Schijnzelfstandigheid

Hoe wordt bepaald of iemand een schijnzelfstandige is?

De loonkosten in België zijn hoog. Werkgevers betalen hoge sociale lasten bovenop het brutoloon van de werknemer. Dat leidt ertoe dat veel ondernemingen een beroep doen op zelfstandige dienstverleners, voor wie ze zulke lasten niet hoeven te betalen. In de praktijk blijken die zelfstandige dienstverleners nogal eens ‘schijnzelfstandigen’ te zijn. Schijnzelfstandigen zijn werknemers die werken met het statuut van een zelfstandige, maar eigenlijk een beroepsactiviteit uitoefenen onder het gezag van een werkgever. Er zijn vier criteria om te testen of iemand een schijnzelfstandige is.

1 Het statuut dat beide partijen kiezen in de overeenkomst.

De sociale inspectie gaat ervan uit dat partijen weten wat het onderscheid tussen werknemer en zelfstandige inhoudt en de juiste benaming kiezen voor hun samenwerking.

2 De vrije organisatie van de werktijd.

Een zelfstandige werkt voor eigen rekening en moet bijgevolg zijn werktijd kunnen indelen zoals hij dat wil.

3 De vrije organisatie van het werk.

De opdrachtgever kan de zelfstandige richtlijnen geven, maar kan hem niet bevelen de zaken op een welbepaalde manier te doen.

4 Hiërarchische controle.

De opdrachtgever kan niet alle eisen die hij als werkgever kan stellen aan zijn werknemers, ook stellen aan zelfstandige medewerkers.

Bijgevolg is iemand schijnzelfstandige wanneer hij beroepsactiviteiten uitoefent onder het zelfstandigenstatuut, terwijl er in werkelijkheid geen onderscheid bestaat met werknemers en het gezag dat de werkgever over zijn werknemers uitoefent. Voor fraudegevoelige sectoren zoals de bouw-, schoonmaak- of bewakingssector en beroepen zoals handelsvertegenwoordigers zijn er sinds 1 januari 2013 bijkomende criteria.

De sancties op schijnzelfstandigheid zijn erg zwaar. De vergoeding die u gedurende de hele periode aan de schijnzelfstandige heeft betaald, wordt geherkwalificeerd als loon. Dat betekent dat u retroactief socialezekerheidsbijdragen zult moeten betalen, te verhogen met een nalatigheidsintrest van 7 procent per jaar en een boete van 10 procent. Daarbovenop kan de schijnzelfstandige, retroactief, vakantiegelden, indexaties, eindejaarspremies… vorderen van de opdrachtgever. Als er sprake is van fraude, riskeert de schijnwerkgever bovendien strafrechtelijk te worden vervolgd. De gouden tip in deze materie is dan ook consequent om te springen met de sociale statuten in uw onderneming.

Hebt u een juridische vraag voor onze experts? Stuur een e-mail naar benny.debruyne@trends.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content