Partijprogramma’s. Het leugenpaleis

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Op de groene uitzondering na, draaien de partijen hun kiezers een rad voor de ogen, zegt VUB-professor Jef Vuchelen. Zij ontkennen de harde waarheid : de volgende regering zal de burger pijn doen.

Professor Jef Vuchelen, docent openbare financiën aan de Vrije Universiteit Brussel, knipperde een paar keer met zijn ogen toen hij de standpunten van de grote partijen in verband met sociaal-ekonomische kwesties doornam. “Er is bij de regeringspartijen een opvallende breuk tussen hun standpunten en het beleid dat ze de afgelopen jaren hebben gevoerd, ” stelt hij. “Uit niets blijkt dat ze de kiezer au serieux nemen. De meeste oppositiepartijen trouwens ook niet. Men tracht de man in de straat te lokken door de harde waarheid er moet gesaneerd worden te ontkennen. Dat ze de vragenlijst van Trends eerlijk invullen en hun standpunt niet aanpassen aan de lezer die kan tellen, verdient een kompliment. Iemand die koherent liegt, is tenminste konsekwent. “

CYNISCHE VOLKSPARTIJ ?

Neem nu de CVP. Die verklaart doodleuk : “Ons idee is altijd geweest dat de opbrengst van de privatizeringen moet worden gebruikt voor de vermindering van de schuld vooral dan in tijden van slechte konjunktuur. “

Vuchelen maakt al jaren brandhout van de begrotingstechniek van de regering-Dehaene die de opbrengsten van de privatizeringen van staatsactiva (ASLK, Nationale Investeringsmaatschappij) als een soort winst boekt op de lopende rekening en nièt gebruikt om het staatspassief te verlagen. Hij verzucht : “Als een korrekte techniek steeds hun idee is geweest, waarom hebben ze hem dan nooit toegepast en boeken ze vandaag al een deel van de toekomstige opbrengsten van Belgacom ? Eerst verkoopt de CVP de Belgische kroonjuwelen om zware ingrepen in de sociale zekerheid te vermijden en de PS niet voor het hoofd te stoten. Nu zegt de partij dat dit in feite niet kon. De CVP kan hier beter stilletjes over zwijgen. “

De toevoeging “vooral dan in tijden van slechte konjunktuur” vindt de prof “cynisch”, omdat net 1993, toen ASLK werd verkocht aan Fortis AG, “een barslechte konjunktuur kende”.

Vuchelen meent dat de CVP, die de patronale sociale bijdrage wil afschaffen voor specifieke doelgroepen, zoals laaggeschoolden, langdurig werklozen en laagste lonen, de bal misslaat. “Dat ziet er mooi uit op papier, maar leidt in de praktijk tot administratieve rompslomp die de doeltreffendheid ondermijnt, ” vreest hij. “Bovendien koppelt de CVP de afschaffing van de bijdragen aan de CO2-taks en de verlaging van de roerende voorheffing op Europees niveau. Dat is op z’n minst onvoorzichtig. Hoe betaalt de CVP de vermindering in de tussenfaze ? “

De CVP wil ook de konsumptie (62 % van het BNP) aanzwengelen door “het vertrouwen (te) herstellen : dat de pensioenen betaalbaar blijven, dat de werkloosheid zal dalen, dat de schuldenberg wordt afgebouwd”. Vuchelen is akkoord met “deze dooddoeners”, maar stelt toch vast dat het vertrouwen niet van één kant kan komen. “De overheid dus de CVP, al dertig jaar een regeringspartij heeft geen al te beste reputatie, ” meent hij. “De indexering van de belastingschalen werd ingesteld en even later afgeschaft. Hetzelfde met de belastingvermindering van het einde van de jaren tachtig. “

Tenslotte antwoordt de CVP op de vraag welke sociaal-ekonomische maatregelen op regionaal niveau moeten worden genomen : “Alle maatregelen die de ekonomische mondernizering van Vlaanderen versnellen en het helpen uitbouwen tot een aantrekkelijk dienstencentrum in het hart van West-Europa. ” Vuchelen : “Is het bij de CVP bekend dat een zekere Luc Van den Brande minister-president is geweest ? De partij promoot diensten, terwijl de nadruk lag op onderzoek en ontwikkeling voor de industrie. Vier jaar verankeringspolitiek doet de partij af in drie lijntjes. Dat zegt genoeg. “

De PSC doet min of meer hetzelfde, want hun antwoord op de vraag over de regionale ekonomie beperkt zich tot Brussel. “De partij geeft Wallonië op, ” vermoedt Vuchelen.

Voor het overige houdt de PSC zich op de vlakte en stelt als “prioriteit der prioriteiten” : de aanwending van het spaargeld voor investeringen die leiden naar meer werk. Ook deze partij meent (overigens in tegenstelling tot de PS) dat de verkoop van de overheidsbedrijven de schuld moet verlichten.

SP-BOCHTEN.

Vuchelen stelt tevreden vast dat de SP met haar standpunt voor een vrijwillige werktijdverkorting met loonderving (mits kompensaties voor de laagste inkomens), “eindelijk een bocht neemt”. Maar hij vindt het begrip werktijdverkorting te algemeen : “Heeft zo’n verkorting gevolgen voor het pensioen ? Is ze onomkeerbaar ? Dat debat moet gevoerd worden. “

Om de privé-konsumptie aan te wakkeren, vertrouwt de SP op het werkgelegenheidsbeleid, maar “de partij vergeet dat ook de werknemers te weinig konsumeren bij gebrek aan vertrouwen”. Ironisch merkt Vuchelen op dat “de linkerzijde, die jarenlang de konsumptiemaatschappij heeft verketterd en de verbruiker een complex heeft aangepraat, vandaag net het tegenovergestelde doet”.

De partij, die vroeger al een bocht nam inzake de privatizeringen van overheidsbedrijven, keert zich wel tegen de verkoop van De Post of de NMBS, omdat dit “de dienstverlening zelf of de universaliteit ervan in het gedrang zou brengen”. Volgens Vuchelen is dat “nonsens, omdat de universaliteit zoals voor de privé-energievoorziening (Electrabel) en telekommunikatie (Belgacom, privé in spe) ook kan worden gegarandeerd via regelgeving”.

De SP wil de koppeling van de lonen aan de index behouden, volgens Vuchelen “een symbolische daad”. Want : “Ontkoppeling is immers een relatief gemakkelijke besparing, zeker gezien de lage inflatie. “

Tenslotte vindt de Brusselse academicus het vreemd dat de SP in het regionale luik met geen woord rept over het Mest Aktieplan. “Maar zij is, en dat siert haar, één van de weinige partijen met aandacht voor onderwijs en vorming als ekonomische faktor. “

ORTODOX LINKS.

In tegenstelling tot de SP-kameraden is de Waalse PS volgens Vuchelen nog een “ortodox-linkse partij”.

Zo pleit de PS voor een arbeidsduurherverdeling “zonder verlies van koopkracht” en maakt ze geen punt van een belastingverhoging. Naast een verhoging van de roerende voorheffing naar 15 % (zowat bepleit door iedereen “in het kader van Europa”), stelt de PS een extra-belasting van 3 % voor op anonieme waardepapieren (zoals aandelen zonder stemrecht of kasbons) en meerwaarden op korte en middellange termijn. Op een jaarlijkse stroom van intresten (661 miljard in 1993) en dividenden (492,4 miljard) geeft dit een opbrengst van (maximum) 34,6 miljard. “Goed gevonden, maar gevaarlijk omdat het investeerders zal afschrikken, ” redeneert Vuchelen.

De PS komt er openlijk voor uit “een parlementsdebat over een voorstel voor een uitzonderlijke vermogensbelasting” te willen invoeren. Vuchelen : “Dat zou onmiddellijk leiden tot kapitaalvlucht. Je kan even goed een parlementsdebat houden over de evaluatie van de Belgische frank. Zoiets doe je, daar diskussieer je niet over. “

Ook blijft de PS vasthouden aan de overheidsbedrijven als speerpunt van de relancepolitiek, wat volgens de prof wijst op de rol van de PS in de Waalse ekonomie, “waar de loge en andere niet-demokratische machtscentra het spel bepalen”.

Wat de privatizering van de sociale zekerheid betreft, geeft de PS het kortste antwoord uit de reeks : “De sociale zekerheid is nationaal en wordt paritair beheerd. We zijn absoluut van plan om deze principes te laten respekteren. Ni plus, ni moins ! “

Vuchelen : “Dit is geen standpunt, dit is een ultimatum. Terwijl de Vlaamse partijen, behalve Volksunie en Vlaams Blok, dit onderwerp mijden om zich niet onmogelijk te maken bij de regeringsvorming. “

VLD ONDERMIJNT FRANK.

Op een blauwe maandag heeft Vuchelen ooit een PVV-lidkaart gekocht, maar die is inmiddels al terug ingeleverd. De Brusselse prof schiet met scherp op de liberale plannen die pleiten voor de vermindering van de patronale bijdragen in de sociale zekerheid met honderd miljard, gekompenseerd door, vooral, het “terugverdieneffekt van de bijkomende tewerkstelling” en besparingen “op strukturen, niet op mensen”.

Vuchelen spreekt van “ekonomische waanzin”. Immers : “De VLD wil het deficit met 100 miljard 1,5 % van het BNP verhogen, terwijl dat tegen einde 1996 met 1,5 % moet dalen om de norm van 3 % te bereiken, zodat België deel kan uitmaken van de Europese Monetaire Unie. Het terugverdieneffekt spreidt zich uit over jàren. In feite is dit de politiek van Guy Mathot (PS), die ooit stelde dat het deficit vanzelf ontstaan is, comme ça, dus ook vanzelf zal verdwijnen, comme ça. Als je dit VLD-standpunt, eens het een ernstige kans maakt om uitgevoerd te worden, naar een Londense bankier opstuurt, breekt een spekulatiegolf tegen de Belgische frank los. “

De Waalse liberalen zijn volgens de prof in hetzelfde bedje ziek. Hun pleidooi voor een verlaging van de bijdragen, gekoppeld aan een alternatieve financiering is in tegenspraak met hun verzet tegen een grotere (para)fiskale druk, meent Vuchelen. Maar : “Gelukkig wijzen zij wel op de Europese konsekwenties van een verlaging van de RSZ-bijdragen. ” Hij denkt trouwens dat de PRL (bijvoorbeeld in het standpunt over de loonindexering) veel dichter aanleunt bij de CVP en de SP, zodat Guy Verhofstadt niet alleen in zijn politieke standpunten, zoals de gedeeltelijke splitsing van de sociale zekerheid, maar ook op ekonomisch vlak geïsoleerd wordt.

Dat de Vlaamse liberale voorzitter zich meer en meer opstelt als een sociale kandidaat, noemt Vuchelen “de vlucht vooruit”. Immers : “De VLD lijkt niet of amper bereid te saneren, omdat dit de verkiezing van de laatste kans is. Misschien meent de partij niet wat ze zegt en wil ze op een machiavellistische manier stemmen lokken. Maar ik verwacht van Verhofstadt, toch het symbool van vernieuwing, dat hij de mensen geen rad voor de ogen draait. “

ORIGINEEL GROEN.

Ecolo en Agalev komen origineel uit de hoek met een voorstel om geleidelijk over te schakelen naar (citaat Ecolo) “geïndexeerde staatsleningen, die de koopkracht (nvdr van de overheid) garanderen”.

Konkreet : een staatsobligatie geeft vandaag (gezien de lage inflatie) een hoog reëel rendement van 5,4 % (7,8 % intrest min 2,4 % inflatie). De “historische” reële rente bedraagt echter 3 %, zodat de schatkist vandaag op een berg dure leningen zit.

De groenen willen het verschil tussen de dure afbetaling (5,4 %) en de normale reële rente (3 %) afwentelen op de houder van de staatsobligatie. Konkreet zou dit voorstel de schatkist in 1994 191,7 miljard (2,4 % op een totale binnenlandse schuld van 7986 miljard) hebben opgebracht.

Wel meent Agalev dat de faktuur eventueel kan worden doorgeschoven naar de houders van spaardeposito’s en kasbons “door de intrestlasten die de financiële tussenpersonen zelf moeten uitkeren, te verminderen. ” “De bankiers worden dus gespaard, ” monkelt Vuchelen. “Dat zullen ze graag horen. “

Ecolo, die de fiskale en sociale fraude harder wil aanpakken, hoopt in vijf jaar tijd 350 miljard extra vrij te kunnen maken, waarvan één derde wordt gespendeerd aan uitgaven en de rest de schuld financiert. Agalev denkt ook aan een vermogensbelasting om geld vrij te maken en wil op termijn een dertig-dagenweek. “Het is toch een wat extreme vorm van social engineering, ” meent Vuchelen. “Maar de groenen hebben als enige partij een gefundeerde ruimte gecreëerd via een feitelijke lastenverhoging, maar soit om een beleid te kunnen voeren. Agalev steekt niet weg dat hun programma pijn zal doen voor de mensen met meer koopkracht. Dat siert hen. “

HANS BROCKMANS

PARTIJPROGRAMMA’S De meeste partijstandpunten zijn veelbelovend. Maar goedkoop en irrealistisch.

JEF VUCHELEN (VUB) Als de VLD zijn ekonomisch programma kan uitvoeren, breekt een spekulatiegolf tegen de Belgische frank los.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content