Rijdt de ECB zichzelf klem?

De woorden die Mario Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), op 26 juli 2012 in Londen uitsprak, behoren nu al tot de categorie ‘historische uitspraken’ uit de economische geschiedenis. Draghi stelde toen te midden van weer maar eens een opstoot van de eurocrisis dat “within our mandate, the ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro. And believe me, it will be enough”. Als van de hand Gods geslagen, kalmeerden de markten haast ogenblikkelijk. Sedertdien staat de eurocrisis in sluimerstand. De morfinespuit van Mario werkte snel en krachtig.

Maar stilaan moet de daad nu echt bij het woord worden gevoegd. De morfine raakt uitgewerkt, en Mario Draghi en de ECB krijgen het wat benauwd.

Een monetaire unie kan niet zonder een stevige bankenunie. Dat is een van de, helaas niet zo talrijke, punten waarover in de eurozone een grote consensus bestaat. Voor een degelijk functionerende bankenunie zijn drie zaken nodig: een gemeenschappelijk toezicht (zeker op de grote, voor het systeem belangrijke bankinstellingen), een voor de hele eurozone geldende depositoverzekering en een Europees resolutiemechanisme. Dat laatste moet in actie komen als een bank in noodweer terechtkomt en het moet de autonome bevoegdheid krijgen om, bijvoorbeeld, te beslissen over de ontbinding van een bank.

De ECB kreeg de toezichtfunctie toebedeeld, en tracht daar nu de lijnen voor uit te zetten. Een van de heikele punten is de relatie met de nationale regulatoren. Die hebben de neiging de zijde van de nationale grootbanken te kiezen, veeleer dan voluit mee te werken met de ECB. Dat probleem lijkt vooral te bestaan bij de nationale regulatoren van grote landen, inclusief Duitsland.

Een ander element dat de ECB-top hoofdbrekens bezorgt, is de zogenaamde asset quality review (AQR). In een vorig leven noemden we dat een stresstest van de banken, maar sinds de European Banking Authority (EBA) tot twee keer toe zo’n stresstest tot een slapstickvertoning reduceerde, gooit men het semantisch over een andere boeg.

De AQR moet de ECB en andere verantwoordelijken inzicht geven in hoe het nu écht gesteld is met de Europese banken. Er heerst vrij algemeen een vermoeden dat in redelijk wat bankkasten nog redelijk wat lijken zitten, maar de spijkerharde bewijzen ontbreken. En dus blijft er die donkere wolk van onzekerheid over de stevigheid van het Europese bankwezen hangen. Die onzekerheid weegt ook zwaar op het perspectief van een stevig economisch herstel. In de ECB neemt de zenuwachtigheid toe over hoe de instelling met die AQR moet omgaan. Daarbij rijst vooral de vraag of de ECB ongezouten met de bevindingen van de AQR naar buiten moet komen, of een min of meer bijgespijkerd verhaal moet brengen.

Het spreekt voor zich dat de resultaten van de AQR daarbij centraal zullen staan. Als zou blijken dat de Europese grootbanken echt veel bijkomend kapitaal nodig hebben, dan is de kans reëel dat dat nieuws op zich opnieuw de vlam in de pan doet slaan op de markten. Zwakt de ECB het bankenverhaal wat af, dan dreigt ze haar geloofwaardigheid te verliezen als achteraf de ware toestand van bank X, Y en/of Z toch in de openbaarheid zou komen. Noem dit gerust een catch 22, die eigenlijk voortvloeit uit het gegeven dat het samenbrengen van de verantwoordelijkheid voor het monetaire beleid en voor het regulatoire toezicht op de banken in één instelling in het verleden zelden een goed idee is gebleken.

Mario Draghi ziet de bui al hangen. Op de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds zei hij publiekelijk dat de instrumenten voor een snelle herkapitalisering van de banken “operationeel moeten zijn vooraleer wij onze evaluaties kunnen afsluiten”. Kort en ietwat brutaal vertaald: uit de AQR zullen een paar onaangename situaties tevoorschijn komen en we moeten klaarstaan om de gevolgen op te vangen.

De ECB, zo lijkt het, wil het dus ‘zuiver’ spelen wat de resultaten van de AQR betreft. Het probleem voor Draghi en de ECB is evenwel dat de politici nog lang niet klaar zijn met de rest van hun huiswerk rond de bankenunie en alles wat daarbij hoort.

JOHAN VAN OVERTVELDT Hoofdredacteur

De morfine raakt stilaan uitgewerkt, en Mario Draghi en de ECB krijgen het wat benauwd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content