Serial Maestro

Koen Kessels’ cv wordt almaar indrukwekkender: tot 2015 mag de Oostendenaar zich nu ook muziekdirecteur van het Birmingham Royal Ballet noemen. Daarnaast leidt hij zijn HERMESensemble en werkt aan projecten in de Munt, deSingel en de Vlaamse Opera, de Parijse Opera, Covent Garden London, Bolshoi en de Staatsoper van Wenen. Reden genoeg om hem op te zoeken.

Koen Kessels (48) op zijn gsm bellen, doe je op eigen risico. Voor hetzelfde geld bevindt hij zich in Japan, Londen, Parijs, Wenen of zijn thuisbasis Antwerpen. Maar meestal ergens tussenin. Hem ‘een bezige bij’ noemen is een zwaar understatement. In ons land alleen al werkt Kessels als artistiek directeur van het HERMESensemble, een gerenommeerd orkest gespecialiseerd in grensoverschrijdende projecten rond hedendaagse klassieke muziek. Tegelijk is hij lid van de artistieke directie in het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Tussendoor is hij nog muziekdirecteur van de zomeropera Alden Biesen. En als er nog tijd overblijft, stelt hij de concertreeks Inspiratum samen, die elk jaar op het kasteeldomein van topkunsthandelaar Axel Vervoordt plaatsvindt. Hoe hij precies bij Vervoordt terechtkomt? “Hij kende me als pianist-begeleider en toen ik in 1999 met het HERMESensemble begon, heeft hij ons bij die opstart gesteund. We mochten de ruimtes van Kanaal, zijn loftshowroom in Wijnegem, te allen tijde gebruiken als repetitie-, concert- en try-outzaal. Er is een vriendschap ontstaan tussen Axel en mij. Hij is erg gepassioneerd door krachtige hedendaagse klassieke muziek die verder gaat dan een formeel experiment. In de programmering voor Inspiratum zoek ik bewust de confrontatie op. Ik combineer anonieme polyfonie met barok en hedendaags klassiek. Die nevenschikking van stijlen is ook typisch voor de manier waarop Axel oude en nieuwe elementen samenbrengt in één harmonisch interieur.”

KOEN KESSELS. “Er was een concours uitgeschreven waar uiteindelijk vijftien kandidaten voor zijn geselecteerd. Toen Barry me vertelde dat ze een nieuwe muziekdirecteur zochten, heb ik mijn interesse voor de job duidelijk gemaakt. Ik had hun orkest, The Royal Ballet Sinfonia, in het verleden al gedirigeerd voor drie grote producties waardoor ik voor de obligate dirigeertest werd vrijgesteld. Dat ik ook al het Royal Ballet London had geleid, was eveneens een voordeel. Beide gezelschappen werken nog altijd nauw samen na de opsplitsing in de jaren zestig.”

Christopher Barron, de CEO van Birmingham Royal Ballet, noemt uw komst een historische stap. Overdrijft hij niet een beetje?

KESSELS. “Ik ben diep geworteld in de hedendaagse muziek, terwijl mijn voorganger Barry die insteek niet had. Ik voel dat het Birmingham Royal Ballet openstaat voor een vooruitstrevende muzikale aanpak. Intussen ben ik een specialist voor orkestmuziek bij balletten aan het worden. Dat is een vak apart. Je moet weten: de muziek bij een dansvoorstelling dirigeren, is allesbehalve evident. Alles staat of valt met de tempo’s. Dat de regisseur en dirigent goed samenwerken voor een opera, is voor velen logisch. Maar de link tussen de dirigent en de choreograaf bij ballet is voor mij even essentieel. In Londen en Parijs komt het niet zo vaak voor dat de dirigent vier weken vóór de première aanwezig is bij de repetities. Die aanpak heb ik geleerd van Gerard Mortier, toen hij in de jaren tachtig directeur van de Munt was en ik als jonge knaap voor hem werkte.”

Ballet associëren weinig mensen met live-orkestmuziek, laat staan met de dirigent ervan. Frustreert u dat?

KESSELS. “Heb je de massale persaandacht voor de veertigste verjaardag van het Ballet van Vlaanderen gezien? Nergens stond iets vermeld over de muzikale directie of de prestaties van de orkesten en hun dirigenten. Ik begrijp dat niet goed. Er wordt toch niet gedanst op muziek van een bandje? In België is het begeleiden van ballet niet direct een kerntaak voor orkesten, maar in het buitenland worden daar de grote kanonnen, genre Covent Garden Orchestra en de Wiener Philharmoniker, voor ingezet. Ik kan je verzekeren: ook voor balletmuziek wordt serieus gerepeteerd. Ik merk dat mensen vaak spontaan een soort hiërarchie voor orkestmuziek maken: op de eerste plaats komen symfonieën en opera. Op de laatste plaats operette en ballet. Voor mij zit daar minder niveauverschil in. De wereldberoemde Daniel Barenboim dirigeert toch ook het Zwanenmeer in de Scala en in Berlijn?”

Dit jaar vieren we niet alleen de verjaardag van het Ballet van Vlaanderen. Ook de 50ste verjaardag van Luc Brewaeys, onze grootste Belgische componist van hedendaagse muziek, wordt uitgebreid belicht. Hebt u een band met hem?

KESSELS. “Luc was de allereerste die mij naar hedendaagse klassieke muziek heeft leren luisteren. Dat is intussen 28 jaar geleden. Ik zie me nog zitten tussen zijn partituren op zijn kamertje in Brussel, waar we nachtenlang de gekste muziek draaiden. We zijn vrienden gebleven. Bij de oprichting van het HERMESensemble was hij een van de eersten bij wie ik een stuk bestelde. Brewaeys is een van onze belangrijkste figuren voor hedendaagse muziek. Zijn muziektaal is geheel origineel. Helaas wordt hij veel te weinig op internationale podia gespeeld. En ook op de conservatoria blijft het hard werken voor de muziek van vandaag. Er zijn heus nog interessante partituren geschreven na Bartók en Ligeti.”

Volgende maand trekt de Koningin Elisabethwedstrijd, ditmaal voor piano, weer op gang. Hebt u als pianist nooit de ambitie gehad om mee te doen?

KESSELS. “Ik ben daar wel voor gevraagd geweest. Maar ik vrees dat ik niet de discipline heb om vier, vijf uur per dag piano te studeren. Zodra ik ongeveer doorheb hoe ik een partituur moet spelen, heb ik al zin om aan iets nieuws te beginnen. Er is aan mij geen grote concertpianist verloren. Ik heb altijd getwijfeld tussen muziek en architectuur studeren. Vandaar dat ik ook snel in de opera ben terechtgekomen: dat is een kunstvorm met veel aspecten, ook architecturaal.”

Uw collega Gunther Broucke, de intendant van de Brussels Philharmonic en tevens pianist, organiseert voor bedrijfsleiders wel eens lezingen waarbij hij een orkest dirigeren vergelijkt met een bedrijf leiden. Vindt u die parallel uit de lucht gegrepen?

KESSELS. “Het is zeer vergelijkbaar. Een orkest van honderd man, stuk voor stuk mensen die heel goed weten waar ze mee bezig zijn, moet je kunnen motiveren met de flair van een bedrijfsleider. Het verschil is: een muzikant ondergaat bij elk concert en elke repetitie een soort examen. Die permanente evaluatie maakt ons erg fragiel, geloof me. De feedback is zeer direct, de prestatiedruk ligt erg hoog. Al ken ik wel een paar bedrijfsleiders die ook veel fragieler zijn dan ze laten uitschijnen.”

www.hermesensemble.be, www.brb.org.uk

Door thijs demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content