Raakt exportpromotie uit het slop?

Exporteurs hebben nooit hoog opgelopen met de opsplitsing van de vroegere Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel. Onzekerheid over de leiding van Export Vlaanderen versterkt dat gevoel nog. Maar het wordt beter, beloven Annemie Neyts en Jaak Gabriëls, de federale en de gewestelijke ministers die bevoegd zijn voor de Buitenlandse Handel.

Nog geen zes maanden na zijn benoeming blijkt de algemeen directeur van Export Vlaanderen niet te voldoen. Er wordt uitgekeken naar de vijfde topman sinds de opsplitsing van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH). Federaal minister Annemie Neyts(VLD), bevoegd voor de Belgische aspecten van de exportpromotie, onderdrukt binnenpretjes.

“Het is niet aan mij om commentaar te geven op wat er bij de Vlaamse exportdienst gebeurt. Niettemin bestaat er nog een hardnekkig misverstand over de modernisering van administraties,” lacht ze. “Ik zeg niet dat een manager uit de privé daar niet kan gedijen, maar hij moet beseffen dat er in overheidsdiensten zoiets bestaat als een eigen bedrijfscultuur. Een injectie van methodes uit de privé is meer dan welkom, maar administraties zijn dikwijls porseleinwinkels, en dan kun je tanks beter achterwege laten. Is het nu zo dwaas dat je een voogdijminister moet behandelen als uw hoofdaandeelhouder?” merkt ze op. Wie dat niet inziet, moet er volgens de minister niet aan beginnen. “De kersverse Waalse Manager de l’Année, Luc Willame van Glaverbel, moest zich ook plooien naar de prioriteiten van zijn Japanse hoofdaandeelhouder Asahi Glas.”

Accident de parcours

Vlaams minister van Economie Jaak Gabriëls ( VLD), bevoegd voor de buitenlandse handel, vindt dat het gewenste profiel van de nieuwe topman die Flanders Investment & Trade (FIT) moet gaan leiden nog scherper afgelijnd moet worden. In het FIT zullen Export Vlaanderen en de Dienst Investeren in Vlaanderen (DIV) samenvloeien. “Het nieuwe FIT-model, gekneed naar British Trade & Industry, is al stevig onderbouwd. We wisten dat er twee jaar nodig zijn om dat systeem vlot te doen draaien. Ook dat de algemeen directeur daarin een cruciale rol zou spelen, samen met zijn managementteam. Zonder dat managementcomité zal dat project blijven sputteren. Het bestaat uit een chief executive officer (CEO), een chief financial officer (CFO) omdat we willen dat de 45 miljoen euro die we in het FIT steken renderen, een verantwoordelijke voor human resources, een deskundige voor export en één voor investeringspromotie. Wat nu gebeurt, is een spijtig accident de parcours, maar we zetten door.”

Annemie Neyts onderstreept dat de promotie van onze bedrijven onverminderd is doorgegaan, ondanks de vele moeilijkheden bij het regionaliseren van de export. Ze herinnert eraan dat de opsplitsing van de BDBH er gekomen is op aandringen van het bedrijfsleven, meer bepaald van het VlaamsEconomisch Verbond ( VEV). “Dat was geen plagerij van politici, maar zo’n grootscheepse hervorming vergt tijd. Delcredere zit in een impasse wegens onenigheid tussen de coalitiepartners (zie blz. 46), maar de behandeling van exportdossiers heeft daar niet onder geleden,” aldus Neyts. “Positief is dat de gewesten en de federale diensten steeds beter op elkaar afgestemd zijn. De kinderziekten gaan eruit. Het onderlinge overleg loopt nu vrij vlot. Ik stel vast dat steeds meer bedrijven met handelsmissies meereizen, zeker onder leiding van prins Filip.” De minister maakt zich sterk dat het Agentschap voor Buitenlandse Handel, het coördinatieorgaan dat de BDBH moet vervangen, snel operationeel zal zijn.

Leeuw met Belgische vlag

Jaak Gabriëls is tevreden over de contacten met zijn Waalse collega’s op het vlak van exportpromotie, en verwacht dat het Agentschap voor Buitenlandse Handel probleemloos zijn rol zal spelen. De beide ministers onderstrepen dat zowel de Belgische diplomatie als de regionale handelsvertegenwoordigers in het buitenland op elkaar ingespeeld zijn. “Het is vooral een kwestie van professionalisme,” zegt Gabriëls. “Onze handelsvertegenwoordigers zijn tegenwoordig beter opgeleid, en als ze weten wat Brussel precies van hen verlangt en welk productengamma we te bieden hebben, krijgen we een geoliede machine. Bovendien eisen we meetbare resultaten. In het verleden werd er met Export Vlaanderen te veel geëxperimenteerd zonder een goed model voor ogen te hebben. Met het FIT, waarvoor we aan benchmarking met andere promotiediensten hebben gedaan, streven we naar een professionele aanpak. Maar gun ons de nodige tijd.”

Neyts en Gabriëls verwachten van handelsvertegenwoordigers dat ze teamspelers zijn die met collega’s informatie uitwisselen. “Ze moeten van hun eiland komen, hun netwerken delen en met de nodige fairplay bedrijven uit een ander gewest wegwijs maken. Vooral als het gaat om ondernemingen met een maatschappelijke zetel in het Brusselse en exploitatiezetels in de regio’s,” zegt Gabriëls. “Dat gebeurt trouwens al. En zelf heb ik er geen moeite mee dat de Belgische vlag tijdens besprekingen in het buitenland mee op de tafel staat.” Gewesten en het federale niveau versterken dus elkaar. Neyts: “Wanneer ik als federaal minister in het buitenland een goed woordje kan doen voor onze bedrijven, dan doe ik dat toch, zeker? Niemand zal ontkennen dat een federaal premier in het buitenland meer prestige heeft dan een gewestelijk minister.”

Bedrijfswereld stuurt mee

In de raad van bestuur van het Agentschap voor Buitenlandse Handel krijgen de gewesten en het bedrijfsleven een beslissende stem. Annemie Neyts beklemtoont dat de verantwoordelijkheid voor de werking bij de gewestelijke exportdiensten en bij het bedrijfsleven zal liggen, aangezien het Agentschap niet afhankelijk zal zijn van een federaal voogdijminister. Gabriëls wil het FIT laten bijstaan door een adviesraad, die samengesteld zal zijn uit topmensen uit bedrijven – “om losser te komen van de politiek”.

In februari opent Jaak Gabriëls in Gent het eerste Huis van de Vlaamse Economie, waarin onder meer alle diensten samen zullen zitten voor export, investeringen en economie ( GOM’s). In een tweede fase hoopt hij dat het bedrijfsleven daar via een consortium of krachtenbundeling actief in meedoet. Gabriëls: “Dergelijke organisaties kunnen dan vanuit de basis de stuwende kracht zijn achter het FIT.”

Erik Bruyland [{ssquf}]

www.trends.be vindt u meer informatie over het FIT, buitenlandse exportpromotiediensten en Copca, de Catalaanse exportdienst.

Op

“Ik heb geen moeite met een Belgische vlag in het buitenland, zolang de Vlaamse bedrijven daar beter van worden.”

(Jaak Gabriëls)

“De regionalisering van de buitenlandse handel is geen plagerij van politici, ze kwam er op vraag van het bedrijfsleven.”

(Annemie Neyts)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content