Psst, waar ga jij met die vuilzak heen?

Schoonmakers die bedrijfsgeheimen doorspelen, bankbedienden die miljoenen verduisteren, directeurs die onder één hoedje spelen met de concurrentie… Een knappe onderneming die zich voor dergelijke euvels kan behoeden. Neem de proef op de som en huur een detective. Een moderne Sherlock krijg je al voor 62 euro per uur. En : zo discreet als een koffiepot.

Bob Louvigny zegt het overigens zonder misprijzen. Hij zit al sinds 1974 in het vak en respecteert zijn klanten, ál zijn klanten. “Toch houden we vooral van fraudegevallen en ook van moraliteitsonderzoeken,” laat hij zich met een gulzig lachje ontglippen. Louvigny, tevens de voorzitter van de Nationale Beroepsunie van Privé-detectives van België, is een jonge vijftiger met peper- en zoutkleurig haar, een fijn brilletje, een onberispelijk hemd, een stevige handdruk en een duidelijke stem. En hij houdt van espresso’s. Kortom: niets te melden. En dat is een goede zaak voor een privé-detective. “De mensen kennen me. Ik ben al een paar keer op tv geweest. Maar ik kan u verzekeren: als ik u volg, zal u me niet opmerken.” Na 27 jaar op het terrein is dat geen blijk meer van arrogantie, wel van de rustige zekerheid van een ervaren rot.

Klandizie van advocaten

Bij BDRI is het net zoals in heel wat andere onderzoeksbureaus: het grootste deel van de opdrachten heeft te maken met de zakenwereld. Namaak, diefstal, verzekeringsfraude, controle op mensen in onderzoekslaboratoria, oneerlijke concurrentie, gesjoemel met de solvabiliteit enzovoort. “Alles bij elkaar wordt 75% van de gevallen aangebracht door advocaten. De rest komt voort uit rechtstreeks contact met de wereld van de financiën, de industrie en de banken,” vertelt de detective.

BDRI krijgt zeer uiteenlopende vragen binnen, zegt Louvigny, die samenwerkt met vijf collega’s en een resem medewerkers in Zwitserland, Nederland, Frankrijk, de Verenigde Staten en Engeland. Bijvoorbeeld het natrekken van een curriculum vitae. “Als de kandidaat zijn voorafgaand akkoord heeft gegeven, telefoneren we naar de vermelde scholen om een en ander na te trekken. We nemen contact op met de personeelsdienst van gewezen werkgevers. Ik stel vast dat men, vooral bij de banken, soms heel ontwijkend reageert wanneer gevraagd wordt naar de redenen van een vertrek.”

En dan is er ook nog het onderzoek ‘op het terrein’. Schaduwen dus. “Alles hangt af van wat de klant wil. Als ik een kraanman wil aanwerven, zou ik me ook zorgen maken wanneer die ‘s avonds laveloos thuiskomt aan het stuur van zijn wagen. Dat heet een moraliteitsonderzoek.” Daarnaast bestaat er ook een zogenaamd notoriteitsonderzoek. De methode bestaat erin de mensen op de meest natuurlijke wijze aan het praten te krijgen, zonder dat ze de indruk krijgen dat ze op de rooster worden gelegd.

Als ondernemingen een kandidatuur zó grondig willen uitspitten voor ze tot aanwerving overgaan, moet de openstaande betrekking allicht de moeite lonen. “Vergis u maar niet,” zegt Louvigny hoofdschuddend. “Dat is lang niet altijd zo. Het gevaar voor industriële spionage komt voor een onderneming niet noodzakelijk vanuit de hoek van de ingenieur, maar soms eerder van een schoonmaker. Ik herinner me dat we ooit eens een hooggekwalificeerd kandidaat hebben afgevoerd, die erop stond aangeworven te worden om de vuilbakken van de onderneming leeg te maken.”

Dat dergelijke gevallen voorkomen, wordt ons bevestigd door een industrieel uit de petrochemie: “We zijn op dat stuk een beetje paranoïde en houden iedereen in het oog die in de buurt van de fabriek rond de vuilbakken komt snuffelen.” De man deed tweeënhalf jaar geleden een beroep op een privé-detective. Hij wou namelijk weten bij wie een concurrent zich bevoorraadde. “De detective is een week lang op zoek geweest voor hij op de leverwagens stuitte. Hij heeft zelfs een leveringsbon kunnen bemachtigen,” getuigt de industrieel.

Detectives zijn zakenlui

Goffin & Associés in Ukkel is vooral gespecialiseerd in verzekeringen en banken: solvabiliteit, onderzoek voorafgaand aan een lening, geschillen, enzovoort. Vijftien jaar geleden werd het inlichtingenbureau opgericht door Arnauld Goffin. Tien jaar duurde het om een cliënteel op te bouwen. Ook hij doet ‘bidets’ en dat kan soms best pikant zijn, zoals dat geval van overspel op Bora-Bora. “Ik ben echter van oordeel dat ons vak de richting van de specialisatie uitgaat. En tegenwoordig zijn we meer zakenlui dan iets anders,” zegt Goffin. Van de tachtig dossiers die hij heeft lopen, gaan er zestig over het beheer van verzekeringen. Waarom doet een verzekeringsmaatschappij _ die toch over haar eigen inspecteurs beschikt _ een beroep op een privé-speurder? “Omdat die inspecteurs ook personeelsleden zijn en omdat niet kan worden gezegd dat ze altijd even gemotiveerd zijn. Sommigen maken van de jacht op fraude hun hobby. Maar anderen… In dat geval nemen de maatschappijen een extern bureau onder de arm. Die staan goed aangeschreven en zijn ook verplicht met resultaten voor de dag te komen,” vervolgt Goffin.

Soms worden hele ondernemingen onder de loep genomen. “Bij een overname bijvoorbeeld gaan we over tot een onderzoek naar de financiële gezondheid van de andere onderneming,” stipt Bob Louvigny aan. “In zulke gevallen werken we natuurlijk met revisoren, maar niet uitsluitend, want er zijn ook nog de kaderleden die misschien straks de partners worden van onze opdrachtgevers.” Weer een geval van notoriteitsonderzoek.

En het personeel? Louvigny bevestigt dat detectivebureaus niet zelden hun diensten aanbieden om het doen en laten van het personeel buiten de onderneming te controleren. Op een dag werd het BDRI gecontacteerd door een buitenlandse multinational, gespecialiseerd in hightechmateriaal, omdat die op onverklaarbare wijze marktaandeel verloor. “Het onderzoek wees uit dat het de topman was die contracten verkocht. De kerel werd op heterdaad betrapt in een hotel. Hij overhandigde daar aan een concurrent _ die ook in de zaak betrokken was _ een kopie van een prijsofferte van de onderneming.”

Negentig procent van de inlichtingen is makkelijk beschikbaar voor het publiek, zegt de detective. Het moeilijkste zijn de overblijvende tien procent, de zaken die de mensen verborgen willen houden, de minnaar, de bank in Luxemburg, de bergplaats van piraatcassettes en dies meer.

En dan is er nog de industriële contraspionage. “Dat is een groot woord,” zegt Arnauld Goffin. Voor zijn bureau is dat een marginale activiteit, maar niettemin zijn het fraaie opdrachten, die een aantal detectives ervaring opleveren in het van nabij observeren van personen, zeg maar het schaduwwerk. “Dat is het allermoeilijkste,” zegt Bob Louvigny. Van achtervolging met gierende banden is geen sprake, van revolverschoten evenmin. Het komt er gewoon op aan iemand in de stad of op de buiten te volgen zonder zelf te worden opgemerkt. “We werken altijd met meerdere mensen tegelijk. Je hebt mensen nodig die verschillende voertuigen kunnen besturen: auto’s, motoren, bestelwagens. Je moet snel kunnen communiceren over de radio en beschikken over een uitzonderlijk goed inschattingsvermogen. De situatie aanvoelen en de kerel op het juiste ogenblik voorbijsteken zonder hem uit het oog te verliezen…” Piraterij en namaak vereisen bovendien een erg speciale techniek: de penetratie in het criminele milieu.

“Als het misdrijf bestaat en het wordt door ons niet uitgelokt _ dat is wettelijk verboden _, dan mogen we alles doen. Maar het vergt wel tijd. Voor je goed en wel bent ingewerkt, zit je al een maand verder.” En de schuilplaatsen, gaat dat zoals in de films? Louvigny knikt. “Jaja, het is moeilijk en vervelend. Je mag vooral niet in slaap vallen en dat vergt ook speciale technieken.”

Goedkoper dan een loodgieter

“Voor een privé-detective zijn niet alle dagen rozengeur en maneschijn,” moppert een andere detective, die liever anoniem wil blijven. Ook hij is gespecialiseerd in commerciële dossiers. Vorige week nog lag hij 22 uur aan een stuk op de loer. “In een fractie van een seconde kan iemand de plek verlaten die je in de gaten houdt, een belangrijk element kan aan je aandacht ontsnappen. Je kan niet slapen, niet naar de radio luisteren, geen koffie gaan drinken, anders speel je misschien de resultaten van een hele dag kwijt. Kortom, het kost allemaal veel geld en de klant is niet altijd tevreden met het resultaat. Hij voelt zich bestolen. Idealiter kan je de ogenblikken waarop surveillance nodig is nauwkeurig bepalen.”

Het doorsneecliënteel van een detectivebureau bestaat uit de Amerikaanse bonzen in de audiovisuele sector (vervalsing), de verzekeringsmaatschappijen (fraude), de grootdistributie (diefstallen), de banken (intern onderzoek). Namen? Vertrouwelijk.

Behalve als de klanten zelf erover spreken in de pers. Dat was onder meer het geval met de couturier Degand aan de Louizalaan, die nooit een geheim heeft gemaakt van die ene keer dat hij een beroep deed op privé-detectives in 1999 voor een belangrijke diefstal van kledingstukken uit zijn winkel. De buit bedroeg ettelijke miljoenen franken. Na een maand onderzoek slaagde BDRI erin een netwerk van parallelverkoop aan te wijzen, dat diefstallen uitvoerde op bestelling. Waarom werd die zaak toevertrouwd aan een detectivebureau? Louvigny: “Omdat ik een vastberaden iemand ben. Ik wil het wie, wat, hoe en waarom weten. Ik kan niet anders dan mezelf feliciteren met het geleverde werk: snel en doeltreffend.” Sindsdien heeft Pierre Degand nooit meer de hulp van privé-detectives hoeven in te roepen.

Als de zaak is afgerond, valt het doek voor de detective. In de eerste plaats omdat het dan zijn zaken niet meer zijn. Justitie is er om het dossier over te nemen. Justitie of een geschikte regeling. Zo was er een oplichter die erin slaagde een bank de kokette som van 2,5 miljoen euro (100 miljoen frank) af te snoepen. Bob Louvigny: “Hij was gedomicilieerd in Ukkel. We hadden al vlug door dat hij niet op dat adres woonde, maar zijn post werd wel opgehaald. Foto’s, schaduwen…” Routine dus. Uiteindelijk leidden de man en zijn dure auto hen naar een kasteel in Vlaams-Brabant. Hij was erbij. Maar de bank gaf er de voorkeur aan om te onderhandelen om zo nog een deel van de buit te kunnen recupereren.

Nu we het toch over geld hebben: Bob Louvigny en zijn collega’s vragen 62 euro (2500 frank) per uur, kilometervergoeding niet inbegrepen. “Dat is goedkoper dan een loodgieter,” beklemtoont hij. Bij Goffin & Associés wordt hetzelfde tarief gehanteerd, met een aantal varianten voor nachtwerk (74 euro, 3000 frank) en opdrachten tijdens het weekend (124 euro, 5000 frank). “De klant weet dat het zo is. Ik onderhandel nooit over de prijs,” stipt Arnauld Goffin aan.

De blik van Bob Louvigny wordt wat wazig als hij zegt: “Ik had nu multimiljonair kunnen zijn met al die delicate informatie die ik ooit heb moeten opdelven. Maar ja, ik wil me ‘s morgens nog durven aankijken in de spiegel.”

Pascale Serret

“Het gevaar voor industriële spionage komt voor een onderneming niet noodzakelijk uit de hoek van de ingenieur, maar soms eerder van een schoonmaker.” [Bob Louvigny, BRDI]

“Je kan niet slapen, niet naar de radio luisteren, geen koffie gaan drinken, anders speel je misschien de resultaten van een hele dag kwijt.” [Anonieme detective]

“Ik had nu multimiljonair kunnen zijn met al die delicate informatie die ik ooit heb moeten opdelven.” [Bob Louvigny, BRDI]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content