Russische staalberen liggen op de loer

Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Met de aangekondigde fusie tussen Corus en Tata Steel zet de wereldwijde consolidatie in de staalsector zich door. De vraag is of de Indiase staalreuzen wel de ideale partner zijn voor Europese bedrijven. Kiezen ze niet beter voor een Russische partner?

De Brits-Nederlandse staalgroep Corus gaat uiteindelijk akkoord met het bod van 6,4 miljard euro dat zijn Indiase sectorgenoot Tata Steel uitbracht. Dat was niet zo evident, want beleggers gingen ervan uit dat het bod hoger zou liggen. Dat Corus toehapt, heeft verschillende redenen. Om te beginnen ligt het bod volgens insiders relatief hoog. Ten tweede wil Tata een relatief comfortabele positie innemen voordat andere staalbedrijven eventueel een hoger bod uitbrengen. Er wordt vooral in de richting van Rusland gekeken, waar spelers zoals Novolipetsk en Severstal begerig naar West-Europa kijken. Al maakte Severstal – dat deze zomer naast Arcelor greep – al bekend niet echt in Corus geïnteresseerd te zijn.

Ten slotte is er de consolidatiegolf op de staalmarkt die zich tijdens deze overnamestrijd laat voelen. Na de monsterfusie tussen Arcelor en Mittal – samen goed voor een totale staalproductie van 110 miljoen ton, 10 % van de wereldmarkt – konden de andere spelers niet achterblijven. Met een gezamenlijke productie van 23 miljoen ton komt de combinatie Tata-Corus op een zesde plaats terecht (zie tabel: De grootste staalreuzen).

Tata-Corus lijkt op het eerste gezicht niets dan voordelen te hebben. De Indiërs krijgen toegang tot de Europese markt, waar ze tot nog toe amper aanwezig waren. En Corus kan rekenen op goedkoop ijzererts van Tata. Terwijl de Europese staalbedrijven hun belangen in de mijnsector de voorbije jaren hadden afgebouwd, kiezen ze nu opnieuw volop voor verticale integratie. Met de gestegen grondstoffenprijzen is een rechtstreekse toegang tot kolen en ijzererts geen overbodige luxe.

Bovendien genereert Tata Steel een ebitda per ton van bijna 232 euro. Dat is drie keer meer dan het gemiddelde van de sector en meer dan het dubbele van Arcelor Mittal met 106 euro per ton. Een bijkomend voordeel voor Corus zou erin bestaan dat het eindelijk kan rekenen op goedkope staalplaten uit India. Als het die halfafgewerkte producten door Tata kan blijven laten maken, zorgt dat voor een aanzienlijke kostenbesparing. Al plaatsen experts daar vraagtekens bij: het transport van staalplaten naar Europa voor verdere verwerking kost ook geld.

Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zo financiert Tata Steel de deal voor 60 % met schulden. De kasstroom van Corus dient hierbij als onderpand. In de staalsector is dat wel een risicovolle zet. De branche is conjunctuurgevoelig en iedereen is het erover eens dat de vraag naar staal én de prijs stilaan een piek hebben bereikt. Bovendien zouden eventuele synergievoordelen (394 miljoen euro) van de fusie pas over vijf jaar een feit zijn.

Wie Corus en Tata van nabij bekijkt, ziet trouwens twee totaal verschillende bedrijven. Corus produceert met 41.000 werknemers 18 miljoen ton per jaar. Bij Tata rolt er jaarlijks 5 miljoen ton van de band en die wordt geproduceerd door 38.000 werknemers. Staalproductie is in India door de lage loonkosten een heel arbeidsintensieve bezigheid. Het verschil maken met hoogtechnologische procédés en producten is voor Tata Steel en zijn topman, Ratan Tata, nooit een prioriteit geweest. Terwijl Corus uit de productie van hoogwaardig staal juist een competitief voordeel wist te halen. Experts zien dan ook minder synergieën in de nieuwe staalgroep dan als Corus bijvoorbeeld met een Russische speler zou samengaan.

Weinig aandacht voor kosten

Er bestaat ook interesse voor Corus van Russische spelers en zelfs van het Braziliaanse CSN en het Indiase Kalyani. Verwacht wordt dat een paar Russische staalbedrijven zullen proberen een hoger bod op Corus uit te brengen. En zelfs als dat niet gebeurt, zullen ze blijven lonken naar West-Europese concurrenten. Zo wil het Russische Novolipetsk Steel een joint venture aangaan met het Zwitserse Duferco. Dat bedrijf is ook in België actief met vestigingen als Carsid, Duferco Clabecq en Duferco La Louvière.

“Ik hoor zeggen dat de Russen de boot zullen missen als ze Corus niet binnenhalen. Maar ik denk dat de kans reëel is dat het de Europeanen zijn die de boot zullen missen.” Aan het woord is econoom Koen Schoors, docent aan de Universiteit Gent en Ruslandkenner. Volgens hem zouden de Europese staalbedrijven beter een partnership aangaan met Russische spelers. “De goedkope productie-eenheden liggen in Rusland en Brazilië. Onze staalproducenten onderschatten die mogelijkheden, ook al is Mittal in Brazilië aanwezig,” legt Schoors uit. “De huidige allianties met de Indiërs beogen marktdominantie om de prijzen te kunnen sturen. Men koopt marktaandeel, maar heeft te weinig aandacht voor een efficiënte kostenstructuur.”

Volgens Schoors hebben de Russen de keuze: ofwel proberen ze via overnames en fusies voet aan de grond te krijgen in de Europese Unie, ofwel gebruiken ze de Kremlinstrategie: “Poetin heeft gekozen voor het promoten van de nationale kampioenen. Denk aan Gazprom, denk aan de fusie in de aluminiumsector. Wat er ook gebeurt, we zullen afzien als de Russen de staalmarkt aanpakken. Als Rusland lid wordt van de Wereldhandelsorganisatie zal je ze niet kunnen afblokken met antidumpingrechten. En ze zullen in tegenstelling tot de Indiase spelers over staal van uitstekende kwaliteit beschikken. Nog twee jaar en ze staan op dat vlak op ons niveau. Dankzij hun gigantische winsten hebben de Russische staalproducenten de voorbije jaren enorm veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Maar ze zullen hun kwaliteitsvolle staal wel tegen een lage prijs kunnen verpatsen. Ze zouden wel eens als winnaar van de staalstrijd uit de bus kunnen komen.”

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content