Renault Mégane

Opsmuk voor een grootverkoper.

Wie verwacht dat de nieuwe Mégane er helemaal anders uitziet dan zijn voorganger, komt van een kale reis thuis. De vernieuwing blijft beperkt tot een paar retouches aan het radiatorrooster vooraan, en de lichtblokken. En ook die luchtspleten, die zich nu in het verlengde bevinden van de lichten. De bumpers zien er een beetje anders uit, en de achterlichten staan nu horizontaler. Ook nieuw zijn de wieldoppen en lichtmetalen velgen, met een motief dat we nog niet eerder zagen in dit gamma.

Ook in het interieur zijn het details die laten vermoeden dat het om een nieuwe versie gaat. Zoals het instrumentenbord, en wijzerplaten die een nieuw design meekregen. Voorts, ook gezien: nieuwe en sfeervolle kleuren voor de stoelen, en de tweede generatie van het navigatiesysteem, dat we al kennen van de Vel Satis en de Laguna. De Mégane kan nu ook worden uitgerust met een parkeerhulp. Bij de driedeurs is het voortaan makkelijker instappen voor de passagiers achteraan, want de stoelen vooraan glijden meteen weg als u de rugleuning vooruitduwt; daarna nemen ze meteen en automatisch opnieuw hun vorige positie in.

Renault voerde deze facelift uit op alle koetswerkversies, van drie- tot vijfdeurs, zowel de break als de berline, en ook de coupé-cabriolet. Inderdaad, alleen de Scénic ontbreekt in het rijtje, omdat die later nog zijn beurt krijgt.

Is er uiterlijk weinig veranderd, dan valt er wel wat te vertellen over de mechaniek. Vooral over de motoren. Zoals de komst van een nieuwe tweeliter turbodiesel die volgestouwd zit met de nieuwste technologieën. Common rail, natuurlijk, maar ook piëzo-elektrische injectoren. Goed voor 150 pk, wat niet minnetjes is. Op deze motor zit een nieuwe versnellingsbak met zes gangen gekoppeld.

En op de weg? Daar gedraagt deze Mégane 2.0 dCi zich als een echte GTi. Al in de lage toerentallen voel je verrassend veel trekkracht, en pas voorbij de 5000 toeren per minuut krijg je even de indruk dat de viercilinder buiten adem raakt. Komt daarbij dat zoveel vermogen en prestaties niet meteen worden doorgerekend aan de pomp: met een gemiddelde van 6 liter valt het verbruik zeer redelijk te noemen. En neen, deze soepele krachtbron is niet uitgerust met een deeltjesfilter. Met een CO2-uitstoot van 144 g/km beantwoordt hij perfect aan de huidige normen en heeft hij die filter dus niet nodig.

Ook de 1.6 dCi werd flink onder handen genomen. Hij is nu goed voor 130 pk, en heeft wel een deeltjesfilter van de nieuwste generatie. Eentje die geen onderhoud vergt. En om het helemaal moeilijk kiezen te maken, is er ook nog de 1.5 dCi in twee versies: 85 en 105 pk. Het benzinegamma bestaat nog altijd uit vijf motoren: 1.4 van 98pk, 1.6 van 115pk, 2.0 van 135pk, 2.0 turbo van 165pk en de tweeliter van 225pk voor de Mégane Renault Sport.

En voor de rest? Hetzelfde compromis tussen comfort en doeltreffendheid, dat we al kenden van de voorganger. Een precieze stuurinrichting en goede remmen. Kortom: niet al te veel veranderd. Hoeft ook niet, want de Mégane verkoopt als warme broodjes. En zal dat wellicht blijven doen.

DASHBOARD

MOTOR (TESTVERSIE): viercilinder diesel, 16 kleppen, turbo, rechtstreekse inspuiting common rail.

CILINDERINHOUD, VERMOGEN EN KOPPEL: 1995cc, 110kW (150 pk), 340 Nm bij 2000 omwentelingen per minuut (opm).

PRESTATIES: naar 100 km/u in 8,7s, topsnelheid 210 km/u.

VERBRUIK: 4,6l (autoweg) tot 6,9l (stadsverkeer).

CO2-UITSTOOT: 144 g/km.

PRIJS: de 1.4l benzine vanaf 15.570 euro, de 2.0 dCi vanaf 23.600 euro.

Interieur.

**

Krappe koffer.

_

Christophe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content