Sinterklaas is een ketje!

Is transparantie een goede zaak? Bestaat de waarheid of is dit eerder een relatief begrip? Deze vragen staan vermoedelijk in schril contrast met de meeste taferelen die met Sinterklaas gepaard gaan. En toch is desinformatie en manipulatie van informatie van alle tijden als deel van een strategie om bepaalde doeleinden te bereiken. Kinderen pretenderen dat ze in Sinterklaas geloven om zo cadeautjes te krijgen. Een ander voorbeeld is de discussie over de transfers van Vlaanderen en Wallonië. Hoe groot zijn die nu precies en wie wat betaalt, lijken eenvoudige, maar in de praktijk moeilijk te beantwoorden vragen. De sterke variatie van de resultaten van de verschillende studies toont overigens aan dat het hier niet om een exacte wetenschap gaat. Schattingen van de groep “In de Warande” komen op een bedrag dat driemaal hoger is dan bijvoorbeeld studies van het Verbond voor Belgische Ondernemingen.

Maar de eerlijkheid noopt ook de Warandemanifesters toe te geven dat hun schatting van tien miljard euro, bijna vier miljard insluit die betrekking heeft op de intresten die men niet zou hebben betaald indien de schulden in 1990 gesplitst waren geweest. Met retroactieve redeneringen kan men alles aantonen, maar dergelijke benaderingen raken kant noch wal, en heel wat ondertekenaars van het Manifest geven dat ook toe. Het is alsof men de Belg zou belasten omdat hij geen afval sorteerde voor een reglementering ter zake van kracht was en voordat hij dus zijn gedrag kon aanpassen. De Warandegroep klikt dus eigenlijk af op een kleine zes miljard en dat is ook ongeveer wat de administratie van de Vlaamse Gemeenschap (Abafim) heeft berekend die de transfers schat op 5,4 miljard. Dit is wat de Vlamingen jaarlijks betalen en waarvan vier miljard naar Wallonië gaat en 1,4 miljard naar Brussel.

De Vlaamse regering Leterme I heeft, als compensatie voor de mislukte poging van Verhofstadt II om BHV te splitsen, bekomen dat een “commissie van Nederlandstalige en Franstalige specialisten” zich zouden buigen over de methode inzake transferberekeningen teneinde transparantie, zekerheid en geloofwaardigheid aan de oefening te verlenen. De opdracht was om de berekeningsmethode te verfijnen, niet om een nieuwe berekening te maken. De studie was af in december 2006, voor de verkiezingen, maar werd niet echt openbaar gemaakt. De professoren kwamen unaniem, Vlamingen en Walen, (tussen professoren kan dat) tot een aantal aanbevelingen om de methode te verfijnen welke aan de Vlaamse regering werden gecommuniceerd.

Nemen we hun drie belangrijkste aanbevelingen onder de loep. Ten eerste, de transfers dienen gebaseerd te worden op basis van het criterium arbeidsplaats en niet op het criterium woonplaats. Inkomen wordt immers verworven op de arbeidsplaats en niet op de woonplaats. Ten tweede kunnen de wedden van de federale ambtenaren niet in rekening worden gebracht, want het gaat hier niet om transfers. Ambtenaren worden verondersteld een loon te ontvangen in ruil voor een tegenprestatie; tenzij men natuurlijk de ambtenarij als een soort verborgen werkloosheid beschouwt. Ten derde kunnen de ontvangsten vanuit de sociale zekerheid berekend worden op basis van de methode van de Nationale Bank van België waarbij de sociale bijdragen beschouwd worden als een soort verzekering (tegen werkloosheid, tegen ziekte) en dan is het criterium van domicilie bepalend voor de toewijzing van de bijdragen.

A ls we nu eens het mandaat van de groep professoren over- schrijden en hun unanieme aanbevelingen, een jaar na hun stiekeme publicatie, toepassen en op die basis de transfers schatten. Daarmee betreden we natuurlijk een gevoelige zone waar nog een zekere taboesfeer heerst, en de sfeer van niet-transparantie doet denken aan de preglasnostperiode. Maar ja, wat kan ik nog riskeren? De eerste aanbeveling zou de transfers naar Wallonië doen stijgen, maar Vlaanderen zou zijn transfers zien dalen ten nadele van Brussel, die zijn statuut als ontvangende regio ziet omslaan naar betalende regio. De tweede correctie, die voor de federale ambtenaren, zou de transfers van Vlaanderen verder doen dalen terwijl die van Brussel verder stijgen en die naar Wallonië afnemen. De derde correctie, de sociale zekerheid, zou een verdere daling van de transfers vanuit Vlaanderen betekenen en een verdere stijging van de transfers vanuit Brussel naar Wallonië. Vatten we de berekeningen (gedeeltelijk gebaseerd op partiële studies van Van Gompel) samen:

Correcties op de transferberekening van de Vlaamse administratie

Het gecumuleerde effect van de drie aanbevelingen houdt dus in dat de Vlaamse transfers slechts 1,6 miljard euro bedragen (of slechts 30 % van de niet-gecorrigeerde Abafimschattingen); Brussel wordt de grootste betaler met drie miljard euro. Beide regio’s betalen voor Wallonië, dat 4,6 miljard binnenhaalt via de transfers. Wallonië krijgt meer transfers dan in de niet-gecorrigeerde methode van Abafim, maar het is Brussel die de sinterklaasrol op zich neemt. De mythe van de wagen die de Vlaming om de drie jaar betaalt aan de Waal, is eigenlijk de mythe van een koersfiets geworden. De keien die Leterme, naar eigen zeggen, in zijn rugzak torst, zijn kiezelstenen geworden en eigenlijk is het Brussel die de rugzak torst. Het kan verkeren!

Rudy Aernoudt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content