RIZLA+

NAPOLEON.

De legende wil dat sigaretten ontstonden in de Napoleontische oorlogen. De rekruten rolden hun tabak in papier, omdat een pijp op het slagveld onhandig bleek. Het was ene Jean de la Croix, die in 1796 het uiterst dunne rijstpapier creëerde dat geschikt bleek voor sigarettenblaadjes. In de loop van de 19de eeuw kende het product, gefabriceerd in Poitiers (later in Angoulêmes), een enorme expansie. In 1860 werd het merk Rizla+, voluit riz Lacroix, gedeponeerd.

Voor de Belgische expansie trok de onderneming in 1946 de toen 35-jarige Fernand Painblanc aan. Tot dan was Painblanc, afkomstig uit een arbeidersfamilie uit La Louvière, actief als handelsreiziger. De stapelplaats in de Antwerpse Lamornièrestraat werd in 1949 door Painblanc (inmiddels licentiehouder) uitgebouwd tot een fabriekje, waar het rijstpapier werd gesneden, gegomd en verpakt.

In 1957 verhuisde Rizla naar de huidige vestiging in de Wilrijkse Sint-Bavostraat, van waaruit heel de Benelux werd bewerkt. Toen de familie Lacroix geteisterd werd door erfenisproblemen, kon Fernand Painblanc in 1972 de meerderheid nemen over de groep. In 1986 nam zoon Michel het bedrijf in handen, maar na zijn plotse overlijden in 1991 deed de hoogbejaarde Fernand Painblanc het bedrijf in 1994 van de hand aan een financieel consortium onder leiding van UBS. Op dat ogenblik verschoof het hoofdkwartier naar Breda.

Rizla had toen net een moeilijke periode achter de rug. “In de tweede helft van de jaren tachtig daalde het verbruik van roltabak enorm,” aldus Clement Claesen, de operationale manager van de drie Rizla-vestigingen. “Pas in 1992 steeg de omzet opnieuw. Dat hebben we te danken aan de overheid. Een pakje sigaretten bereikte in de meeste landen de psychologische grens van 100 frank, of beter gezegd : 5 gulden. In Nederland rolt 47 % van de consument zijn eigen sigaretten. Samen met de Britse is die markt goed voor de helft van onze omzet.”

Nederland is trouwens een geval apart. Op een bepaald ogenblik werd de markt overspoeld met Rizla-papier dat langer was dan de standaardmaat. “Dit product was afkomstig uit Afrika, waar men traditioneel langere zelfgerolde sigaretten rookt,” erkent Claesen. “Blijkbaar was dit papier ook in trek bij de cannabisgebruiker. Gelukkig blijft het een marginaal gebeuren, want zo’n imago kunnen we best missen.”

Om de markten af te schermen hanteert Rizla verschillende kleuren voor zijn verpakkingen. “We kunnen onmiddellijk ingrijpen als de parallelimport de spuigaten uitloopt,” aldus Claesen.

Claesen vreest overigens niet dat de nieuwe eigenaar ITG de productie zal verplaatsen. “Meer dan twee derde van de kostprijs van een pakje Rizla (15 frank in België) bestaat uit distributiekosten,” rekent hij. “Iets meer dan een kwart van de productiekosten zijn personeelslasten. Dat is marginaal, temeer omdat de in Wilrijk verankerde knowhow voor het productieproces cruciaal is. Hoge loonlasten zijn dus geen reden om te delokaliseren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content