REGIONALE GROEI

Welke Europese stad of regio groeit de komende jaren het snelst? En wie geraakt er achterop in het eengemaakte Europa?

Volgens Ereco, een groepering van econometrische onderzoekscentra die de economische groei van 39 grote steden (zie grafiek) en meer dan 200 Europese regio’s tot het jaar 2003 heeft voorspeld, behoort Brussel in ieder geval tot die laatste categorie.

We zetten Ereco’s bevindingen even op een rijtje:

De meeste Europese steden zullen sneller groeien dan hun nationale economieën. Daar zijn enkele markante uitzonderingen op: Brussel bijvoorbeeld zal de belastbare basis de komende vier jaar zien verkleinen. Een ander voorbeeld is Keulen, omdat de economie van de stad sterk is gelinkt met Bonn en dus heeft te lijden onder de verhuis van het Duitse federale parlement van Bonn naar Berlijn. Düsseldorf en Marseille kampen dan weer met de naweeën van de industriële herstructurering. Ook Rotterdam groeit trager dan de Nederlandse economie. De oorzaak daarvan is de aanhoudende over-afhankelijkheid van de haven en de relatief zwakke ontwikkeling van financiële en de daarmee verbonden diensten. Manchester gaat dan weer gebukt onder het sterke pond, wat weegt op de plaatselijke industrie. De snelle verbetering van de transportinfrastructuur en de spectaculaire toename van callcenters stellen evenwel beterschap in het vooruitzicht.

Bij de winnaars vinden we onder meer Dublin terug. De stad dankt haar eerste plaats aan de groei van de Ierse economie en de expanderende financiële sector. Helsinki zal profiteren van de sterke groei in Finland en de deelname aan de Economische en Monetaire Unie (EMU), waardoor de aantrekkelijkheid voor buitenlandse investeerders toeneemt. Athene zal kunnen profiteren van de infrastructuurprojecten, die verbonden zijn aan de organisatie van de Olympische spelen in 2004. Ook de Spaanse steden zullen het goed doen en zullen grote investeringen aantrekken, voorspelt Ereco.

De grote stadsregio’s zijn nog volop hun industrieën aan het herstructureren, terwijl de nieuwe investeringen vooral naar regio’s vloeien waar nog voldoende ruimte voorhanden is. Dat zijn vaak ook die gebieden waar de loonkosten nog laag zijn. Een groot deel van de autoproductie bijvoorbeeld verschoof al naar landen in Centraal- en Oost-Europa die hengelen naar EU-lidmaatschap. De lonen bedragen er vaak maar één vijfde van het Duitse niveau. De gespecialiseerde productie van topwagens blijft wel geconcentreerd in de traditionele centra in West-Europa.

Regio’s in de periferie die ook relatief veel hooggeschoolden tellen, vormen attractieve locaties voor buitenlandse investeerders. Dublin trekt bijvoorbeeld veel softwarebedrijven uit de VS en elektronicaproducenten aan. Bijna een derde van de Amerikaanse investeringen in informatietechnologie (IT) in Europa gaat naar Ierland. Lage arbeids- en locatiekosten, gekoppeld aan heel wat menselijk kapitaal, verklaren de vele investeringen in machinebouw, elektronica en andere moderne industrieën in Barcelona, Cardiff en Edinburgh.

Het grootste gedeelte van de investeringen in hightech en moderne diensten gaat nog altijd naar grote stedelijke centra, die vooral profiteren van een goede infrastructuur: Parijs, Londen, Frankfurt, Lyon, Milaan. In tweede instantie volgen Marseille, Straatsburg, Berlijn, Stockholm en Amsterdam.

European Regional Prospects, Cambridge Econometrics.

Info: Tel. (00-44) 12.23.46.07.60.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content