioorden. Eerst met de kunststofpistes, later met sneeuwpistes.

Cor Mollin: “Het succes is eenvoudig te verklaren: wie in de openlucht wou gaan skiën, moest naar de Ardennen en was bovendien sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. In landen zoals Duitsland bestaat die cultuur van indoorpistes veel minder. Je hebt er twee pistes en ik zie er daar geen meer bijkomen.”

Mollin merkt sinds een tijdje een verminderde interesse voor de kunststofpistes. België telt er momenteel vijf. Mollin durft niet ronduit te zeggen dat ze zullen verdwijnen, maar Wellens van Snow Games is ervan overtuigd dat ze ten dode zijn opgeschreven. Ook de openluchtpistes zouden geen lang leven meer beschoren zijn. Wellens: “Waarom zou je naar een openluchtpiste in kunststof gaan als er indoor perfecte kopieën van skicentra bestaan?”

1 miljoen skiërs in België

Het project in Lessen is niet het enige. Ook in Antoing (alweer in de provincie Henegouwen) bestaan er plannen om een skicomplex te bouwen. De plannen voor het ‘Centre européen de glisse’ bevinden zich nog in een embryonale fase, maar overtreft Lessen in elk geval in omvang. Er wordt gesproken over een investering van 300 miljoen euro en een piste van 1200 meter.

Cor Mollin vraagt zich af of er op de markt geen verzadiging dreigt. “Je kan proberen een steeds grotere groep aan te spreken, maar op een bepaald moment zijn er gewoonweg geen mensen meer beschikbaar om effectief te gaan skiën. En trouwens, in de zomer draait alles hier op een laag pitje. Ik zou toch twee keer nadenken voor ik een nieuwe piste open. Het is bovendien een zware investering. Een piste van 250 meter en daarnaast een kinderpiste is voor mij het maximum.”

Wellens is optimistischer gestemd: “Het verschil met veel andere skipistes is dat ook mensen die niet skiën bij ons terechtkunnen. Er komt een wellnesscenter en een fitnesscenter. Zo ligt de drempel ook lager voor families van wie een of meer leden niet skiën. België telt 1 miljoen skiërs, dat is 10 % van de bevolking. Een enorm potentieel. En dan heb ik het nog niet over de buitenlanders die naar hier komen. Weet u dat de piste in Komen zelfs Britten aantrekt? Ze kunnen weldra ook bij ons terecht.”

De strijd om vergunningen

Wellens baseert zich voor zijn analyse op een marktstudie van de Solvay Business School. Daaruit blijkt onder meer dat via een gerichte marketingcampagne een zeer breed publiek kan worden aangesproken. Snow Games gaat er 2 miljoen euro voor vrijmaken. En er zijn de groeicijfers in de markt. Wellens: “Peer had aanvankelijk een skibaan van 160 meter. Dat was goed voor 150.000 bezoekers per jaar. Na de uitbreiding waren dat er meer dan 215.000. Alleen door de piste groter te maken, dat zegt genoeg.”

Wellens refereert ook aan het succes van de skipiste in het Nederlands-Limburgse Landgraaf (520 meter, 1 miljoen bezoekers), die veel Belgen aantrekt. Mensen van Snow World, de eigenaar van Landgraaf, hebben hem trouwens benaderd, “maar verder dan een gesprek is het niet gekomen.” Snow World droomt er al lang van om in België voet aan de grond te krijgen, maar kreeg nooit de nodige vergunningen vast. Een oud zeer in de sector. Een aantal jaar geleden was er bijvoorbeeld sprake van om de kunststofpiste Yeti in Anderlecht uit te bouwen tot een moderne indoorpiste. Ook Cor Mollin was bij het project betrokken. Daarnaast dook ook ex-skikampioen Marc Girardelli op. Voor Anderlecht was een akkoord met de banken in kannen en kruiken, maar de vergunningen lieten op zich wachten.

Een drietal jaar geleden probeerde Cor Mollin een piste in open lucht met echte sneeuw te openen in Gent, een investering van 2,5 miljoen euro. Hij deed dat samen met Robert Blanchaer, een bekende in het wereldje en nu aan de slag in Landgraaf. Het werd een debacle. De sneeuwmachine werkte aanvankelijk niet, daarna smolt alle sneeuw weg toen het weken aan een stuk regende en als er toch sneeuw lag, dan bleven de bezoekers weg.

“Ik heb mijn les geleerd,” zucht Mollin. “Een opluchtpiste in Vlaanderen heeft geen zin. Ik heb ze proberen te overdekken, maar uiteindelijk hebben we het complex moeten sluiten. Ik beklemtoon dat ik niet failliet ben gegaan. Maar ik betaal nog altijd de prijs voor wat in Gent is gebeurd. Het is sowieso een zware sector, je moet er enorm veel in investeren.”

Dat geeft ook Wellens toe, al zegt hij er direct bij dat hij zich met de steengroeve in Lessen in een comfortabele positie bevindt. Om de temperatuur in de skipistes op peil te houden, moet er enorm veel energie worden verbruikt. Niet zo in Lessen. De piste komt er in de put van een verlaten steengroeve en dat is een soort natuurlijke kelder. “Dat zal op het einde van de maand een slok op de borrel schelen,” zegt een opgeluchte Wellens.

Partnership met La Plagne

Een echt rendabele activiteit zal het uitbaten van skipistes in ieder geval nooit worden. Snow Valley haalde in 2004 een omzet van 2,5 miljoen euro en leed een verlies van 97.000 euro. In 2003 werd wel nog een winst van meer dan 100.000 euro gerealiseerd. De andere spelers zijn een stuk kleiner: Ice Mountain in Komen haalt een brutomarge van 1,2 miljoen euro; de Antwerpse Skibaan (Casablanca) klokt af op een brutomarge van 264.772 euro.

Wat wel opvalt, is dat de liquiditeitsratio van de verschillende spelers opvallend laag is. Pro memorie: de liquiditeitsratio geeft aan in welke mate er voldoende vlottende activa aanwezig zijn om de kortetermijnschulden af te lossen. Een gezonde ratio ligt boven 1. Wel, in de niche van de skipistes liggen die allemaal een stuk lager. Snow Valley scoort het ‘sterkst’, met 0,68 %.

“Je mag niet vergeten dat de branche nog maar net de pioniersjaren achter zich heeft gelaten,” zegt een waarnemer uit de sector. “Ik denk dat het wereldje zich aan het professionaliseren is. Zo worden er stilaan grote marketingbudgetten vrijgemaakt. Mond-tot-mondreclame is niet langer voldoende om de mensen naar de piste te lokken.”

“Wij zullen de eerste zijn die een echte marketingstrategie voeren,” legt Wellens uit. “En we werken ook samen met bekende wintersportoorden. Zo is er een partnership tot stand gekomen met La Plagne in Frankrijk.” In de praktijk betekent dit dat de monitors van Snow Games in Frankrijk opleidingen volgen en dat de Franse topskiërs hier in de zomer komen trainen.”

Op publicitair vlak werkt Mollin samen met Zwitserse skioorden en de Oostenrijkse Höhe Tauern-regio. Zij zorgen voor sponsoring, terwijl er vanuit Peer promotie wordt gemaakt voor die gebieden. “Een financiële binding met wintersportcentra bestaat in België niet,” beklemtoont hij, “maar dat is wel al het geval in Nederland en Duitsland.”

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content