Parijs valt van zijn voetstuk

Nulgroei, piekende werkloosheid, een vertraagd budgettair herstel. De Franse president François Hollande heeft het tij niet kunnen keren. De nieuwe ploeg van premier Valls moet dringend ingrijpen, anders verdrinkt Frankrijk in het economische moeras.

Voor de Franse president François Hollande dreigt het een hete herfst te worden. Niet alleen ziet hij zijn politieke draagvlak elke dag iets meer afbrokkelen, bovendien is de zo verhoopte en beloofde economische opleving er nog altijd niet. De groei stokt, het aantal faillissementen schiet omhoog, de industriële productie daalt opnieuw, de bouwsector stort in, het handelstekort wordt nog groter en de economen die de conjunctuurenquêtes onder de loep nemen, zien alleen maar hopeloos lege orderboekjes. En bovenal blijft de werkloosheid toenemen in een duizelingwekkend tempo van bijna 1000 bijkomende werkzoekenden per dag.

“Frankrijk verliest vaart ten opzichte van zijn Europese partners. Hopen op een opleving in 2015 is onrealistisch”, stelt econome Véronique Riches-Flores. Intussen blijft minister van Financiën Michel Sapin het zonlicht ontkennen. Hij heeft uiteindelijk wel toegegeven dat de fameuze verwachting van 1 procent groei voor 2014 onbereikbaar gebleken is, maar hij blijft het wel hebben over een opverende economie volgend jaar. “Alleen voelen we die versnelling niet”, vreest Philippe Gudin de Vallerin, hoofdeconoom bij Barclays.

In de Parijse salons klinkt intussen nog somberder muziek. Niet langer het deuntje van de Franse neergang, maar de melancholischer melodie van de teloorgang van de Franse stem. In een studie over de gevolgen van een aanhoudend zwakke Franse groei schreef de Natixis-econoom Patrick Artus begin juli koudweg: “Het politieke gewicht van Frankrijk verdwijnt in Europa.” Niet meer of niet minder.

“Dat is al een beetje het geval in Brussel. Daar komt het Italië van premier Matteo Renzi er weer bovenop, terwijl Frankrijk nauwelijks van zich laat horen”, betreurt Gudin de Vallerin. Parijs kan evengoed uit de geschiedenis verdwijnen als Amsterdam en Madrid in de 17de eeuw, net vóór de industriële revolutie in Engeland.

Probeersels, aarzelingen en compromissen

De situatie vergt doortastende en kordate beslissingen. “Maar die komen er niet. Ondanks de goede intenties die Hollande in het begin van het jaar verkondigde, blijft hij te veel hangen in het compromis. We moeten sneller en verder gaan”, zegt Gudin de Vallerin ongeduldig.

Jean-Marc Daniel, professor aan de École Supérieure de Commerce de Paris (ESCP), waagt zich aan een psychologische verklaring: “Hollande is optimistisch van nature. Hij gelooft in cycli, niet in structurele crisissen. Hij verwacht dan ook dat onze Europese buren, de Verenigde Staten, China en dies meer zullen herleven.”

Intussen grossiert de Franse president in episodes van economische dwaling en politiek terugkrabbelen. Hij belooft de ondernemingen een lastendaling, maar eist in ruil dat ze mensen aannemen. Hij verhoogt de inkomstenbelasting in september 2013, maar kondigt een jaar later alweer een verlaging aan. Hij bevestigt aan de Europese Commissie dat hij zich tot budgettaire strengheid verbindt, maar zodra hij terug is in Parijs trekt hij dat voornemen weer in. En ga zo maar door. De man van de socialistische synthese spaart de linkse geit en de Brusselse kool, maar het moment van de waarheid komt dichterbij.

Kleine wijzigingen met snel resultaat

Wil Frankrijk niet nog dieper wegzakken in het economische moeras, dan zijn hervormingen cruciaal. Maar die maatregelen zullen heel wat handigheid vergen. Hollande staat daar voor een dilemma. De openbare uitgaven nog verder terugschroeven — bijvoorbeeld 100 miljard euro besparen in plaats van 50 miljard — zou elke hoop op herstel vernietigen en tegelijkertijd ook elk uitzicht op voldoende belastinginkomsten om de begroting weer op de rails te krijgen. De lonen verlagen om aan concurrentiekracht te winnen — zoals de Spanjaarden doen — zou de gezinsconsumptie, de enige machine van het land die nog behoorlijk geolied lijkt, doen stokken. Fors ingrijpen met radicale hervormingen is met andere woorden voordelig op lange, maar nadelig op korte termijn. Niets doen is dan weer een garantie voor een trage en verwekende teloorgang.

De econome Agnès Benassy-Quéré, de nieuwe voorzitter van de Conseil d’Analyse Economique (CAE), pleit voor “een reeks van kleine beslissingen die snel resultaat kunnen afwerpen. Bijvoorbeeld de hervorming van de arbeidsmarkt om binnenkomers aan te moedigen, de deregulering van al te zeer beschermde beroepen om nieuwe jobs te scheppen.” Bij deze is de ideeënbus geopend.

L’EXPANSION

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content