Opzij, ik heb een ongelofelijke haast

Jan Denys Arbeidsmarktdeskundige en woordvoerder van Randstad

Stress is één van de sleutelwoorden van deze tijd. Alle pleidooien voor meer onthaasting ten spijt raast deze maatschappij tegen een tempo dat velen niet kunnen volgen.

Voor sommigen ligt de schuld voor deze situatie bij de bedrijven. De toenemende concurrentie en de groeiende macht van de aandeelhouders zorgen voor toenemende druk op het arbeidsritme. Aan werknemers worden steeds meer eisen gesteld, gaande van integrale kwaliteitszorg tot just-in-time-productie. Bedrijven worden dan ook aangemaand aan stresspreventie te doen: ze creëren meer autonomie op de werkvloer en organiseren meer systematisch werkoverleg. Ze worden daar zelf ook beter van, want recent onderzoek schatte de stressfactuur op zo’n 100 miljard frank per jaar.

Maatschappij.

Bedrijven laten zich in deze nochtans ietwat te gemakkelijk in het verdomhoekje zetten. Dat ondernemingen dikwijls te veel vragen van hun werknemers kan geen zinnig mens betwisten, maar dat betekent niet dat de oorzaak voor de toegenomen stress in de samenleving volledig bij hen ligt. Dat betekent per definitie ook dat bedrijven dit probleem niet alleen kunnen oplossen.

Een flink deel van de extra portie stress is ook te wijten aan meer algemene maatschappelijke veranderingen. Denk maar aan de veranderende samenstelling van de gezinnen. Naast de traditionele éénverdienersgezinnen zijn er de jongste decennia vele andere leefeenheden ontstaan: dubbele carrières, anderhalfverdieners, éénoudergezinnen, bewust alleenstaande yuppies enzovoort.

De thuiswerkende moeder is een minderheid geworden. In heel het stressverhaal speelde zij echter een belangrijke rol. Zij vormde namelijk een soort buffer die voor een goed geoliede samenhang tussen privé en werk zorgde. Met de massale arbeidsparticipatie van vrouwen is deze buffer verdwenen en is de samenhang tussen privé en werk problematisch geworden. Bij veel werknemers wordt de dagelijkse portie stress meer gevoed door deze problematische samenhang dan door het veeleisende werk.

Privé.

Maar werknemers leggen privé de lat ook almaar hoger. Denk maar aan de opvoeding van de kinderen. Hoe men het draait of keert, vroeger werd hieraan niet zoveel aandacht besteed. Mijn vader bekeek elke week enkele seconden mijn ‘puntenboek’, zette vlug een handtekening en dat was dat. Dat was dertig jaar geleden de betrokkenheid op school. Ik had niet het gevoel een uitzondering te zijn.

Anno 2000 zijn veel ouders elke dag naast de dagtaak ook nog in de weer met het huiswerk, het opvragen van lessen enzovoort. Daarnaast zijn er de buitenschoolse activiteiten (niet alleen in het weekend) waarvoor de ouders veel supplementaire files dienen te trotseren. We willen nu éénmaal het beste voor onze kinderen.

Verantwoordelijkheidszin.

De toegenomen verwachtingen, de toegenomen eisen die de burgers stellen aan zichzelf en aan het leven zorgen op hun beurt ook voor de nodige portie stress. Het lijkt wel of veel burgers vandaag helemaal geen keuzes meer willen maken. Men wil alles, en liefst onmiddellijk. Sorry, maar hij of zij die dit wil, moet niet komen zeuren. Wie bijvoorbeeld elke dag om vier uur thuis de kinderen wil opwachten, kiest geen baan in de journalistiek, maar een andere die dit wel toelaat. Sommige burgers beginnen het evenwel normaal te vinden dat bedrijven alle gevolgen van persoonlijke keuzes op zich nemen. Ze worden daarin geruggesteund door de huidige schaarste op de arbeidsmarkt.

Ondernemingen denken best twee keer na vooraleer daar lichtzinnig op in te gaan. Het grote gevaar is dat men verwachtingen schept die men niet kan (blijven) waarmaken. Als we vertrekken van meer realistische uitgangspunten kan de strijd tegen de te grote portie stress meer vruchten afwerpen. De bedrijven, de overheid maar ook de burgers zelf moeten daarbij verantwoordelijkheid opnemen. De bedrijven alleen kunnen dit onmogelijk aan.

jan denys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content