Probeer niet volmaakt te zijn

Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

In het beste geval behalen perfectionistische werknemers uitmuntende resultaten, maar de kans is groter dat ze ten onder gaan aan stress of inefficiëntie. De Duitse Financial Times-journaliste Simone Janson schreef er een boek over.

Peter de vereenvoudiger

Peter werkt op de marketingafdeling en wordt kregelig als hij aan de chaoten van productontwikkeling denkt. Hoe kan hij een goede campagne bedenken als hij niet genoeg informatie krijgt over de nieuwe producten? Idioten zijn het. Peter verliest zijn motivatie, sluit zich af en begint fouten te maken. Wanneer een collega hem uitlegt dat de productontwikkelaars werden geplaagd door technische mankementen, vindt Peter dat zijn collega partij kiest tegen hem.

Oplossing. Perfectionisten zijn de meesters van het zwart-witdenken. Ze zien alleen de zaken die hun overtuiging staven en negeren andere informatie. Dat er tientallen redenen kunnen zijn waarom Peter minder informatie krijgt, dringt niet tot hem door. Zelfs als hij zijn zwart-witwerkinstelling maar een klein beetje verandert, krijgt hij meteen een andere kijk op de feiten. “Maak een schaalverdeling. Aan de linkerkant schrijf je nul procent, wat gelijkstaat aan een totale mislukking”, schrijft Simone Janson. “Aan de rechterkant schrijf je 100 %, wat duidt op een totaal succes. In het midden schrijf je 50 %. Maak een exacte definitie voor deze punten: wat betekent een volledige mislukking? Wat betekent totaal succes voor jou? En waar ligt voor jou het midden? Bepaal nog meer punten: hoe meer grijstinten, hoe beter.”

Irene moet downshiften

Irene komt doorgaans om tien uur ‘s avonds thuis van het werk, eet gauw iets en gaat na een uur al slapen. Vandaag is ze tot middernacht bezig met de verkooppresentatie van morgen. “De presentatie moet onberispelijk zijn”, had haar baas gezegd. Als ze ook maar de geringste fout maakt, zal haar chef dat afstraffen, vreest ze. Voor de twintigste keer herwerkt ze haar slides. Al jarenlang werkt ze keihard, maar ze wordt er niet voor beloond. Haar collega Je-roen, die minder uren klopt en volgens haar minder goed werk aflevert, werd gepromoveerd. Zij had die baan gewild.

Oplossing. Irenes chef zag het doorzettingsvermogen en de toewijding van Irene wel, maar wat hem vooral opviel was dat ze gedreven werd door de angst om fouten te maken. Hij koos daarom voor Jeroen. Irene moet downshiften: de lat een beetje lager leggen.

Bepaal zelf wanneer uw werk goed is, in plaats van u door angst te laten leiden, raadt Simone Janson aan. Maar hoe verkoopt u dat aan uw baas? Stap niet naar hem toe met de binnenkomer “Ik wil minder werken”, maar vertrek van voorbeelden zoals “Vorige week zat ik tot tien uur op kantoor om nota x af te werken”. Vat kritiek niet persoonlijk op en probeer erachter te komen wat uw manager wil. Het is zeker niet zijn bedoeling dat u elke avond tot tien uur op kantoor zit.

Mark de thinkaholic

Mark wil zich tot in de details voorbereiden op het nakende gesprek met zijn leidinggevende. Hij piekert zich suf, want hij is een think-aholic: door te veel na te denken draait hij met zijn gedachten in een kringetje, waardoor hij niet meer in staat is om te handelen. De dagen voor het gesprek komt Mark nauwelijks tot efficiënt werken en wanneer hij in de kantine een gerucht hoort over herstructureringen, vreest hij dat zijn baan op het spel staat. “Als je niet tevreden was over mijn werk, spijt me dat”, zegt Mark om het gesprek met zijn baas te openen. “Tja, ik wilde eigenlijk met je praten over nieuwe taken, maar als je denkt dat je je werk niet goed hebt gedaan, moeten we het daar misschien eerst over hebben”, onderbreekt zijn baas hem argwanend.

Oplossing. Mark hoort bij de mensen die uitgaan van een worstcasescenario. Door dat pessimisme zijn ze op elke situatie voorbereid, want in de realiteit pakt het misschien beter uit. Een verkeerde redenering, vindt Simone Janson: door pessimistisch te denken, richt u zich meer op negatieve zaken omdat ze uw overtuiging ondersteunen. Wie echt doordrongen is van pessimisme, moet een tijdlang elke dag alle positieve dingen opschrijven die plaatsvinden. Zodra u negatief begint te denken, leest u dat lijstje. Mark moet zijn negatieve gedachte ‘decatastroferen’ door zijn uitgangspositie op te schrijven (“Ik moet mijn biezen pakken”), daarna zijn basisangsten onder woorden te brengen (“Waarom denk ik ontslagen te worden? Ik heb misschien enkele fouten ge-maakt, maar zijn die een ontslag waard”?) om tot het resultaat te komen (“De baas wil me spreken. Ik weet niet waarom en dat maakt me onrustig”).

Paul de onfeilbare

Paul wil de software voor de nieuwe klant zelf leveren en installeren om te laten zien dat het werkt. Hij werkt dag en nacht om nog snel een handboek voor de software te schrijven en een paar zaken te checken. De laatste kleine foutjes krijgt hij niet uit het programma en de stress neemt toe. Daardoor slaat hij bij de installatie een flater en crasht het computersysteem van de klant. De klant annuleert de opdracht. In het handboek is niemand geïnteresseerd.

Oplossing. Voor een perfectionist toont een fout aan dat hij niet zo perfect is als hij dacht. Dat maakt hem onzeker en versterkt de neiging om alles onder controle te krijgen. Paul kan een foutentabel maken. In de linkerkolom schrijft hij de fout (“Ik heb het systeem van de klant laten crashen”), in het midden wat hij daarbij dacht of voelde (“Ik deed zo mijn best dat ik totaal overwerkt was”) en rechts wat hij beter kan doen (“Volgende keer concentreer ik me minder op de details, zodat ik minder gestrest ben”).

De namen van de personages zijn fictief.

Benny Debruyne

Bepaal zelf wanneer uw werk goed is in plaats van u door angst te laten leiden

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content