Planken met toekomst

Veertien arbeiders zagen en schaven hout in Meerle. Met Belgische lonen. Voor producten zonder hoge technologie hoef je niet noodzakelijk met je bedrijf te emigreren. Almasy : planken met toekomst in het land van Flanders Technology.

In Tsjechië zou Frederik Pollet (38 j.) veertien houtarbeiders slechts een derde moeten betalen van de veertien in Meerle. Toch luidt zijn geloofsbelijdenis dat ook “lage technologie” een toekomst heeft in België mits andere gouden voorwaarden zijn vervuld : commerciële vinnigheid, soepelheid, maatwerk, snelle levering, gemotiveerde medewerkers. De goeie spirit is er : Almasy trok begin juni nog op avontuur. Verkoopdirecteur Luk Van Gerven organiseerde voor de 28 medewerkers en hun huisgenoten (incluis de baas en zijn echtgenote) een overlevingsweekeinde onder tentzeilen in Hotton naast de Ourthe.

Twintig jaar geleden startte Almasy in Deurne als verdeelhuis van de vurenhouten Bruynzeel-rekken, een klassieker die veel Vlaamse studentenkamers en low budget-huisbibliotheken siert. Maar eind jaren ’70 begin ’80 raakte het bedrijf op de sukkel. Na een paar eigenaarswissels kwam Almasy uiteindelijk in handen van Stan Lauryssen, die showrooms opende in Brussel en Kortrijk en het gamma verbreedde. De nieuwe patron begon ook een eigen gamma houten rekken te produceren in Meerle, zijn gemeente, tegen de Nederlandse grens. Omdat Lauryssen na enkele jaren de dagdagelijkse beslommeringen kwijt wilde, werd Pollet als nieuwe bestuurder-directeur aangetrokken in ’92. Zijn echtgenote, Denise De Vlieger, werkt met hem samen in het bedrijf.

DE MARKT.

De rekken- en stockagebranche slorpt jaarlijks tussen de 5 à 10 miljard frank op, schat Frederik Pollet ; maar marktgegevens zijn schaars. Almasy presenteert een breed gamma van rekken in hout (eigen productie) en metaal (geïmporteerd), zowel palletrekken als mobiele rekken. Pollet : “Voor elk product hebben we andere concurrenten : Bruynzeel bijvoorbeeld in de mobiele rekken, Stow en Polypal in de palletrekken.”

In ’90 werd een omzet opgetekend van 57 miljoen frank, in ’95 klom die naar 122 miljoen frank, over ’96 wordt 140 miljoen verwacht. 200 miljoen moet het zijn rond 2000. Frederik Pollet : “Hout is onze core-business, goed voor meer dan 50 % van de omzet. De verwerking van hout is een soepele productietechniek, soepeler dan metaal. Almasy profileert zich blijvend in het hout, de eco-trend speelt ons bedrijf in de kaart. Het hout halen we in Scandinavië waar systematisch wordt gezaaid en geoogst.”

Op de rekkenmarkt heb je betrekkelijk weinig repeat-bestellingen (20 %). Eenmaal de klant goed geïnstalleerd is, is hij klaar. Rekken en kasten zijn een investeringsgoed. Frederik Pollet : “Onze sterkte ligt in de business-to-business-aanpak. De zakenwereld levert bijna 100 % van de bestellingen. We prospecteren niet meer actief bij de particulieren. Almasy heeft de flexibiliteit om nooit neen te hoeven zeggen. Maar de race naar omzet, omzet, omzet hebben we afgezworen. Er moet ook winst zijn. Wij werken met verfijndere mailings en ploegen het klantenbestand om met speciale software.”

Rekken voor archivering zijn de traditionele bestseller. Almasy lonkt vandaag eveneens naar de winkel- en de kantoorinrichting. Frederik Pollet : “Wij lokken maatwerk uit, op basis van standaardisatie : 95 % is seriewerk, 5 % is maat. Wij concurreren met bedrijven die 100 % op maat maken, dat geeft ons een prijsvoordeel.” Almasy combineert een eigen atelier met de invoer vanuit Noord-Ierland (metalen pallets), Duitsland, Italië en Frankrijk (metaal en mobiele systemen) : “Dat zijn toeleveranciers van jaren her. Een standvastige leverancier is voor ons belangrijk.”

De gemiddelde factuur van Almasy aan z’n klanten bedraagt 50.000 frank, de voornaamste doelgroep is de kmo : “Onze sterkte is dat we niet uisluitend afhangen van de factuur van 10 miljoen frank.” Almasy zweeft tussen de lage en de middenniche van de markt. Het is noch een prijzenkraker, noch een discounter : “Ik ga niet in prijzenoorlogen mijn andere voordelen kapot maken,” getuigt Frederik Pollet.

LIEVER DIRIGENT.

Universitairen zijn vaak té ijdel om in een kmo te willen werken. Niet Frederik Pollet. Hij was een actieve student aan de KU-Leuven en rechtenpraeses. De familie Pollet handelde in voeding en confectie. Frederik Pollet startte zijn loopbaan bij het Franse Timac, een producent van meststoffen, op de Duitse markt. De jonge jurist rolde het platteland rond met de vraag Welche Dungelmittel brauchen Sie, Herr Bauer, de enige Duitse zin die hij kende. Bekaert Textiles (“supergeorganiseerd”), Sofinal-Cotesa (“West-Vlaamse Schwung”) en Domo (van Jan De Clerck) volgden. Frederik Pollet is dan algemeen directeur, op zijn 32. “Een prachtige tijd, ik leerde hoe Domo constant de grenzen verlegde, en de boeiendste vragen oploste. Zoals : we maken het aan 100 frank, kan het dan niet aan 95 frank ? Het gezonde boerenverstand in al zijn glorie.” De wegen splitsten omwille van een verschillende kijk op de toekomst. “Tot dan toe was ik de eersteviool in een symfonisch orkest. Ik werd liever dirigent van een kamerorkest,” bekent Frederic Pollet.

F. Cr.

FREDERIK POLLET (ALMASY) Met commerciële vinnigheid, soepelheid en gemotiveerde medewerkers is ook low-tech nog mogelijk in België.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content