Progressief conservatisme

Op 6 april begint de zeventigste Masters. En het toernooi gaat mee met zijn tijd.

Ook op Augusta National veranderen de tijden. Het toptoernooi, dat bekendstaat als een conservatief bastion, krijgt stilaan de gewoonte om ingrijpende wijzigingen door te voeren. Zo werd het terrein vier jaar geleden verlengd met ongeveer 300 meter. En nu komt daar nog eens half zoveel bij. Het terrein, waarop intelligentie belangrijker was dan kracht, heeft in relatief korte tijd dus een gedaanteverwisseling ondergaan.

Volgens sommigen zijn ze in Augusta zelfs te ver gegaan. Zo bidden de korte spelers om droog weer, zodat hun verre slagen blijven rollen. Anders zijn ze gewoon kansloos, tenzij ze dat weekend op een bovenaardse manier gaan putten. Maar in Augusta zijn ze overtuigd van hun gelijk. Daar blijven ze zich inspannen om de beste spelers te bevoordelen. De verantwoordelijken van de club zijn er ook van overtuigd dat Augusta de technologische revolutie van de golfsport perfect heeft doorstaan. In tegenstelling tot andere terreinen heeft het nieuwe materieel er inderdaad niet voor gezorgd dat het parcours vandaag te makkelijk is. “Ons terrein zal zich altijd aan de tijd blijven aanpassen,” zei voorzitter Hootie Johnson.

Er is natuurlijk een rode draad: op Augusta moet je altijd kracht genoeg hebben om lang te spelen, en moet je de bal ook heel hoog kunnen slaan met topspin, zodat hij stilvalt op de green. De bomen en roughs zijn niet meteen een probleem, maar de fairways zijn behoorlijk smal en de greens duivels moeilijk. Kortom: de Masters is iets voor atleten, voor heel complete golfers. Daarmee respecteert het clubbestuur de geest van de man die het terrein in 1934 ontwierp, de legendarische kampioen Bobby Jones. En zo zijn ze in Augusta ook altijd blijven denken. Vijfentwintig jaar geleden al vervingen ze de grasmat, en in 1999 maakten ze de holes langer en de fairways smaller. Op die manier konden de greens vanuit minder hoeken worden benaderd, en verkleinde het aantal hindernissen.

Natuurlijk is het in dit soort vingeroefeningen altijd moeilijk om de gulden middenweg te vinden. Onlangs maakten de spelers heel terecht hun beklag over de moeilijkheidsgraad van het terrein in Carnoustie (British Open 1999), Shinnecock Hills (US Open 2004) en Saint Andrews (British Open 2005). Whistling Straits was dan weer te makkelijk geworden voor het US PGA Championship 2004.

Enerzijds is Augusta erin geslaagd om het terrein mee te laten evolueren met de technologie. Anderzijds vinden diegenen die het terrein een kwarteeuw geleden al kenden, dat het behoorlijk wat aan charme heeft ingeleverd. Golfer Tom Weiskopf stelde het zelfs zo: “Ze hebben het terrein toegetakeld zoals ze in de dissectieles met een vogel doen.”

John Baete

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content