Plopsaland het hele jaar open?

Terwijl de andere grote Vlaamse pretparken in handen van financiële groepen zijn terecht-gekomen, wil Plopsaland het liefst op eigen vleugels blijven werken. Dan Dewerchin, sinds één jaar commercieel directeur van Plopsaland, legt uit wat de plannen zijn.

D an Dewerchin kon één jaar geleden niet eens vermoeden hoe snel de zaken in de Vlaamse pretparkindustrie zouden evolueren.

De commercieel directeur van Plopsaland zag hoe de drie grote concurrenten, Walibi, Bobbejaanland en Bellewaerde, zonder onderscheid nieuwe aandeelhouders kregen. “En het gaat telkens om financiële groepen,” stelt Dewerchin vast. Om er de nuchtere bedenking aan vast te knopen: “Het is bekend dat zij zich in vergelijking met puur industriële groepen iets minder betrokken voelen bij de business. Het sterkt ons alleen maar in ons geloof dat we het onderscheid in deze omgeving kunnen maken.”

Dat begint volgens Dan Dewerchin al bij de gemiddelde leeftijd van het Plopsaland-personeel, waar hij jonge en creatieve mensen rond zich ontdekte. “Vandaar ook dat ik durf te zeggen dat een verkoop van dit pretpark nog lang niet aan de orde is,” aldus de 44-jarige commercieel directeur. “Bij iedereen leeft nog te sterk de drang om er zélf iets van te maken.”

Eén zaak heeft Dewerchin, die al een flink gevulde carrière achter de rug heeft in het West-Vlaamse bedrijfsleven ( Van Marcke, Winsol, Caluwaerts), verkeerd ingeschat. “Ik dacht altijd dat een pretpark er alleen was voor ouders met jonge kinderen. Alvast bij ons wordt het aandeel van de bedrijven almaar groter. Ondernemingen zijn steeds meer geïnteresseerd om hun personeel of hun klanten een leuke dag uit of een evenement aan te bieden. Wij proberen op die trend in te spelen.”

Dat gebeurde het voorbije jaar onder meer door de uitbouw van een heuse verkoopploeg. Plopsaland heeft nu vijf voltijdse vertegenwoordigers die het pretpark van Kabouter Plop, Samson en andere leukerds aan de man proberen te brengen. Eén vertegenwoordiger werkt uitsluitend boven de Moerdijk, één bewerkt de Franse markt, terwijl er twee Vlaanderen voor hun rekening nemen en één Wallonië. Ze ressorteren allen onder Dan Dewerchin en werken puur business-to-business. Vanaf volgend jaar zullen ze als bijkomende troef ook het kleinere zusje, de indoorattractie Plopsaland Hasselt, aanbieden.

Dan Dewerchin heeft zich het afgelopen jaar verkeken op zijn tijdsbesteding, geeft hij toe. “Bij mijn aantreden dacht ik: dit wordt een job waarbij je in overdrive werkt in de zomer en waarbij de wintermaanden ietsje kalmer zijn. Welnu, mijn eerste winter was behoorlijk druk. Finaal wordt de basis van een succesrijk zomerseizoen helemaal gelegd tijdens de zogenaamd kalmere maanden. Voor de toekomst zijn we aan het bekijken hoe we een jaar lang kunnen openblijven. De bouw van een themahotel past bijvoorbeeld in dat plaatje.”

Karel Cambien

“Een verkoop van dit pretpark is nog lang niet aan de orde.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content