Schuld noch boete?

Fiscale amnestie. Voor de fiscale fraudeur een interessante witwaspiste, voor de brave burger een klap in het gezicht. Voor de economie een pepmiddel, voor het geweten een zware last. Italië biedt zijn burgers de kans op een propere lei, in Ierland zorgde het voor een economische opleving. Is het systeem in België wenselijk, of zelfs haalbaar?

Anoniem en zonder enige heffing. Hoeft het gezegd dat de fiscale amnestie die de Italiaanse premier Silvio Berlusconi zijn burgers aanbiedt, wel erg aantrekkelijk is voor fraudeurs? Om hun zwart geld te witten dat op buitenlandse rekeningen geparkeerd staat, hoeft de Italiaanse belegger alleen 2,5% van zijn zwarte geld te investeren in een laagrentende Italiaanse overheidsobligatie. De amnestie is, ook in Italië, níét van toepassing op het geld van criminele of terroristische herkomst.

De Italianen gingen gretig in op het aanbod en versluisden al meer dan 40 miljard euro terug naar de laars. Dankzij het overdonderende succes werd de operatie met twee maanden verlengd tot eind april . De Italiaanse regering hoopt 50 miljard euro te recupereren van de naar schatting 500 miljard euro kapitaal die de Italianen op een buitenlandse rekening hebben weggemoffeld – vooral in Zwitserland en Monaco. Zeer tot ongenoegen van de Zwitsers bieden de Italiaanse bankiers overigens aan om zelf 2,5% bij te leggen als de klant zijn centen op een van hun rekeningen wil zetten. Om toch nog een graantje mee te pikken van al dat terugvloeiende geld, openen verschillende buitenlandse banken een Italiaans filiaal.

België kent minder genade met fiscale fraudeurs. Bij de omschakeling van de euro was er geen sprake van om de spons over het verleden te vegen, laat staan van een versoepeling van de antiwitwaswetgeving. Toch is een of andere vorm van fiscale amnestie in België nooit ver weg. Rik Deblauwe, advocaat bij het kantoor Tiberghien: “Wie bij de controleur alsnog bepaalde inkomsten aangeeft – vooral inkomsten uit buitenlands vermogen – komt er doorgaans ook van af met een tarief van 2,5%.” Jef Vuchelen, professor Economie aan de VUB, ziet nog een vorm van fiscale amnestie: “Fiscale repressie stelt in België toch niet zoveel voor, zoals een reeks incidenten van de afgelopen jaren illustreert.”

De Belg als fiscale crimineel

Maar de burgers de kans geven om zwart buitenlands kapitaal open, bloot én rechtsgeldig te witten (zoals in Italië) is vandaag taboe. Nochtans heeft België met Italië wel wat gemeen om een breed maatschappelijk debat rond fiscale amnestie te voeden. Een hoge overheidsschuld en een grote zwarte economie bijvoorbeeld. Die factoren maken amnestie economisch zinvol. België excelleert daarbovenop nog eens in een versmachtende belastingdruk op arbeid. Wie de sociale bijdragen meetelt, komt tot de vaststelling dat de actieve bevolking in België ruim twee derde van haar verdienste aan de fiscus afdraagt. En op het einde van de rit wacht de overheid met de successierechten.

“De waanzinnige belastingdruk in België veroordeelt de bevolking de facto tot fiscale criminelen,” zegt rechtsfilosoof Boudewijn Bouckaert (Universiteit Gent). “We moeten de vraag durven te stellen waarom zoveel deftige, brave mensen zich in de fiscale criminaliteit begeven. Er dreigt normvervaging, omdat de mensen niet bereid zijn om dit soort waanzinnige fiscaliteit nog langer ernstig te nemen en uit een vorm van zelfverdediging met hun kapitaal op de vlucht slaan.”

Wie een zwart spaarpotje heeft opgebouwd, dreigt binnenkort niet alleen volgens de letter van de wet crimineel te zijn, maar riskeert ook als crimineel behandeld te worden. In de strijd tegen de grote fiscale fraude is de antiwitwaswetgeving uitgevaardigd, die mogelijk ook gewone burgers met wat zwart geld in het vizier neemt. En buiten schot blijven wordt moeilijker omdat de Europese ontwerprichtlijn op de spaarfiscaliteit een opheffing van het bankgeheim vanaf 2011 plant. De oorlog tegen het terrorisme maakt het bovendien mogelijk om verregaande vermogensonderzoeken te doen. De redenering is dan om de burgers de kans te geven zich te regulariseren, nu de spelregels veranderen. Fiscale amnestie wordt dan ook een kwestie van fair play. Die redenering stak ook achter het wetsvoorstel omtrent fiscale amnestie dat CD&V-senator Johan Weyts in 1997 indiende. “Ik deed het voostel naar aanleiding van de invoering van de aangifteplicht van de buitenlandse bankrekening,” zegt Weyts. “Daarmee wou ik de burger de kans geven zich te regulariseren. Tot mijn verbazing had ik van bankiers te horen gekregen dat de Belgen in 1997 ongeveer 500.000 spaarrekeningen in het buitenland hadden, terwijl slechts een fractie van de gezinnen die rekening al had aangegeven.”

Zwart, grijs en wit geld

Belgische gezinnen hebben volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en studiewerk van professor Vuchelen en zijn assistent KoenRademaeckers naar schatting een vermogen van 125 à 150 miljard euro opzijgezet in het buitenland. Dat betekent dat ruim 10% van het totale vermogen van de gezinnen buiten het bereik van Vadertje Staat is gemanoeuvreerd. Bij die cijfers moeten nog de kapitalen gevoegd worden die op rekeningen van vennootschappen of stichtingen zijn ondergebracht.

Uiteraard is niet alle vermogen in het buitenland zwart. Maar dat amper 3000 Belgen op hun belastingbrief in eer en geweten aangifte doen van hun buitenlandse rekening, is al veelzeggend. Rik Deblauwe: “Het geld dat in het buitenland geplaatst is, valt in vier categorieën onder te brengen. Crimineel, zwart, grijs en wit geld. Het criminele geld, dat voortkomt uit drugs, mensen- en wapenhandel, kan niet anders dan verbeurd verklaard worden. Daarnaast is er het eerlijk verdiend maar niet aangegeven inkomen. Dat is en blijft zwart geld. Voorts hebben we de opbrengsten van het wit geld dat in het buitenland is belegd, maar dat men ‘vergeten’ is aan te geven; dat is het zogenaamde grijs geld. Belgen nemen steeds minder de moeite om met wit spaargeld naar het buitenland te trekken om de roerende voorheffing te ontlopen. In tegenstelling tot de jaren tachtig, kunnen spaarders sinds de jaren negentig ook in België een positieve reële rentevoet op het kapitaal verdienen. Een roerende voorheffing van 15% neemt men er dan makkelijker bij. En tot slot is er het gewone ‘wit geld’, dat hoofdzakelijk naar het buitenland versast is om op termijn successierechten te vermijden.” De niet-aangegeven inkomsten op dat kapitaal worden zwart, legt Jef Vuchelen uit. “Nadien is het moeilijk om met het oorspronkelijk kapitaal weer in het economisch circuit te komen.”

Een fiscale amnestie die niet gepaard gaat met een grondige verlaging van de successierechten, zal dat wit geld niet terughalen. Paul Hatry(PRL), persoonlijk vertegenwoordiger van de minister van Financiën bij de Europese Unie, zegt: Het succes van de fiscale amnestie in Italië is vooral te danken aan de afschaffing van de erfenisrechten. Maar in België is de materie van de successierechten niet meer in handen van de federale overheid, maar van de gewesten. Bovendien is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest financieel afhankelijk van de opbrengsten uit de successierechten. Daar denken ze in de verste verte niet aan een eventuele afschaffing ervan.”

Behalve de vlucht voor de successierechten, wordt de vermogensopbouw in het buitenland vooral gevoed door de binnenlandse zwarte economie. “Die zet jaarlijks 10% tot 15% van het bruto binnenlands product om, of 25 à 40 miljard euro. Een groot gedeelte van die inkomsten wordt uitgegeven, de rest (3 à 5 miljard euro) vloeit grotendeels naar het buitenland,” aldus Jef Vuchelen. De fraudeurs hollen echter ook de witte, belastbare basis uit, zodat de overheid de belastingdruk op de niet-fraudeurs moet optrekken om de inkomsten op peil te houden. Dat geeft de fraudeurs nog meer reden om belastingen te ontduiken en motiveert de niet-fraudeurs om van kamp te veranderen. Wie bedot er uiteindelijk nog wie? De overheid de burger met hoge aanslagvoeten, of de burger de overheid met fraude? Slotsom is dat beide partijen wellicht zichzelf bedotten. Kan fiscale amnestie een einde maken aan dat gefop?

Succes in Ierland, sof in België

Een experiment in Ierland kan meer duidelijkheid brengen. In 1988 werd aan de Ieren die met hun zwart geld boven water kwamen fiscale amnestie gegarandeerd. Dat werd gekoppeld aan het vooruitzicht op lagere toekomstige tarieven. De redenering van de Ierse regering die achter de operatie stak: verlaag de belastingen, maar verbreed de belastingbasis door zwart en grijs geld in het witte belastbare circuit te brengen.

Het resultaat van de fiscale amnestie was behoorlijk spectaculair. De overheid puurde voor 2% van het BBP extra belastinginkomsten uit het witgewassen geld. Het overheidsaanbod om achterstallige inkomsten uit arbeid en vermogen aan te geven, in ruil voor het uitblijven van sancties, bleek dus te werken. De fiscale amnestie wordt ook gezien als een van de steunpilaren onder de sterke economische groei van Ierland in de jaren negentig.

Toegepast op België zou het Ierse experiment de Belgische schatkist 5 miljard euro kunnen opleveren. Dat is een bescheiden bedrag in vergelijking met de staatsschuld van ongeveer 250 miljard euro, en zo’n bedrag kan slechts een beperkte belastingverlaging financieren. Te weinig wellicht om de publieke opinie warm te maken voor fiscale amnestie. Want meer dan een financiële kwestie te zijn, draait fiscale amnestie zeker in dit land om schuld en boete.

Het Ierse experiment botste in het buitenland op heel wat weerzin. Werd de belastingbetalende burger niet voor schut gezet? En waarom zouden fraudeurs na een eerste amnestiemaatregel hun zwarte activiteiten staken? Geduld kan echter lonender zijn dan burgerzin, want wie zegt dat fiscale amnestie een eenmalige maatregel is? In 1994 herhaalde Ierland de operatie, met de helft van de opbrengst van 1988 als resultaat. Het perverse van (een herhaalde) fiscale amnestie is dat het mensen aanzet om zwart geld te verdienen, want de kans bestaat dat de verschuldigde belasting na verloop van tijd wordt kwijtgescholden. In België ontlopen fraudeurs zoals gezegd de hoge belastingdruk op arbeid.

Politieke polarisatie legt discussie lam

Om fiscale amnestie bij een groot publiek verteerbaar te maken, moet de overheid de ontdoken belasting terugvragen, zodat met de opbrengst de aanslagvoeten voor iedereen kunnen dalen,” vindt Jef Vuchelen. “Voor wat hoort wat. Dit zou al veel goodwill creëren bij de belastingplichtigen. Maar een fraudeur zal nooit zijn zwart geld aangeven als het tegen een ‘normaal tarief’ wordt belast. Hij is net gevlucht voor dat tarief. We mogen ook niet vergeten dat de verjaringstermijnen een soort permanente fiscale amnestie betekenen, zeker voor wie zo lang op zijn geld kan wachten. Al gelden die verjaringstermijnen natuurlijk niet voor fraude die onder de witwaswetgeving zou vallen – maar wat daaronder valt, is niet helemaal duidelijk.”

Een quasi-nultarief op het zwart geld, zoals in Italië, lokt fraudeurs uit de schaduw, maar steekt de brave burger die hoge marginale aanslagvoeten betaalt, de ogen uit. De loontrekkende die aan de bron belast wordt, kan zelfs niet eens frauderen om van fiscale amnestie te genieten. “Afgunst is nooit ver weg,” zegt Vuchelen. Een eenmalige heffing van 10%, en dat louter op de rente-inkomsten van het zwarte kapitaal, zoals in het wetsvoorstel van senator Weyts, kon niet eens op goedkeuring binnen de eigen partij rekenen. De timing, in volle KB Lux-affaire, kostte het voorstel helemaal de kop. Tegenstanders van fiscale amnestie koppelen een eventuele goedkeuring aan een vermogensbelasting, wat voor de promotoren van de amnestie dan weer onbespreekbaar is. “Het idee om vermogen gratis terug te laten keren om het later te belasten, is de beste methode om amnestie te doen mislukken,” zegt Paul Hatry.

De impasse lijkt dus totaal. Boudewijn Bouckaert: “We moeten af van de verlammende politieke polarisatie. De linkerzijde is tegen fiscale amnestie en schildert het af als een ongeoorloofde gunstmaatregel voor fraudeurs. De rechterzijde toont zich een voorstander en op electoraal vlak wil ze ook iets doen voor haar achterban. Maar fiscale amnestie die niet steunt op een breed maatschappelijk vlak, mist alle geloofwaardigheid.”

Want wie zegt dat de volgende regering een fiscale amnestie niet ongedaan maakt? “De burger heeft eigenlijk geen grondwettelijk recht op zijn inkomsten. Fiscaliteit is sowieso geen stabiele rechtstak, maar surft mee op de politieke en conjuncturele golven,” aldus Bouckaert. “De Europese landen die maatregelen van fiscale amnestie hebben genomen, werden geregeerd door politiek homogene regeringen. België heeft momenteel een heel heterogene regering. Dat maakt de besluitvorming hieromtrent moeilijk, zoniet onmogelijk. Te meer omdat er in het regeerakkoord hoegenaamd geen sprake is van enige fiscale amnestie.”

Hoe kan er in België ooit een consensus gevonden worden omtrent fiscale amnestie? “Trek de parallel met stedenbouw en ruimtelijke ordening. Er ontstond een wildgroei van reglementeringen, zonder dat die volledig werden toegepast – ook wegens het gezonde verstand van ambtenaren die al te gekke wetgevingen negeerden,” zegt Bouckaert. “Maar twee derde van Vlaanderen is intussen in overtreding. De mentaliteit groeit: zand erover, dereguleer, en pas de regels die overblijven streng toe. In de fiscaliteit moet er ook zo’n operatie komen. Als er een grondige fiscale hervorming komt, als de belastingdruk op arbeid lager wordt en als de achterpoortjes worden gesloten, kan de publieke opinie fiscale amnestie misschien slikken.”

Rik Deblauwe van Tiberghien vult aan: “Bovendien ben ik ook gekant tegen de vrijwillige betaling van een belasting bij een fiscale amnestieoperatie, een zogenaamde contribution patriotique. Dan plaats je de mensen voor de keuze: hun portemonnee of hun geweten. Een belasting moet uiteindelijk door de overheid afgedwongen worden. De overheid moet ervoor zorgen dat er afdoende controle is, en niet één keertje fiscale amnestie organiseren om enkele jaren later te moeten vaststellen dat er weer veel door de mazen van het net geglipt zijn.”

Daan Killemaes,

Werner Niemegeers

Gedetailleerde statistieken over het vermogen van de Belgische gezinnen.

Belgische gezinnen hebben naar schatting een vermogen van 125 à 150 miljard euro opzijgezet in het buitenland.

Waarom zouden fraudeurs na een eerste amnestiemaatregel hun zwarte activiteiten staken?

Een quasi-nultarief op zwart geld lokt fraudeurs uit de schaduw, maar steekt de brave burger die hoge marginale aanslagvoeten betaalt de ogen uit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content