Orakel.

“Economische sterrenwichelarij is niet zo essentieel in de Irak-crisis,” las u enkele weken geleden in deze rubriek. “Het is en blijft koffiedik kijken wat de reële impact van een tweede Golfoorlog op de economie zal zijn.” In deze Trends doet Johan Van Overtveldt, chef economie van de redactie, desondanks een stoutmoedige poging om het orakel van Delfi te tarten en zich aan het ‘onmogelijke’ te wagen: een concrete analyse van de kostprijs die aan een militaire actie in Irak vandaag, in de komende maanden én latere jaren zal vasthangen (zie blz. 45). Hou u vast, want dit economische plaatje oogt niet rooskleurig.

Kort samengevat gaat de negatieve spiraal als volgt. Normaal zou een knauw van 0,5% tot 1,5% op het huidige Amerikaanse Bruto Binnenlands Product (BBP) – afhankelijk van de militaire operaties – incalculeerbaar zijn. Maar de VS worstelt sowieso al met een begrotingsdeficit. Voeg daarbij een negatief spaarsaldo, veroorzaakt door de maniakale consumptiedrift en investeringslust van Amerikaanse gezinnen en bedrijven tijdens de voorbije jaren. De twee samen leveren een kolossaal tekort op de betalingsbalans op. Hoe kan de VS dit financieren? Door de invoer van buitenlands kapitaal. Dus verlaagden de Amerikanen hun dollarkoers om de appetijt van Europa en andere landen aan te zwengelen om dollaractiva aan te kopen.

Allemaal goed en wel, zegt u vast, maar raakt dat mijn portefeuille? Toch wel. Wanneer banken en verzekeringsmaatschappijen al niet in een optimale conditie verkeren (zie blz. 118), en de bedrijfswereld heeft last van overcapaciteit en prijzendruk, dan wordt u een gevaarlijke cocktail geserveerd. Een sterk jojoënde dollar zorgt voor instabiliteit in het internationale geldwezen – bankiers en financiers houden daar niet van -, waardoor verzekeringspremies en tarieven voor bankkrediet de hoogte ingaan. En een hogere olieprijs vreet het winstcijfer van bedrijven aan, omdat ze die hogere kosten niet kunnen doorrekenen aan hun klanten. Met andere woorden: uw lust of motivatie om te beleggen neemt ook niet toe.

“De wereldeconomie verkeert sowieso al in een behoorlijk belabberde toestand,” stellen we vast, en dat verhoogt onbetwistbaar de economische impact van een militair conflict in Irak. Wie deze week de kranten opensloeg, is ongetwijfeld opgevallen dat er dit jaar in België met (onder meer) de Limburgse bouwonderneming Gebroeders Claes, het Kempense grafische bedrijf Brepols, de West-Vlaamse textielspecialist Sofitex en de onderhoudsfirma Weisspunkt al veel meer grote bedrijven failliet zijn gegaan dan in de vorige jaren. De Vlaamse en federale werkloosheidscurve blijft stijgen (zie blz. 53).

In die context oogt het protest van een Vlaamse ministeriële excellentie als Dirk Van Mechelen ( VLD) tegen de ‘desinformatie’ van vier captains of industry die een pleidooi houden voor meer industriële draagkracht, zorgwekkend. Ook de juridische achterhoedegevechten van de Waalse regering tegenover Arcelor steken schril af tegenover de nuchterheid en daadkracht waarmee het noorden van dit land het verlies van Philips Hasselt in Limburg aanpakt. Zelfs het getwist tussen VBO en VEV over een regionale loonvorming was een erg vals klinkende noot in deze tijden van onzekerheid.

Politiek en economisch zou dit surrealistische landje aan de Noordzee beter de rangen sluiten – niet alleen op federaal, maar ook op internationaal niveau, zoals we hier al met de manoeuvres van minister Louis Michel ( MR) in Navo– en EU-kringen hebben aangetoond. Is een beetje meer daadkracht in politieke beleidskringen en werkgeversmilieus bij een economische en militaire crisis van dit kaliber dan echt te veel gevraagd?

Piet Depuydt, Hoofdredacteur [{ssquf}]

Politiek en economisch zou dit surrealistische landje aan de Noordzee beter zijn rangen sluiten, om een economische en militaire crisis van dit kaliber ten gronde aan te pakken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content