Seks, drugs en jaloezie

Slechts één van de tien familiebedrijven bestaat nog in de derde generatie. Manfred Kets de Vries beschrijft de oorzaken van de ondergang. Met hallucinante voorbeelden. Vadermoord, kindermishandeling en ziekelijke afgunst. Hoe overleef ik het familiebedrijf ?

Een mislukte speling der natuur en beestachtig. Zo beschreef de tweede ex-echtgenote van de Amerikaanse miljardair Victor Posner in 1994 haar man. Tien jaar geleden was Posner één van de meest gevreesde raiders van bedrijven in de VS. Hij bouwde een imperium op met een jaaromzet van 26 miljard dollar. Het aankopen ging hem echter beter af dan het leiden ervan. Vele bedrijven gingen op de fles. Toch liet hij nog een erfenis van zowat 400 miljoen dollar na. Zelfs toen hij doodziek was, beschuldigden zijn familieleden hem van incest, mishandeling en vernietiging van hun erfenis. Volgens één van zijn dochters bood hij haar aanstaande echtgenoot tien miljoen dollar aan om haar te verlaten. Toen dat mislukte, bood hij haar man een baan aan waarvoor hij een groot deel van de week op reis zou moeten. Ondertussen dreigde zijn drugverslaafde zoon hem te vermoorden. Ook na zijn (natuurlijke) dood, voerde zijn familie een loopgravenoorlog met processen over de verdeling van bezit en macht.

MODEPAUS.

We vatten heus geen aflevering samen van een tv-soap à la Melrose Place, maar zoomen in op één van de talloze reële voorbeelden in Family Business, het jongste boek van Manfred Kets de Vries, dat ook meteen in het Nederlands verschijnt onder de titel Een zaak van de familie. De vermaarde psycho-analyticus en hoogleraar management en leiderschap aan de managementschool Insead in Fontainebleau verzamelde een indrukwekkend aantal cases van dramatische verwikkelingen met menselijke oorzaken in familiebedrijven. Zes cases smeert hij breeduit in het tweede deel van het boek. Hij won onder meer het vertrouwen van Francine Gomez, de bekendste Franse zakenvrouw. Ze staat aan het hoofd van pennenfabrikant Waterman, die ze enkele jaren geleden min of meer noodgedwongen verpatste aan het Amerikaanse Gillette. De cases komen uit diverse landen, van een straatarme joodse immigrant die een grootgruttersconcern uit de grond stampt in Canada tot de Nederlander Anton Dreesmann, die de distrubuteur Vroom & Dreesmann omsmeedde tot een conglomeraat en afstevende op een koningsdrama met Shakespeariaanse tragiek.

In het eerste deel stuiten we op een cascade van cases, waarbij vele beruchte entrepreneurs en glorieuze stichters-stamvaders de revue passeren. In dat luik voert Manfred Kets de Vries de voorbeelden op als illustraties bij zijn uiteenzetting over de psychologische en irrationele motieven die vaak een rol spelen in familiebedrijven. Zo doorspekt hij zijn theorie met smeuïge praktijkgevallen. Om de dominante invloed van jeugdervaringen aan te tonen, bijvoorbeeld, verwijst hij naar modepaus Pierre Cardin. De Franse couturier rangschikt hij bij het type van de reactieve narcist. Als kind werd de arme Italiaanse immigrant vernederd. “Juist omdat mensen vroeger op hem en het gezin waaruit hij afkomstig was neerkeken, werd hij misschien de grote nivelleerder. Hij democratiseerde de mode en bracht haute couture bij de gewone man en vrouw,” analyseert de psychiater. “Hij maakte zelfs een lange neus naar de Franse upper class door het beroemde restaurant Maxim te kopen. Dit was hun favoriete uitgaansgelegenheid, maar dat is afgelopen. Maxim is gedemocratiseerd. Nu kun je er dineren met verkopers uit Cleveland.”

HERKENBAAR.

Niet alleen de kruidenier op de hoek, een uit de kluiten gewassen carrosseriebedrijf of een creatieveling met commerciële ambities bevolken de bonte wereld van de familiebedrijven. Een familiezaak kan net zo goed een multinational zijn. Een derde van de bedrijven op de Fortune 500-lijst zijn in handen van een familie, net als enkele van de meest succesvolle bedrijven in de wereld. De auteur verwijst onder meer naar Michelin in Frankrijk, Tetrapak en Ikea in Zweden, Lego in Denemarken, Fiat en Benetton in Italië, Mars in de VS, Hyundai in Azië en C&A en Heineken in Nederland.

Meer dan 80 procent van de bedrijven in de VS zijn privé-eigendom. In Europa varieert dit percentage van 52 procent (Nederland) tot meer dan 80 procent (Duitsland en Oostenrijk). Meer dan de helft van de beroepsbevolking van de VS en West-Europa werkt in een familiebedrijf. Toch bestaan nog slechts drie van de tien familiebedrijven in de tweede generatie. In de derde generatie blijft er nauwelijks één op tien over. Hun gemiddelde bestaan is 24 jaar, ongeveer zolang als de oprichter aan het bedrijf verbonden is. Ondanks troeven als langetermijnstrategie, taaiheid in tegenspoed en kennis van bedrijf en markt, kapseizen vele familiebedrijven aan nadelen als nepotisme, incompetente opvolging en financiële druk. Voor een kmo-land als Vlaanderen moet dit boek wel bijzonder herkenbaar zijn.

LUC DE DECKER

Manfred Kets de Vries, Een zaak van de familie. Academic Service, 236 blz., 900 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content