Recht op luiheid

Afgelopen maandag stelde Jan Smets, ondervoorzitter van de Hoge Raad voor Werkgelegenheid, het jaarverslag over de arbeidsmarkt in 2001 voor. Het rapport zoomde in op de niet-actieve bevolking. Zoals bekend heeft België op dat vlak zware problemen. De werkgelegenheidsgraad (percentage van de bevolking tussen 15 en 64 jaar dat werkt) ligt op 60,9%. In de hele Europese Unie is dat 63,1%. Op termijn moet België de Europese doelstelling van 70% bereiken. Uit het jaarverslag van de Hoge Raad blijkt nu dat we zelfs met de volledige mobilisering van de arbeidsreserve van 6,2% die 70% niet kunnen halen.

Bij de jongeren kan er weinig of niets gebeuren. Bij de 25- tot 44-jarigen is er geen probleem, met een activiteitsgraad van 90% bij de mannen en 74% bij de vrouwen. Een betere combinatie van werk en zorg zou wel nog wat aan dat laatste cijfer kunnen doen. Alle heil moet dus komen van de ouderen, zegt de Hoge Raad, en die is daarmee verre van de eerste instantie die dat doet.

Maar nog niemand heeft totnogtoe een concreet actieplan kunnen voorleggen. Het blijft altijd bij slogans: het beperken van vervroegde uittredingsregelingen, leeftijdsbewust personeelsbeleid, aanpassingen in het belasting- en uitkeringsstelsel voor ouderen. Allemaal hypercorrect, maar ook erg nietszeggend. En wie toch eens concreet durft te worden – en bijvoorbeeld het optrekken van de pensioenleeftijd voorstelt -, wordt meteen afgeblaft.

Waarschijnlijk had minister van Werkgelegenheid Laurette Onkelinx ( PS) gelijk – ja, soms geven we dat toe – toen ze een tijd geleden zei dat die 70% niet haalbaar is. Kurieren am Symptom kan hier geen soelaas brengen. Het wordt tijd voor een revolutie.

Er moet grondig nagedacht worden over een nieuwe ordening op de arbeidsmarkt. Er bestaat vandaag een te nauwe band tussen arbeid, sociale zekerheid en welvaart. Waarom willen zoveel mensen op rust gaan als ze 58 zijn? Omdat ze opgebrand zijn, kapot door het vaak moordende ritme dat in de bedrijven wordt aangehouden. En waarom zo’n ritme? Omdat de loonkosten zo hoog zijn dat elke minuut zo efficiënt mogelijk benut moet worden. Kijk om u heen, er zijn zoveel zaken die nog gedaan kunnen worden. Kleine jobs, grote jobs. Als de loonkosten maar voldoende zouden kunnen dalen. Dan kan ook het tempo in onze bedrijven naar beneden. Dan kunnen periodes van keihard werk afgewisseld worden met perioden van ontspanning. Dan kunnen carrièrejaren gevolgd worden door een sabbatjaar. Dan kan productie geruild worden voor een jaartje onderzoek. En in zo’n constellatie zullen velen wel willen én kunnen doorwerken tot hun 65. En zelfs later.

We moeten dit alles mogelijk maken, want het is ook de richting die onze samenleving uitgaat. We leven in een welvaartsmaatschappij, waarin de kwaliteit van het leven elk jaar belangrijker wordt. Vooral de combinatie van werk en gezin wordt een steeds belangrijker thema in het sociaal overleg.

Als meer welvaart buiten de arbeid het doel wordt van onze maatschappij, dan moeten we dat economisch haalbaar maken. Dat betekent de schuldafbouw voortzetten, een radicale hervorming van ons socialezekerheidsstelsel doorvoeren (wat ook een noodzaak zou kunnen blijken indien we verder de weg opgaan van een toegenomen migratie, zie blz. 46), pistes onderzoeken als het basisinkomen voor iedereen. En ja, als dat allemaal gebeurd is, moeten we die fetisj van een activiteitsgraad van 70% vergeten. En de welvaartsbarometer invoeren.

Guido Muelenaer [{ssquf}]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content