‘Politici en bedrijfsleiders kunnen veel van ons leren’

De voorbije decennia gaf in ons land het ene na het andere circus er de brui aan. Ook het voortbestaan van het Wiener Circus hing lange tijd aan een zijden draadje, maar onder leiding van Ricky Cannone is het bedrijf een nieuwe koers gaan varen. Dit jaar mag de organisatie vijftig kaarsjes uitblazen. “Circusmensen worden zwaar onderschat”, zegt Cannone.

Wat een circus!” Het is een uitroep die we vaak horen als politici zich in het parlement van hun minder fraaie kant laten zien. Ricky Cannone, de directeur van het jubilerende Wiener Circus, betreurt die negatieve connotatie, want in zijn organisatie is er geen tijd voor bekvechten of eindeloze discussies. Integendeel, zijn circus is een goed geoliede machine waarin elk radertje van het 25-koppige, heterogene gezelschap zogoed als onmisbaar is. “Na de laatste voorstelling slagen we er bijvoorbeeld in de tent in nauwelijks anderhalf uur af te breken en op de vrachtwagens te laden. Dat is alleen mogelijk dankzij een doorgedreven organisatie en een vlotte, onderlinge samenwerking. Zo heeft elk onderdeel van de tent een vast plekje op een van de vrachtwagens, soms tot op de centimeter. De opbouw en de afbraak illustreren dat ons circus een uitgesproken voorbeeld van teamwork is, waarbij iedereen zijn taak kent. Terwijl de mannen de tent afbreken, ontfermen de vrouwen zich over de rekwisieten en de stoelen. De goochelaar, de dierentemmer, de danseres, de clown en de directeur werken schouder aan schouder om telkens weer dat huzarenstukje te realiseren. Op dat gebied kunnen de politiek en ook de bedrijfswereld nog veel van ons leren. Circusmensen worden zwaar onderschat”, stelt Ricky Cannone.

Opvallende revival

Vroeger kreeg elke stad of dorp minstens een paar keer per jaar een circus op bezoek. Het waren hoogdagen voor de lokale bevolking die met open mond naar acrobaten, exotische dieren en clowns met veel te grote schoenen keek. Door de jaren heen zagen de rondtrekkende circussen echter de publieke opkomst almaar verder afkalven. Het ene na het andere circus gooide de handdoek in de ring.

In november vorig jaar verklaarde de rechtbank het bekende Circus Rose-Marie Malter nog failliet, waardoor het aantal Vlaamse, traditionele familiecircussen inmiddels op de vingers van twee handen te tellen valt. Circus Barones, Circus Bavaria, Circus Charles Pauwels, Circus Pipo, Circus Samuel Pauwels en Magic Circus zijn de belangrijkste overlevers. Het Wiener Circus — historisch verwant met de familie Rose-Marie Malter — is nu het oudste rondreizende circus van het land. Maar ook de weg van dit circus dat Gent als uitvalsbasis heeft, liep niet altijd over rozen (zie kader De mijlpalen van 50 jaar Wiener Circus).

De aanzwellende controverse over wilde dieren in het circus gaf veel circussen de genadeslag. Eind 2013 nam het federale parlement een wet aan die wilde dieren in het circus verbood. Verscheidene circussen gingen nog in het verzet, maar eerder dit jaar verwierp het Grondwettelijk Hof hun verzoek. “Wij hebben niet gewacht op de wet om onze dieren weg te doen”, vertelt Ricky Cannone. “Mijn vader was een gerenommeerde dierentemmer en had acts met leeuwen, tijgers en olifanten. Hij zag het niet zitten om voort te doen. We hebben ons moeten heruitvinden. Intussen is de nieuwe generatie al gewend aan een circus zonder exotische dieren.”

Ondanks alles kent het circus een opvallende revival. Onder andere dankzij de oprichting van enkele Europese circushogescholen kreeg het fenomeen een hedendaags jasje aangemeten. Het circus ontsnapte uit de besloten, familiale sfeer en werd volwassen. Denk maar aan het wereldwijde succes van Cirque du Soleil. Eigenaardig genoeg profiteren ook de traditionele gezelschappen van die evolutie. “Het aantal toeschouwers stijgt inderdaad. In tegenstelling tot enkele jaren geleden merken we nu ook weer studenten en jonge koppeltjes op in ons publiek. Dat illustreert de algemene trend waarbij de mensen jeugdherinneringen willen ophalen en het hunkeren naar het authentieke”, zegt Ricky Cannone.

Bedrijfsfeesten en teambuildings

Het circus is een mobiel bedrijf. Dat heeft als grote voordeel dat het de mensen kan opzoeken. Zo is het een traditie bij het Wiener Circus om tijdens de zomermaanden de kuststrook tweemaal af te reizen. Het circus reist van januari tot december door het land. In de wintermaanden wordt er vijf dagen per week gespeeld, tijdens de zomer zelfs zes. “Romantische zielen die denken dat het circus een sprookjeswereld is, komen vaak bedrogen uit. Het is keihard werken. We hebben al veel artiesten zien komen en gaan. Enkel de mensen met liefde en passie voor het vak houden het vol”, zegt Cannone.

Het gros van de voorstellingen speelt het Wiener Circus in Vlaanderen, maar af en toe steekt het gezelschap ook eens de taalgrens over. “Wallonië is minder vertrouwd met het circus en het is daar dan ook moeilijker om volk naar onze tent te lokken. Maar zodra de mensen binnen zijn, kopen ze zowat alles op: van suikerspinnen over gadgets tot popcorn. In Vlaanderen durven ze sneller een cola met twee rietjes te vragen”, lacht Cannone.

Het Wiener Circus programmeert niet alleen publieke voorstellingen, ook bedrijven en andere organisaties kunnen het circus inhuren. “Denk maar aan een bedrijfsfeest of een teambuilding waarbij we de bezoekers inwijden in het jongleren. We werken een programma op maat uit, al dan niet met een maaltijd. Tot onze klantenportefeuille behoren bedrijven als de Nationale Loterij, GDF Suez, Cronos en de zuivelproducent Mik. Ter gelegenheid van het jubileum van een scholengemeenschap in Sint-Niklaas hebben we een reeks voorstellingen gedaan voor samen bijna tienduizend kinderen.”

Groot verschil in tarieven

Een heikel punt in de circuswereld zijn de standplaatsen en de relatie met de lokale besturen. Terwijl het ene gemeentebestuur veel sympathie heeft voor het circus, zijn er andere die de artiesten liever niet zien komen. Meestal heeft die aversie te maken met slechte ervaringen waarbij het plein vuil werd achtergelaten. In de meeste gevallen betaalt het circus een forfaitair bedrag, naast een waarborg en een vergoeding voor elektriciteit en water. “Het verschil in de tarieven is enorm. In Antwerpen betalen we een bedrag per voorstelling, terwijl we in onze thuisstad Gent helemaal niets hoeven te betalen. In een andere gemeente betalen we een huurprijs per vierkante meter die we innemen. Ik kan je verzekeren dat we onze vrachtwagens dan heel dicht tegen elkaar parkeren”, zegt Cannone.

Een toegangsticket voor een volwassene kost tussen 13 en 20 euro, maar het Wiener Circus deelt tal van kortingsbonnen uit en er is een internetactie. De publieke opkomst is afhankelijk van factoren zoals het weer, de periode van het jaar en de locatie. “Niet onbelangrijk is ook de tijd dat het geleden is dat er nog eens een circus in die gemeente of stad is geweest”, weet Ricky Cannone uit ervaring. “Onlangs zijn we in Lennik geweest. De verwachtingen waren niet super, maar de mensen bleven maar toestromen. Bleek dat daar in jaren geen circus meer was langsgeweest. Ook in Kortrijk hebben we onlangs goed gewerkt. Voor het eerst in 113 jaar mocht een circus zijn tenten opslaan op de Grote Markt.”

Eenmanszaak

Om de vijftigste verjaardag te vieren investeerde Ricky Cannone in een extra aantrekkelijk programma. Zo wordt er live gezongen en hij huurde een artiest uit Ecuador in die een skywalk in de koepel van de tent doet. Het inhuren van externe artiesten is een vaste praktijk in het circuswereldje. Meestal komen ze uit het voormalige Oostblok. “Vroeger kregen we videocassettes en dvd’s opgestuurd, maar door de opkomst van de sociale media is het veel gemakkelijker geworden interessante artiesten op het spoor te komen. Dit jaar hebben we zeven nationaliteiten in ons gezelschap.”

Opvallend is dat het Wiener Circus geen vennootschap, maar wel de eenmanszaak van Ricky Cannone is. De artiest beseft dat hij daardoor heel wat risico’s loopt. Op korte termijn wil hij werk maken van een vennootschapsstructuur. Ook al omdat hij uit de boot valt als bepaalde subsidies worden uitgedeeld.

Ricky Cannone leerde het vak met vallen en opstaan. Hij was amper drie jaar toen hij in de ring verscheen als clown en als zesjarige had hij al een jongleeract. Dat de appel niet ver van de boom valt, bewijst zijn vierjarige dochtertje Serena, dat een act met hondjes heeft. De toekomst van het Wiener Circus lijkt dus verzekerd.

Dirk Van Thuyne, fotografie Thomas De Boever

“We hebben al veel artiesten zien komen en gaan. Enkel de mensen met liefde en passie voor het vak houden het vol”

“Romantische zielen denken dat het circus een sprookjeswereld is, maar het is keihard werken”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content