Privéconsultants helpen rechercheurs: de privatisering van Justitie?

Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS) wil de financiële parketten versterken met privéconsultants, die werken tegen commerciële tarieven. De minister reageert daarmee op het verstrijken van de ‘redelijke termijn’ in het dossier-Didier Pineau-Valencienne, waarbij de zakenman wel schuldig werd verklaard, maar geen straf kreeg.

De minister verwees naar de zaak-LHSP, waarbij Henri Heimans (raadsheer hof van beroep Gent) als onderzoeker samenwerkte met een team particulieren, onder meer van Ernst & Young. Met hen werd een speciaal tarief afgesproken (hoger dan wat gerechtsdeskundigen normaal krijgen, zo’n 60 euro per uur).

Henri Heimans waarschuwt: “Dit mag niet leiden tot de privatisering van Justitie. Nu al moeten we in de zaak-LHSP rekening houden met eventuele problemen die de inschakeling van de Big Four teweegbrengt. Ik verwacht bijvoorbeeld dat iemand wel zal oproepen dat een grote concurrent ( nvdr – KPMG) betrokken is in het onderzoek. Om te vermijden dat we onszelf klem rijden, hebben we alle informatie verwerkt met de klassieke politionele technieken. Wat als bijvoorbeeld tijdens zo’n onderzoek blijkt dat de onderneming van de experts ook betrokken is in de fraude? Dat is genoeg om een dossier te hypothekeren.”

Toch krijgt de minister ook steun, meer bepaald van Bart De Bie. Hij kent beide werelden, want de gewezen rijkswachtofficier (voor financiële dossiers) was een tijd directeur van Ernst & Young Forensic Services. Vandaag leidt hij i-Force, een forensisch accountantskantoor. “Het probleem bij de behandeling van complexe fraudedossiers is de individuele benadering,” getuigt hij. “Zo’n onderzoeker moet zich from scratch in allerlei technische domeinen inwerken. Daarom kan een geïntegreerd onderzoeksteam van allerhande specialisten in boekhouding, financiën en IT, die zo’n externe consultant meestal in huis heeft, sneller en efficiënt werken. Toen ik voor E&Y werkte, heb ik de idee van de multidisciplinaire fraudebestrijding geopperd, maar dat veegde Justitie toen van tafel.”

De Bie argumenteert dat in complexe zaken met een zekere omvang en veel schadelijders, de integratie tussen gerecht en externe specialisten aangewezen is. Raadsheer Heimans was maar wat tevreden dat dit kon gebeuren in het LHSP-onderzoek, dat hij binnen enkele weken afrondt. Toch pleit hij: “Idealiter zou een goed opgeleide politiemacht zo’n dossier moeten aankunnen. In dat geval kan men een meer proactief beleid voeren, ondersteund door modern management.”

De Bie denkt echter dat een politieofficier nooit volledig op de hoogte kan zijn van de meest recente fiscale en financiële constructies die een grootschalige fraude dragen. “Fraude evolueert snel. Bij het Britse Serious Fraud Office werken topaccountants, -juristen, -informatici en -onderzoekers. Zolang de politie zo’n apparaat niet in huis heeft, zal zij een beroep moeten doen op externe experts.”

Volgens Heimans is de onderzoeksrechter als hoofdverantwoordelijke van onderzoek het meest aangewezen om de ‘redelijke termijn’ niet te laten verstrijken. Sinds de afschaffing van de gerechtelijke politie is dat volgens hem niet altijd evident, omdat de onderzoeksrechter de recherche minder stuurt. “Een politioneel onderzoek dreigt zonder een sterke onderzoeksrechter een eigen leven te leiden,” weet hij. “Een onderzoeksrechter moet de belangrijke zaken kunnen afscheiden en verder laten behandelen, zoals we dat ook bij LHSP deden.”

H.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content