PERMEKE IN PEKING

Volgende week stapt Willy Van den Bussche, conservator van het West-Vlaams Provinciaal Museum voor Moderne Kunst ( PMMK) in Oostende en van het Permeke-museum in Jabbeke, op het vliegtuig naar China. Op 3 november opent hij in Peking, in aanwezigheid van een handelsreizende Jean-Luc Dehaene, een expositie van het werk van schilder-beeldhouwer-tekenaar Constant Permeke (1886-1952), één van de hoofdfiguren uit het Vlaamse expressionisme.

Van den Bussche (56 j.) stelde de tentoonstelling samen, zoals hij dat ook deed voor de Permeke-expo in het stadhuis van Parijs, die op 1 november afloopt. Met gemiddeld bijna 300 (gratis) bezoekers per dag sinds september “mag dit zeker een succes genoemd worden voor een tentoonstelling in deze lokalen”, bevestigt men op de Parijse mairie.

Mede-aanstoker om Permeke in China te tonen, is Frank Uytterhaegen van China Link. Dit Gentse consultancybureau behartigt in Peking onder meer de vertegenwoordiging van enkele Belgische bedrijven als Ion Beam Applications en Mol Cy.

De internationale betekenis van Permeke doen erkennen, is voor Van den Bussche een missie. De expressionist markeert ook een aantal belangrijke fasen in de carrière van de conservator. Meteen na zijn studies kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent werd Van den Bussche conservator van de kunstcollectie van de provincie West-Vlaanderen. Dankzij verzamelaar en mecenas Van Gheluwe, kleermaker-hofleverancier, lag het zwaartepunt er op Permeke. Van den Bussche maakte er een persoonlijke kruistocht van om er een geschikte permanente ruimte – en overheidssteun – voor te vinden. Zelfs de openingstentoonstelling van het PMMK in een vernieuwd pand aan de Oostendse Romestraat in 1986 toonde het werk van Permeke, die net 100 jaar eerder geboren was. Permeke was ook één van de vijf figuren uit de succesrijke expositie Van Ensor tot Delvaux in 1996 in het PMMK. “De tentoonstelling leverde 74 miljoen frank op. Deze nettowinst brachten we in een cultuurfonds in, dat nu mee sommige tijdelijke tentoonstellingen en de aankoop van nieuwe werken voor het museum financiert, bovenop het aankoopbudget van 5 miljoen frank per jaar.”

Zijn volgende doel: de Triënnales voor Hedendaagse Kunst, die na enkele edities in Brugge halfweg de jaren ’70 stierven, te doen herleven. “Om de rode draden doorheen de kunst van de 20ste eeuw te tonen, de Belgische kunst in dat perspectief te plaatsen en een aantal inmiddels opzij geschoven figuren – ik denk onder andere aan Paul Van Hoeydonck, Roger Raveel en Vic Gentils – het internationale belang toe te kennen dat ze écht hebben,” aldus een gedecideerde Van den Bussche, die in een recent manifest hard van leer trok tegen de uitwassen van het hedendaagse artistieke gebeuren, met zijn sterrendom, zijn mediabeluste curatoren en zijn pseudo-filosofen.