PRIVÉ VINDT OVERHEID

De bouw van het Gentse voetbalstadion heeft een lange voorgeschiedenis. Een belangrijke bocht werd genomen in 2004, toen het Gentse stadsbestuur besliste zijn inbreng niet te beperken tot de grond, maar ook bij te dragen aan de realisatie. Vervolgens werd met de vermogensbeheerder Optima een constructie uitgewerkt voor de financiering. Het bouwbedrijf Ghelamco nam de rol van Optima uiteindelijk over.

Er werd zowat 100 miljoen euro geïnvesteerd, waarvan zowat de helft in het stadion zelf. De commerciële activiteiten – de buitenparkings en het bedrijven- en het retailcentrum – worden uitgebaat door Ghelamco-dochter Ring Investments.

De bouwheer van het stadion is de cvba Artevelde-Stadion, die voor 57 procent in handen van Ghelamco is en voor 43 procent in handen van de nv Buffalo, het investeringsvehikel van de stad Gent. Door de bouw werd het Artevelde-Stadion opgezadeld met een schuldenberg van ruim 27 miljoen euro. Die werd eind november weggewerkt door een kapitaalverhoging, die de schulden omzette in kapitaal. Daardoor wordt de nv Buffalo voor 79 procent eigenaar van het Artevelde-Stadion. Het saldo blijft bij de aannemer Ghelamco (11 %), de club (ruim 6 %, via KAA Gent vzw en Horeca Foot) en de intercommunale TMVW (3 %).

AA Gent betaalt alles samen ongeveer 2,5 miljoen euro per jaar. Een deel daarvan is de naakte huur: een betalend recht van opstal – de eerste drie jaar 400.000 euro, dan 22 jaar 850.000 euro en vervolgens nog 25 jaar 400.000 euro (geïndexeerd op basis van 2013) – en de huur van de grond (44.150 euro per jaar). Daarbovenop komen 400.000 euro voor de huur van de parkings en de rondgang in het stadion, en nog eens 250.000 voor 1000 parkeerplaatsen bij bedrijven in de omgeving. Verder verwacht de club ongeveer 500.000 euro per jaar aan kosten voor het onderhoud en de cleaning. Ten slotte telt ze in haar berekeningen de afschrijvingen mee voor de 8 miljoen euro aan investeringen die de club deed voor de inrichting van de restaurants, extra veiligheidsmaatregelen en diverse ruimtes die casco werden opgeleverd.

De Witte en Louwagie werden zaakvoerders en minderheidsaandeelhouders van Horeca Foot, de vennootschap die het stadion uitbaat. Dat gebeurde op verzoek van de stad. “De stad vond dat de club te fragiel was”, legt De Witte uit. “Dus eiste ze dat wij ons persoonlijk nat zouden maken. Persoonlijk voordeel hebben we daar niet uit, en wat mij betreft mogen die aandelen worden toebedeeld aan het mandaat.” Louwagie: “Vergeet ook niet dat Horeca Foot nog altijd een gecumuleerd verlies torst. Als het echt was misgelopen, waren wij wel verantwoordelijk geweest.”