OPTIMISME BIJ BELGISCHE BEDRIJVEN

Experts mogen dan nog ernstige vraagtekens plaatsen bij de economische situatie van China, de Belgische bedrijven die er actief zijn, voelen naar eigen zeggen weinig van de allesbehalve rooskleurige toestand waarin het land zich zou bevinden. China is een land vol opportuniteiten en dat zal in de toekomst zeker niet veranderen, klinkt het in koor. De Belgische ondernemingen gaan in hun analyse wel uit van de zeer optimistische groeiperspectieven voor de Chinese economie.

Johan Jacobs, woordvoerder van Agfa-Gevaert: “Onze omzet in China maakt ongeveer 3% van de wereldwijde omzet uit. Dat is niet veel, maar door de toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie ( WTO) beschouwen we de regio wel als een belangrijk groeigebied voor de toekomst. De Chinese economie groeit immers gemiddeld 8% per jaar.” Agfa beschikt in China over een productie-eenheid waar in Europa geproduceerde filmrollen werden veredeld. Die zijn bestemd voor de lokale markt in Wuxi, nabij Sjanghai. Daarnaast wordt er voor 30 miljoen dollar geïnvesteerd in een gloednieuwe productie-installatie voor grafische drukplaten. De ingebruikname is voorzien voor het derde kwartaal van 2003.

Agfa is natuurlijk niet het enige Belgische bedrijf dat in China actief is. Ook Solvay, UCB, Sioen, Bekaert, Umico doen hier zaken, en natuurlijk Janssen Pharmaceutica, dat al twintig jaar in China aanwezig is. Xian-Janssen is de grootste farmaceutische joint venture in China, met meer dan duizend mensen in dienst. “Het is een enorme markt,” zegt Raf Hermans, woordvoerder van Janssen Pharmaceutica. “Bovendien leeft er een sterke handelsgeest. Elke Chinees is een handelaar, al eeuwenlang. Letterlijk overal zie je handel drijven. Als een Chinees bidt – wat weer met mondjesmaat wordt toegelaten – dan bidt die voor meer geld.” Hermans begrijpt dus de kritiek niet als zou China geen echte markteconomie zijn: “Ik heb daar nog nooit een communist gezien.” Hij verwijst daarvoor ook naar recente economische realisaties: in Antwerpen staat een tiental hoge gebouwen, in Peking zo’n 500. Xian telt nu al bijna honderd wolkenkrabbers. Rond de stad is intussen ook al een derde ring gebouwd en Peking zal tegen 2008 zijn achtste ring hebben.

Bij Agfa is men kritischer: “China kan je nog niet echt een zuivere markteconomie noemen. Daarvoor is de sterk dirigerende overheidsinvloed, met de daaruit voortvloeiende handelspraktijken, nog te groot. Maar sinds China’s toetreding tot de WTO wordt de markt langzaam maar zeker geliberaliseerd.” Belgische bedrijven wijzen er ook op dat er heel wat lokale en regionale initiatieven zijn om Westerse ondernemingen aan te trekken. Er wordt vooral uitgekeken naar 2004. Dan wordt de dienstenmarkt geliberaliseerd.

Een ander heikel punt in China is dat de bureaucratische regels de ontwikkeling én het rendement van de bedrijven remmen. Johan Jacobs van Agfa: “Over het algemeen is het niet makkelijk om op korte termijn tot een stevige winstgevendheid te komen. Niet alleen de bureaucratie leidt tot de inzet van meer middelen, je moet ook heel wat geld investeren om toegang te krijgen tot de lokale markt. Bovendien kan China niet afdoende bewerkt worden zonder de inzet van distributienetten en dat kost ook geld. En je moet ook rekening houden met de lokale concurrentie, die grote volumes op de markt kan brengen tegen zeer scherpe prijzen. Maar ondanks die factoren is het voor een wereldwijd bedrijf als Agfa niet onmogelijk om in China op termijn goede omzetten en interessante marges te realiseren.”

Voor de bureaucratische hinderpalen heeft Umicore een klassiek recept klaar: samenwerken met een betrouwbare Chinese partner. Janssen werkt ook nauw samen met zijn Chinese partners. De staat is immers voor 48% eigenaar van Xian-Janssen. “De samenwerking met de overheid verloopt tamelijk vlot,” beklemtoont Hermans, die zelf lange tijd in China heeft doorgebracht. “Maar zij hebben er ook alle voordeel bij dat dit bedrijf goed draait.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content