Reddingsoperatie voor de federale kas

De lusten voor een ander, maar de lasten voor zichzelf. Dat is in een notendop het lastige parket waarin de federale overheid zichzelf gewerkt heeft na vijf staatshervormingen. Want de stijgende vergrijzingslasten vallen bijna integraal op de schouders van de federale overheid, terwijl de manoeuvreerruimte van de ontslagnemende ploeg van premier Yves Leterme uiterst beperkt lijkt. Van elke 100 euro belastinginkomsten die de federale regering int, moet ze ruim de helft doorstorten naar de deelstaten en de sociale zekerheid (zie tabel). De rest gaat op aan intrestlasten, ambtenarenpensioenen en basisfuncties van de overheid (zoals justitie, mobiliteit of defensie). Dat zijn uitgaven waar nauwelijks aan te tornen valt, of waar de jongste jaren al flink op bezuinigd is.

Iedereen heeft er baat bij om de federale regering van de financiële verdrinkingsdood te redden. De markten willen een solvabele federale overheid als borg voor het Belgische schuldpapier. Twijfel daarover kan de samenleving flink wat kosten in de vorm van stijgende rentevoeten. De zesde staatshervorming moet volgens het Planbureau daarom de federale regering een reddingsboei toewerpen. Het Planbureau legde in de ‘verzwegen’ studie 23-10 de vinger nog eens op deze wonde, maar het is oud nieuws dat de federale begroting aan het verzuipen is. “De federale overheid weet al lang dat ze in slechte papieren zou komen door de stijgende vergrijzingskosten en de technologische vooruitgang in de medische sector”, zegt Koen Algoed. “Ze heeft nagelaten de bonus van dalende intrestlasten opzij te zetten, met als resultaat dat we een decennium verloren hebben in de sanering van de overheidsfinanciën. De federale regering draagt daarom een zware verantwoordelijkheid. Het Planbureau vergeet te vermelden dat het verschil tussen inkomsten en primaire uitgaven van Entiteit I (de federale overheid en de sociale zekerheid, nvdr) in het eerste decennium naar nul werd gebracht, niet door de oplopende dotaties naar de deelstaten, maar hoofdzakelijk door de oplopende uitgaven in de sociale zekerheid. De broodnodige besparingen nu exporteren naar de deelstaten, is dan ook niet netjes.”

Het Planbureau becijferde dat om de federale begroting weer gezond te verklaren, de regering ofwel 36 procent van haar uitgaven moet schrappen, ofwel de inkomsten met 36 procent moet verhogen. Maar zelfs een combinatie van beide is een onmogelijke opgave. Er is dus steun nodig van alle beleidsfronten, in het bijzonder van de deelstaten. Het Planbureau doet enkele suggesties, die onvermijdelijk met een zesde staatshervorming verbonden zijn.

– De deelstaten kunnen helpen door een deel van het overheidstekort over te nemen, door bevoegdheden van de federale regering over te nemen zonder dat de daarmee gepaard gaande financiering integraal overkomt. Vlaanderen is daartoe bereid als de overdracht van bevoegdheden past in een schema van meer financiële verantwoordelijkheid en fiscale autonomie.

– De deelstaten kunnen ook helpen door een deel van de federale staatsschuld over te nemen. Het is ook logisch dat als de deelstaten meer fiscale autonomie krijgen, ze ook een deel van de staatsschuld overnemen. Vraag blijft wel volgens welke parameters schuld wordt verdeeld.

– De deelstaten kunnen ook helpen door een deel van de impliciete staatsschuld over te nemen. Dat is de schuld die zal ontstaan door de stijgende vergrijzingskosten waarvoor nog geen financiering is gevonden. Dat kan voor Vlaanderen door de pensioenen van de eigen ambtenaren te betalen, maar daarover is er nog geen akkoord met de Franstaligen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content