Salut en de kosten

Werken in het buitenland is voor velen een droom. Een andere cultuur, huis betaald door de werkgever, extra premies, veel verantwoordelijkheid. Maar er zijn ook risico’s. Veel relaties lopen op de klippen. En terugkeren naar België gaat vaak gepaard met een mentale klap.

Panagiotis Lynas (38) is een Belg met Griekse roots, maar hij heeft hier nog geen dag gewerkt. Hij studeerde zes maanden in Athene met Erasmus, zat dan met een beurs van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel drie maanden in Cyprus en Libanon om partners te vinden voor Belgische bedrijven en liep ten slotte een jaar stage bij Glaverbel in Singapore in het kader van het Prins Albertfonds. Na die ervaring was hij zo enthousiast over Azië dat hij er niet meer weg wilde.

Hij stond in Singapore vijf jaar aan het hoofd van het regionaal bureau van het Ieperse textielbedrijf Clima en werkte er daarna nog twee jaar voor Picanol. Zijn Belgische vrouw Anne-Jean Liétaer had er intussen al een aantal jaar een eigen bedrijfje in modeaccessoires en haar eigen label, House of AnLi. In 2003 stapte Lynas mee in het bedrijf van zijn vrouw. Samen met hun drie kinderen wonen ze nog in Singapore.

“Ik denk niet dat ik nog terug in België kom wonen. Doordat filialen van Belgische bedrijven in het buitenland vaak een kleinere structuur hebben, krijg je veel meer verantwoordelijkheid en een brede waaier aan taken. Je hebt een heel belangrijke functie waarbij je in de kijker staat. Die mogelijkheid om je te bewijzen, gaat gepaard met een heel hoge motivatie. Nu we zelf een bedrijf hebben, is die motivatie nog groter.”

Geen tijd voor privéleven

Net dat maakt dat re-integratie in België zo moeilijk is, waarschuwt Nadia Jano, expatriate manager bij Agfa-Gevaert. “De taken en verantwoordelijkheden zijn weer streng afgelijnd en men voelt zich niet meer belangrijk of uitverkoren. Dat kan leiden tot teleurstelling en frustratie. Uit een studie in 2005-2006 bij 200 ondernemingen in de hele wereld bleek dat een behoorlijk aantal gerepatrieerde werknemers binnen de twee jaar na terugkomst het bedrijf had verlaten. Daarom is het heel belangrijk op tijd samen het carrièrepad uit te stippelen.”

Lynas ziet nog een valkuil. “Als expat moet je keihard werken en bereid zijn veel op te offeren. Je partner moet daar op voorhand goed op voorbereid zijn en beseffen dat hij of zij vaak alleen zal zijn. In het begin was ik zo vaak op reis dat ik mijn vrouw maar drie of vier dagen per maand zag. Je partner moet dus moreel sterk staan en zelf op zoek gaan naar hobby’s, eventuele opleidingen, een netwerk van vrienden, enzovoort. Dat is echt niet te onderschatten. Spreek er samen grondig over voor je de beslissing neemt. Het financiële weegt immers niet op tegen persoonlijk geluk.”

Umicore kent het probleem. “Met de spousal allowance willen wij de partner van de expat ondersteunen”, legt international assignments-manager Florence Panneels uit. “Die moet zijn job hier in België opgeven en wij geven daarom een extraatje. Men kan er daar een opleiding mee volgen, een hobby uitbouwen, op zoek gaan naar een job… Daarvoor krijgen ze ook hulp ter plaatse.”

Op en top voorbereid

Volgens Lynas zijn er nog veel Europese bedrijven die te weinig investeren in de voorbereiding en bijgevolg een financieel risico nemen. “Amerikaanse bedrijven organiseren vaak een trip naar het land om er de sfeer op te snuiven en mogelijke accommodatie te zoeken. Voorts wordt zowel de expat als de partner in het hoofdkwartier enorm goed voorbereid op de cultuurschok, de andere manier van werken, de verschillende gewoontes, enzovoort. Dit laatste is bij Europese bedrijven nog te weinig het geval. Vertrek je naar het buitenland, dan zijn de culture shock-boeken de beste om je volledig klaar te stomen.”

Umicore en Agfa-Gevaert bieden hun expats wel de mogelijkheid enkele dagen op look and see-trip te gaan. Ze bieden taallessen aan en bekijken geval per geval of cross cultural-training nuttig is. In veel gevallen kennen de expats het land immers al goed door eerdere trips.

De reden om iemand naar het buitenland te zenden varieert. Als hr-medewerker bij Umicore is Mark Dolfyn betrok-ken bij de beslissing. “Een van de be-langrijkste redenen is technische kennisoverdracht. Als in een bepaald land een specifieke competentie ontbreekt, dan zullen we op zoek gaan naar iemand om die kennis gedurende een paar jaar over te dragen. Bij nieuwe acquisities is dat bijvoorbeeld vaak het geval. Een andere mogelijkheid is persoonlijke ontwikkeling. Umicore heeft sterk gedecentraliseerde business units waar mensen behoorlijk kunnen groeien. Ze leren continu bij, ontdekken een andere cultuur en bekijken de zaken vanuit een andere invalshoek. Als laatste reden is er de uitwisseling van managementverantwoordelijkheden op seniorniveau. We willen dat mensen in internationale topfuncties niet te lang op dezelfde plaats blijven. Door de verantwoordelijkheden af te wisselen, is er meer transparantie en wordt er meer in vraag gesteld.”

Extralegale voordelen

De expats genieten van een heleboel extra’s. Afhankelijk van de samenstelling van je gezin krijg je een budget voor het huren van een woning. De verhuizing wordt betaald en ook het naar school gaan van je kinderen wordt betaald. Om eventuele ongemakken te compenseren, gaan sommige bestemmingen gepaard met een hardship allowance. Hoeveel procent die bedraagt, is afhankelijk van de politieke situatie, het klimaat, de veiligheid en de sociaaleconomische situatie.

Om de job nog iets aantrekkelijker te maken, zijn er vaak een budget om jaarlijks naar huis te gaan en nog enkele bijkomende vergoedingen. De uitgaven voor het bedrijf lopen hierdoor al gauw op; tot anderhalf of twee keer meer, in extreme gevallen zelfs drie keer.

“Bij Agfa-Gevaert geven we een bonus om internationale assignments te doen”, zegt Jano. “Blijft de expat op hetzelfde continent dan krijgt hij er per jaar 3 procent van het brutosalaris netto bovenop, voor extraregionaal is dat 5 procent. Er is ook een forfaitair bedrag van 4200 euro voor het inrichten van de woning, het af- en aansluiten van nutsvoorzieningen, bankkosten, enzovoort. Verhuist hij naar een bestemming met andere netspanning, dan kan hij ook een beroep doen op een vergoeding tot maximaal 6250 euro om nieuwe huishoudtoestellen te kopen.”

Ingewikkelde berekeningen

Voor de berekeningen maken heel wat bedrijven gebruik van de balance sheet-methode. De personeelsdienst vertrekt van het brutosalaris dat de werknemer in België zou krijgen. Ze berekenen de hypothetische sociale zekerheid en taksen, en trekken die eraf, zodat een nettosalaris overblijft. Vervolgens houden ze rekening met de zogenaamde verblijfskosten. Ze bekijken wat je met dat geld hier kunt doen en in de stad van bestemming. Is het leven daar bijvoorbeeld duurder, dan zal je daarvoor een extra compensatie krijgen. Ook heel wat bijkomende vergoedingen worden op die manier verhoogd of verlaagd. Per land, streek en stad bestaan hiervoor specifieke tabellen. Voorts moeten de expats vaak onafhankelijk van de fiscale regels op hun bestemming niet meer of minder sociale zekerheid en belastingen betalen dan als ze in hun thuisland zouden werken. Is de belastingdruk daar dus lager, dan is dat een voordeel voor het bedrijf.

Door Annick Claus

Een bedrijf betaalt

al gauw anderhalf tot drie keer meer voor een werknemer in

het buitenland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content