Performance over de top?

Managers willen alles meten. Daarvoor hebben ze allerlei software. Blijkbaar is geen enkel systeem sluitend voor succes, zo blijkt alvast uit een enquête van de Vlerick Management School. Trends kon de studie inkijken.

Bedrijfsbeheer op basis van meetbare feiten – management by numbers – is de ultieme droom van menig topmanager. Er zijn bedrijven die via performance management hun strategische identiteit konden veranderen. “Maar er zijn er veel meer die nooit zover geraakt zijn,” stelt Stijn Viaene, professor aan de Vlerick Leuven Gent Management School. “Het is niet eenvoudig om de samenhang tussen de verschillende subdomeinen over de hele bedrijfsvoering te relateren aan meetbare sleutelindicatoren.” Viaene wijst erop dat beter enterprise management over de hele organisatie het doel zou moeten zijn, en niet louter het lokale management van individuele activiteiten.

De markt van systemen voor corporate performance management wordt een mature markt. Aanbieder Cognos ziet dit jaar een groei van 8 %. Gebruikers verwachten beter enterprise management, het meetbaar maken van de prestaties van verschillende bedrijfsprocessen over de hele organisatie heen. Toch is het zuiver aantonen van de return on investment moeilijk. “Het blijkt weer dat er geen zaligmakende technologieën bestaan. Een performance management systeem is geen technologie die het management zal redden van een falend beleid, Maar performance management kan wel goed beheer ondersteunen en in de hand werken,” relativeert de Vlerick-professor.

Tijdens Cognos Performance 2007 op 16 oktober in Autoworld in Brussel presenteert het bedrijf een enquête over performance managementsystemen. Uit de enquête, die Stijn Viaene samen met onderzoeker Luc Lutin aan de Vlerick Leuven Gent Management School in opdracht van Cognos uitvoerde, blijkt dat performance management hoog op de agenda staat bij de 693 ondervraagde professionals uit het Belgische en Luxemburgse bedrijfsleven. “Er is een top-down drive voor dit fenomeen. 53 % van de ondervraagden is er al een hele tijd mee bezig, 22 % is ermee begonnen en 12 % is van plan om ermee aan de slag te gaan,” citeert professor Viaene uit de enquête. “We zien ook dat de budgetten voor business intelligence al enkele jaren aan het stijgen zijn.”

Rendement

Gevraagd naar de struikelblokken op het gebied van performance management, staat het verwerven van steun van de bedrijfstop op de eerste plaats bij de Belgische en Luxemburgse experts. Bovenaan het lijstje prijken ook de cultuurverandering, het in kaart brengen van de bedrijfsregels, de kwaliteit van de data en de return on investment. Professor Viaene: “Dit laatste stemt toch tot nadenken. Het toont aan dat zelfs de grootste supporters van performance management moeilijk de toegevoegde waarde van management by numbers hard kunnen bewijzen. Terwijl de kosten voor de installatie en het onderhoud van zo’n systeem wel enigszins voorspelbaar zijn, zullen de voordelen en kosten om performance management in het dagdagelijkse beheer in te bakken veel onzekerder zijn. Investeren in zo’n systeem gebeurt vaak vanuit een diep geloof in de waarde van een transparant bedrijfsbeleid.”

Bedrijfsleiders en kaderleden in ons land zullen zich hoe dan ook bezinnen over de realisatie van de beloofde voordelen uit dergelijke systemen. 54 % is bijvoorbeeld niet tevreden over de rol van performance management bij het integreren van bedrijfsprocessen.

Lerende organisatie

“Performance management zou moeten leiden tot een lerende organisatie,” stelt professor Viaene. “Als we dat bereiken, spreken we niet meer van een hype.” Maar leidt ‘prestatiebeheer’ dan tot een lerende organisatie? “Voorlopig niet,” zegt 34 % van de ervaringsdeskundigen. 17,5 % weet het gewoonweg niet. “Het toont ook aan dat velen nog steeds liever het bedrijf leiden vanuit de buik. Inzake performance management en business intelligence zijn we zeker geen koplopers. We worden er via enquête nog eens aan herinnerd dat een technisch systeem nooit goed beleid kan vervangen, maar wel goed beleid kan ondersteunen.”

Bruno De Keyser

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content