Richtlijn e-handel kan eind 2000 wet zijn

Vorige week werd een tweedehands Gulfstream-zakenvliegtuig voor 20 miljoen euro verkocht via internet. Het was de grootste aankoop via het net tot nog toe. De koper had via het internet alle kans gekregen om het toestel grondig te inspecteren. Hij had veel tijd en kosten bespaard en kon de zaak vanuit zijn bureau afhandelen.

In zijn beleidsverklaring wees Romano Prodi, voorzitter van de Europese Commissie, op het belang van de informatietechnologie voor de economische groei van Europa. Je hoefde maar naar de prestaties van de Amerikaanse economie te kijken om te weten wat je te doen stond. Commissaris ErrkkiLiikanen kreeg naast Ondernemingsbeleid, ook de verantwoordelijk voor de “Information Society”.

Katalysator.

De elektronische handel of E-commerce wordt de katalysator genoemd van de Europese groei en concurrentiekracht. “Het betekent een revolutie in de handelspraktijken, die bestaande waardepatronen in vraag stelt en die de traditionele manieren van productie en distributie grondig verandert”, schrijft de Commissie in een werkdocument. De handel via internet die betrekking heeft op particulieren mag dan al de best bekende of meest zichtbare zijn, de business-to-business-toepassingen zijn veel belangrijker. Er wordt verwezen naar Amerikaanse experts die deze transacties via het web zien groeien van 43 miljard dollar in 1998 tot 1.300 miljard in 2003.

De autoconstructeurs zouden dankzij hun e-netwerk met toeleveranciers 71 dollar per geproduceerde wagen hebben uitgespaard. Dell verkoopt zijn computers rechtsreeks via internet, maar op het ogenblik dat de klant zijn bestelling doorgeeft, weten ook de leveranciers wat ze voor dat specifieke toestel moeten aanleveren. Voorraadkosten worden tot de nulgrens herleid en leveranciers kunnen vraagontwikkelingen meteen opvolgen en in de productie bijsturen.

De business-to-business, die 85% van de elektronische handel voor haar rekening neemt, is de stuwende kracht in het veranderingsproces. Europa heeft, volgens de nota van het Directoraat Generaal III, Enterprise, in deze sector een minder grote achterstand op Amerika in te halen dan in de e-handel met particulieren.

Omdenken.

Nochtans wordt vaak aan dit laatste de meeste aandacht besteed. Ieder bedrijf(je) wil wel een website omdat het nu eenmaal hoort. Maar het blijft een actie in de rand en is geen gevolg van een grondig herdenken van de activiteiten, de relatie met de leveranciers, de marketing, de verkoop en de logistieke organisatie. Het is juist dat fundamentele omdenken dat de Commissie wil ondersteunen en begeleiden. Een deel van het werk kan in het bedrijf zelf gebeuren, maar vooral op het vlak van de sectoren en de beroepsgroeperingen moeten nieuwe regels uitgewerkt worden om succesvolle e-handel mogelijk te maken. Naar middeleeuws model zijn er poorters nodig, die de toegang tot bepaalde netwerken controleren en gilden die de interne spelregels vastleggen.

Het web mag dan al de sleutel tot de toekomst zijn, je kunt er ook als bedrijf gemakkelijk in verstrikt raken. Je moet zeker kunnen zijn dat wat je gevonden hebt, wel degelijk dat is wat je zocht en omdat de e-handel per definitie internationaal en afstandelijker is, heb je meer herkenningspunten en houvast nodig. ” Wat je ziet is niet wat het is“, moet vermeden worden.

Harmonisering.

De taak is enorm ook al omdat moet afgerekend worden met bestaande wetgeving en reglementering voor bepaalde sectoren in de verschillende lidstaten. Hoe zet je eene-markt voor geneesmiddelen op? Wat doe je met de vrije beroepen? Als advocaten via het internet hun diensten mogen aanbieden in één lidstaat, mag het dan ook in alle andere? Indien dee-handel een succes moet worden, dan kan men eigenlijk niet om een doorgedreven harmonisering van de juridische- en handelspraktijken heen.

De Commissie heeft een eerste aanzet gegeven tot reglementering met de richtlijn “over bepaalde juridische aspecten van de e-handel in de Interne Markt” (Referentie COM(1999)427). Die richtlijn zal meer dan waarschijnlijk tijdens de ministerraad op 7 december worden goedgekeurd. Eind 2000 zou ze al in nationale wetgeving kunnen omgezet zijn.

In de memorie van toelichting wordt herhaald dat de e-handel de economische groei, investeringen in innovatie door Europese bedrijven en de concurrentiekracht van de Europese industrie stimuleert, op voorwaarde dat iedereen toegang heeft tot het internet. Misschien moeten alle gemeenten in België het voorbeeld van Boortmeerbeek volgen en al hun bewoners internet aanbieden.

De Richtlijn wil de goede werking van de Interne Markt verzekeren en meer in het bijzonder “de vrije handel in diensten van Information Society tussen de lidstaten”. De bedoeling is de nationale bepalingen in verband met o.a. elektronische contracten, de verantwoordelijkheid van tussenpersonen, gedragsregels, regeling van geschillen buiten de rechtbank, rechtszaken en de samenwerking tussen de lidstaten meer te harmoniseren.

Vrije toegang.

De lidstaten mogen hun grenzen niet sluiten voor buitenlandse dienstverleners en iedereen heeft zonder voorafgaande toestemming het recht om gebruik te maken van de elektronische diensten. Wel kunnen ter bescherming van de consument de openbare gezondheid, de veiligheid, de minderjarigen of ter voorkoming van rassenhaat, beperkingen ingevoerd worden.

Voor alle commerciële activiteiten geldt dat hun commercieel karakter duidelijk moet zijn evenals de identiteit van de natuurlijke of rechtspersoon. Net als voor ongewenst drukwerk moet de gebruiker de mogelijk hebben om zich uit bepaalde bestanden, die hem (automatisch) berichten of voorstellen toezenden, te laten schrappen.

Gereglementeerde beroepen kunnen niet uitgesloten worden zolang ze de regels van onafhankelijkheid, waardigheid, beroepseer en beroepsgeheim respecteren.

De Commissie hecht veel belang aan het afsluiten van Europese gedragscodes per bedrijfstak of per beroepsgroepering en ze geeft ook aan de nationale overheden de belangrijke taak om enerzijds de e-handel te bevorderen en er tegelijkertijd op toe te zien dat bepalingen en verordeningen “Europees” blijven. De landen zullen een coördinator aanduiden, die samen met de collega’s uit de andere lidstaten, waakt over de bloei van de elektronische handel. Dat is nog iets voor een andere Willockx.

huib crauwels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content