PRODUCTIE ALS FILOSOFIE

Het productieapparaat bij Van De Wiele in Marke spreekt tot de verbeelding. De voorraadkasten bevinden zich in metershoge constructies. Daarin schieten liften heen en weer – elektronisch gestuurd – om alle nodige onderdelen te verzamelen voor de textielmachines die verderop in elkaar worden gestoken. Per machine slechts één, of een paar, werknemers. Het digitale brein van de fabriek stuurt hun een gigagereedschapskist, die ze slechts uit de voorraadwand hoeven te trekken om aan ‘hun’ machine te kunnen voortbouwen. Alle onderdelen worden geleverd in precieze aantallen, in handige verpakkingen, om constructiefouten zo veel mogelijk uit te sluiten. Het grovere constructiewerk vertrouwt Van De Wiele dan weer toe aan robotten, die volautomatisch overschakelen van de ene naar de andere bewerking.

CEO Charles Beauduin heeft er dus duidelijk iets op gevonden om competitief te blijven in een land als België, waar de loonkosten in vergelijking met onze buren hoog zijn. Maar Van De Wiele blijft bescheiden. “Het gaat hier niet over ons, maar over alle machinebouwers in Vlaanderen”, benadrukt de CEO. “Als ons land – en Europa – van tel wil blijven in de globale economie, is het primordiaal dat er hier een sterke en innovatieve productieactiviteit aanwezig blijft. Anders wordt langzaam maar zeker de volledige waardeketen uitgehold.” Charles Beauduin verwijst naar de Vlaamse textielindustrie, en bij uitbreiding naar de Belgische modeontwerpers. Die hebben even goed belang bij state-of-the-artweefgetouwen uit eigen land.

Wilson De Pril van Agoria draait het verhaal om: “Bedrijven als Van De Wiele bewijzen dat het mogelijk is, en ook wenselijk, om onze productieactiviteiten te koesteren. We hopen dat die aanpak zich nu als een lopend vuurtje verspreidt.”

Of dat spontaan zal gebeuren? Voor een deel wel, gelooft Charles Beauduin. “Onze manier van produceren is als een filosofie. Niet alleen onze zusterbedrijven kijken ernaar op en leren ervan, maar ook onze klanten. Daarnaast doen we ons best om samenwerkingsverbanden met andere machinebouwers op te zetten, maar op eigen kracht is het moeilijk om ze ook vol te houden. Vergelijk het met vriendschappen die verwateren.”

Vandaar dat een allesomvattend industrieel overheidsbeleid zo belangrijk is, vinden Beauduin en De Pril. Beide heren benadrukken dat ze niet met uitgestoken handen zitten te wachten op overheidssubsidies, maar eerder op een visionaire en motiverende aanpak. “In onze Duitse vestiging krijgen we elk jaar bezoek van ambtenaren uit alle mogelijke overheidsniveaus, om te vragen wat onze concrete verwachtingen zijn in Duitsland”, vertelt Charles Beauduin. “In België heb ik dat nog nooit meegemaakt. Integendeel, hier moeten we liefst vier jaar wachten op de nodige vergunningen om onze productiehal te kunnen uitbreiden. Niemand wordt daar toch beter van?”

FACTORY OF THE FUTURE

Volgens Agoria zullen productiebedrijven in Vlaanderen zich moeten omvormen tot Factories of the Future, als ze willen overleven in de toekomst. Hoe? Door hun productieapparaat te transformeren. Enkel zo kunnen ze een plek verdienen op de steeds sneller voorthollende wereldmarkt. Het actieplan van Agoria beoogt om binnen een termijn van vijf jaar 50 bedrijven te begeleiden en te ondersteunen om het noodzakelijke transformatieproces uit te voeren, net als enkele eerste veranderingstrajecten bij 500 kleinere ondernemingen. Agoria schat dat die hernieuwde aanpak een omzetstijging van 3,7 miljard euro kan opleveren bij de betrokken bedrijven, wat overeenkomt met 15.000 extra jobs.

ID VAN DE WIELE

2300 werknemers, waarvan 900 in Vlaanderen

Tien fabrieken in zes landen Vervaardiging van machines en accessoires voor de productie van textiel

Gesticht in 1880

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content