Route open architectuur

De meeste grote verzekeraars geven nog altijd de voorkeur aan huisfondsen om levensverzekeringspremies te beleggen. Generali Belgium is daar een uitzondering op.

Dat belangrijke internationale vermogensbeheerders een sterke positie hebben op de Belgische markt, komt vooral doordat de Belgische private banken kiezen voor open architectuur. De grootbanken zijn veel terughoudender om hun distributienetwerk open te stellen voor fondsen van externe beheerders. Alleen ING hanteert een gecontroleerde open architectuur, die beperkt is tot vijf externe beheerders: NN Investment Partners, Axa Investment Managers, Franklin Templeton, BlackRock en Amundi. De andere Belgische grootbanken verkopen over het algemeen hun eigen producten aan hun netwerk.

Die realiteit zien we ook in de verzekeringssector, waar de meeste grote maatschappijen de voorkeur geven aan huisfondsen voor het beleggen van levensverzekeringspremies. Generali Belgium is daarin wel vernieuwend. Vorig jaar lanceerde het Route 23, om meer fondsen van externe beheerders te kunnen aanbieden aan cliënten die een tak23-contract afsluiten via een zelfstandige makelaar.

Route 23

Generali Belgium heeft een voortreffelijk 2015 achter de rug. Zo stegen de premie-inkomsten met ruim 12 procent, en dat terwijl de verzekeringsmarkt krimpt. Ter vergelijking: bij Ageas daalden de bruto geïnde levensverzekeringspremies op de Belgische markt vorig jaar met meer dan 5 procent. “We hebben geen eigen netwerk. Dat succes is te verklaren door de nauwe contacten die we onderhouden met zelfstandige makelaars en door de kwaliteit onze tak23-fondsen”, zegt chief distribution officer Tom Vanham. Generali Belgium focust volledig op tak23-producten. “We zetten niet langer in op tak21-contracten, temeer omdat de obligatierente nog jaren laag zal blijven.”

Route 23 biedt toegang tot zestien fondsen van tien externe beheerders. Negen ervan zijn flexibele gemengde fondsen van vermogensbeheerders als Ethenea, Carmignac Patrimoine, M&G Investments, Financière de l’Echiquier, Flossbach von Storch en DNCA Finance. Die producten hebben als belangrijkste doel het vermogen van de cliënten te beschermen en ze kunnen zich aanpassen aan de marktomstandigheden. Het gamma omvat ook enkele aandelenfondsen (Fidelity, Edmond de Rothschild Asset Management), obligatiefondsen (Generali Carmignac Global Bonds), vastgoedfondsen (Capfi Delen AM Real Estate Securities en Generali Flex Immo) en een monetair fonds (Generali Euro Liquidity). “We zijn van plan ons gamma deze zomer nog aan te vullen”, zegt Vanham.

De groep maakt een strenge selectie van de vermogensbeheerders die in de portefeuille worden opgenomen. Dat proces neemt twee à drie maanden in beslag en mikt op bekroonde fondsenhuizen van goede kwaliteit, zoals Flossbach von Storch, de recente winnaar van de Trends Fund Awards in de categorie flexibele fondsen. “Wij zetten ook in op producten die als tak23 niet beschikbaar zijn bij andere verzekeraars in België.” Het selectieproces verloopt veel sneller als de vermogensbeheerder relaties heeft met Generali in andere landen. Dat is het geval met DNCA Finance. “Generali is een van onze belangrijkste klanten in Frankrijk en Italië. We hadden al een relatie buiten België”, zegt Thomas Péan, die verantwoordelijk is voor de commerciële ontwikkeling van DNCA in België.

Eigen fondsen

Toch blijft Generali Belgium zijn eigen fondsen aanbieden, met een accent op de vastgoedsector. Nadat het meer dan 100 miljoen euro had opgehaald met de fondsen Care Invest I en II, die zijn gespecialiseerd in het rusthuizensegment, heeft de groep onlangs Generali Flex Immo gelanceerd. Met dat product kunnen beleggers flexibeler investeren in beursgenoteerd vastgoed.

Net zoals grote flexibele gemengde fondsen als Ethna Aktiv en Carmignac Patrimoine kan Generali Flex Immo terugplooien op kortlopende obligatieproducten als de volatiliteit op de markt te groot wordt. Dat is mogelijk tot 50 procent van het beheerde vermogen. Op 30 maart was de portefeuille voor 70 procent belegd in beursgenoteerd vastgoed, voor 10 procent in liquiditeiten en voor 20 procent in kortlopende obligatiebeleggingen. Met het product wil de verzekeraar de komende drie jaar 50 miljoen euro ophalen.

Europees vastgoed

De portefeuille belegt in Europees vastgoed, maar met een sterke Belgische verankering (meer dan een derde van de beheerde activa). Bij de belangrijkste posities in de portefeuille behoren Belgische gereglementeerde vastgoedvennootschappen als Befimmo, Cofinimmo, WDP en Real Estates. Daarnaast beleggen de beheerders op de Franse, Duitse en Nederlandse markt. 28 procent is belegd in kantoren, 13 procent in residentieel vastgoed, 42 procent in commercieel vastgoed, 10 procent in rusthuizen en 7 procent in opslagplaatsen.

Het beheer is in handen van twee filialen van de verzekeraar: Generali Investments, dat verantwoordelijk is voor de evenwichtige spreiding tussen de activaklassen, en Generali Real Estate. Die laatste afdeling beheert een vastgoedpatrimonium van ongeveer 2000 panden (vooral in België) met een totale waarde van 27 miljard euro – wat haar de zesde grootste vastgoedspeler ter wereld maakt. 75 à 80 procent van dat patrimonium zijn prestigieuze gebouwen, waaronder de helft van het San Marcoplein in Venetië, het nummer 100 op de Champs-Elysées in Parijs en een tiental gebouwen in Brussel.

“Onze rol in Generali Flex Immo is een kwalitatief advies geven over de lijnen van de portefeuille, en vooral over de spreiding van de portefeuille en de risicofactoren die de beheerder kunnen ontgaan”, zegt Olivier Terrenoire, het hoofd van EMEA bij Generali Real Estate.

Frédéric Dineur

Route 23 van Generali Belgium biedt toegang tot zestien fondsen van tien externe beheerders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content