‘Particuliere klanten zijn trouw’

JEAN-JACQUES PIRE (tussen Arnould Roberti en Arnaud Jamar de Bolsée) "Ik heb cliënten die al klant waren van mijn vader." © Kris Van Exel

Pire Asset Management is het laatste onafhankelijke beursbedrijf van Wallonië en richt zich hoofdzakelijk tot particuliere beleggers. De voorbije jaren heeft het een versnelling hoger geschakeld.

Het beursbedrijf Pire & Compagnie gaat al meer dan een eeuw over van vader op zoon. Gedelegeerd bestuurder Jean-Jacques Pire nam, met zijn broers Jean-Pol en Yves, de teugels van het bedrijf over na het overlijden van zijn vader Gérard in 1981. Die had in 1947 de fakkel overgenomen van zijn vader Maurice, die het beurshuis had opgericht in 1909.

Na de verhuizing naar Charleroi in 2012 begon een grote omwenteling. De raad van bestuur werd uitgebreid en het kapitaal werd geopend voor nieuwkomers. Vier andere gedelegeerd bestuurders staan Jean-Jacques Pire bij. Michel Latin is afkomstig van de Generale Bank en heeft het Belgische filiaal Cofibol geleid. Pierre Hubar en Arnaud Jamar de Bolsée waren lang gedelegeerd bestuurders van het beursbedrijf Bonnewijn, Renwart, Van Goet-hem (BRG), dat ze verlieten in 2005, toen het werd geïntegreerd in Bank Degroof. Arnould Roberti leerde het klappen van de zweep ook bij BRG en ging eerst mee naar Degroof.

Pire, dat zich tot dan beperkte tot het doorgeven van orders van cliënten, veranderde zijn statuut. In 2014 verkreeg het de vergunning om beleggingsadvies en portefeuillebeheer aan te bieden en veranderde het zijn naam in Pire Asset Management.

Bruggenhoofd in Luxemburg

“Het huis deed het goed en had een extreem trouwe klantenbasis, maar het keek niet echt naar de toekomst”, herinnert Jean-Jacques Pire zich. “Nochtans waren we niet zeker dat we op dezelfde manier konden blijven voortdoen. Meerdere cliënten hadden ons al gevraagd waarom we niet aan vermogensbeheer deden.” Het was een niet meer dan logische verlenging van de historische activiteit, aangezien het beurshuis een langdurige en een heel gepersonaliseerde relatie met heel wat cliënten had. “Ik heb cliënten die al klant waren van mijn vader”, zegt Pire.

Het beursbedrijf had al eens buiten de lijntjes gekleurd. In 1985 richtte Pire met een Franse partner de Compagnie financière et boursière luxembourgeoise (Cofibol) op, die activiteiten uitoefende die gaan van vermogensbeheer voor particulieren tot het beheer van fondsen. Cofibol lanceerde onder de naam Placeuro een product dat behoorde tot de allereerste fondsen met meerdere compartimenten op het Europese vasteland.

Pire heeft zich in 2013 volledig teruggetrokken uit het kapitaal van Cofibol, maar toch blijven de twee samenwerken: niet alleen biedt het beursbedrijf uit Charleroi zijn cliënten fondsen van Placeuro aan, het beheert sinds 2015 ook vier compartimenten ervan: twee in aandelen en twee in obligaties. Pire heeft daarnaast het netwerk van zijn Belgische filiaal overgenomen, waardoor het nu over twee extra vestigingen beschikt in Waver en Doornik. Later volgen Brussel en Luik, en mogelijk Namen.

Prioriteit aan particulieren

Heel wat beursbedrijven zijn verdwenen, nadat ze werden overgenomen door banken. Die hadden hun beurskennis nodig in de jaren negentig, na de deregulering van de Belgische financiële markt. Maar verscheidene beurshuizen waren te afhankelijk van de orders van de banken. Het verlies van een grote klant kon hen zelfs doen wankelen. Dat was een reële bedreiging als de banken rechtstreekse toegang hadden tot de beurs. “Mijn vader hamerde erg op het belang van particuliere klanten, die trouw zijn”, herinnert Jean-Jacques Pire zich. “Bij ons vertegenwoordigden institutionele klanten slechts 15 of 20 procent van de omzet. Bij sommige collega’s was dat omgekeerd.” De familie Pire kreeg een aanbod van een bank en van een beursbedrijf, maar wees ze af.

“We hebben een duizendtal particuliere cliënten”, bevestigt Arnaud Jamar. “Daarbij komen twee institutionele beleggers, Placeuro en de Luxemburgse verzekeraar Foyer International, waarvan Pire de rekeningen beheert. Op verzoek van een buitenlandse institutionele belegger komt er volgend jaar een geïndividualiseerd fonds bij. Het beheerde kapitaal schommelt rond 300 miljoen. Het is bijna verdubbeld in drie jaar, net als het personeel, dat van 8 naar 17 personen is gestegen sinds 2013.

Geen product van de maand

De minder grote portefeuilles zijn exclusief samengesteld uit fondsen of trackers, zonder directe posities in een aandeel. “Wij kunnen discretionair beheer aanbieden vanaf 250.000 euro, via directe beleggingen in aandelen en obligaties”, zegt Arnould Roberti. Pire werkt heel transparant, zoals de nieuwe Europese MiFID II-richtlijn dat oplegt. “Pire heeft die richtlijn al voor 90 of 95 procent geïmplementeerd”, preciseert Jamar, hoewel de invoering op aandringen van heel wat banken met één jaar is uitgesteld tot 3 januari 2018.

Na MiFID I in 2007 draait MiFID II de schroeven nog verder aan: voor discretionair beheer en onafhankelijk adviesbeheer legt de richtlijn een totale kostentransparantie op, wat de financiële tussenpersoon verbiedt huisfondsen of fondsen waarvoor hij retrocessies van commissies ontvangt in de portefeuille op te nemen. Zulke producten zijn uitsluitend toegestaan bij niet-onafhankelijk advies. Bij Pire start zo’n advies al bij 50.000 euro, aangezien het geen directe lijnen oplegt. “Onze accountmanagers promoten onze producten niet buitensporig veel “, aldus de directie. “Er is geen product van de maand bij Pire.”

Aandelen en cash

“De maatregelen van de regering maken het leven van financiële tussenpersonen er niet makkelijker op”, betreurt Arnould Roberti, en dat terwijl de problemen al groot genoeg zijn door de lage rente. Maar fiscale of andere overwegingen zullen niet leiden tot veranderingen in de strategie van het beurshuis. “Als een waarde een zeer mooie stijging heeft neergezet en het lijkt ons zinvol die te verkopen, dan verkopen we”, klinkt het bij Pire. “We wachten niet om de meerwaardebelasting te vermijden, aangezien we zo misschien de meerwaarde mislopen.”

“We zouden onze cliënten ook niet adviseren obligaties te kopen met een negatief rendement, in de hoop dat het nog negatiever wordt en ze er zo een meerwaarde op kunnen halen”, zegt Roberti. “Net zomin als we zeer langlopende obligaties of obligaties van zeer slechte kwaliteit zouden aanraden.” Voor de cliënten die dat wensen, verbetert het huis de rendementen met een aantal dollarobligaties en een tracker. “Een fysieke tracker die belegt in meer dan 5000 obligaties (iShare Global Corporate Bond EUR Hedged UCITS ETF, nvdr)”, zegt Jean-Jacques Pire. Hij voegt er wel aan toe dat het nu beter is winst te nemen op die tracker.

“Sommige particulieren herinneren zich nog goed welke rendementen ze enkele jaren geleden haalden zonder risico’s te nemen. Ze willen die vandaag nog altijd halen”, stelt Pire vast. “Ze beseffen niet altijd dat ze daarvoor buitensporige risico’s moeten nemen. Uitleggen aan beleggers dat het rendement van beleggingen met nul risico dicht bij nul of zelfs lager ligt, en dat aantrekkelijke rendementen alleen nog mogelijk zijn als je zeer hoge risico’s neemt, dat is een van de belangrijkste rollen van de vermogensbeheerder geworden.”

Guy Legrand, fotografie Kris Van Exel

“We wachten niet om de meerwaardebelasting te vermijden, aangezien we zo misschien de meerwaarde mislopen”

“Uitleggen dat het rendement van beleggingen met nul risico dicht bij nul of zelfs lager ligt, is een van de belangrijkste rollen van de vermogensbeheerder geworden”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content