Opmerkelijke reorganisatie bij Unizo: van 23 naar 11 regio’s

Van de 23 gewesten van Unizo zullen er na een grootse fusie-operatie nog maar elf overblijven. Dat moet de professionaliteit van de dienstverlening vergroten. En een grotere slagkracht bieden tegenover Voka.

Herhalingen ogen niet mooi. De Spastraat wordt daarom wel eens als synoniem voor de Unie van Zelfstandige Ondernemers (Unizo) gebruikt. Voor heel wat Unizo-leden is de Brusselse Spastraat, waar de hoofdzetel gevestigd is, echter een verre onbekende. Zij kennen wel de Louizastraat in Antwerpen of de Lange Kruisstraat in Gent, de Lange Steenstraat in Kortrijk of de Maastrichtersteenweg in Hasselt. Unizo heeft immers 23 gewesten.

Achter die 23 regio’s staan 294 lokale ondernemingsverenigingen en 3600 (vrijwillige) bestuurders. “Dat is de sterkte van Unizo,” meent Jan Sap, adjunct-directeur van Unizo en regisseur van de fusie-operatie, die de titel Unizo 2005 meekreeg. Maar tegelijkertijd is die structuur ook de zwakte. Unizo is gegroeid vanuit de lokale kernen. En dat heeft niet geleid tot een uniforme aanpak. Daarom wordt de regionale structuur nu sterk vereenvoudigd en gestroomlijnd. De 23 regio’s worden herleid tot elf. In West-Vlaanderen gaat het van negen naar vier. Maar ook Antwerpen – van vijf naar twee – en Oost-Vlaanderen – halvering van de zes regio’s – krijgen een stevige reorganisatie te verteren.

“We willen één soort Unizo: met dezelfde opdrachten, een identiek financieel en personeelsbeleid,” licht Jan Sap toe. “We zoeken een evenwicht tussen het centrale en het decentrale. Na de naamsverandering in 2000 van NCMV naar Unizo is Unizo een sterk merk geworden. Nu zetten we de tweede stap. Neen, dit is geen rechtstreeks antwoord op Voka, dat ontstond uit het samenwerken van het VEV en de kamers van koophandel. Maar het speelt natuurlijk wel mee. De concurrentie heeft sommige mensen in de regio’s wakker geschud.”

Michel Adriaens, voorzitter van Unizo Antwerpen en eigenaar van kantoorbedrijf Bulvano, is ervan overtuigd dat Unizo nu sterker zal staan. “We zullen naar buiten treden met een ander imago. Ik denk dat wij meer geapprecieerd worden voor onze knowhow en representativiteit op zowel Vlaams als federaal vlak. Voka wordt vooral bezocht voor de mogelijkheden tot netwerking.”

De pijnpunten van een fusie

“Ik zit ook in het nationale directiecomité en kende dus mee als eerste het plan Unizo 2005 toen gedelegeerd bestuurder Kris Peeters het in 2003 lanceerde,” zegt Michel Adriaens. “Ik heb toen onmiddellijk een vergadering belegd met Leo Cannaerts, de voorzitter van Unizo Mechelen, en Karel Byl, de voorzitter van Unizo Kempen. We waren alledrie bereid tot een fusie, maar Karel moest eerst drie besturen binnen de Kempen op een lijn krijgen. Wij konden met Antwerpen en Mechelen sneller gaan.” Vandaar dat volgende week 15 december de fusie tussen Unizo Antwerpen en Mechelen officieel wordt aangekondigd. Unizo Kempen blijft apart.

Die fusie is er volgens de beide voorzitters zonder al te grote problemen gekomen. “Onze mensen voelden de noodzaak om een meer professionele begeleiding te kunnen geven,” ervoer accountant Leo Cannaerts. “Tegelijkertijd rees wel de vraag naar de onafhankelijkheid. Komen die van Antwerpen niet naar hier om het loket Mechelen te sluiten? Zodra duidelijk was dat alle kantoren open zouden blijven, was iedereen gerust.”

Toch heeft de hele operatie nog vrij lang geduurd. In april 2004 werd een taskforce opgericht en pas anderhalf jaar later is de fusie een feit. De budgettaire en statutaire eenmaking van twee vzw’s die beide al 50 jaar bestonden, duurde langer dan gedacht.

Niet overal ging het zo gemakkelijk. “Op de eerste vergaderingen werd er op veel plekken hard geroepen,” geeft Jan Sap toe. “Eerst wilden sommige mensen niet mee, maar geleidelijk groeide de samenspraak.”

Zoals meestal bij een fusie, zijn de mensen het meest delicate probleem. Wie minder regio’s zegt, zegt ook minder directeurs. De 23 secretarissen moesten gereduceerd worden tot elf regiodirecteurs. “De regiodirecteur heeft geen eenvoudig profiel,” legt Sap uit. “Hij of zij is het gezicht naar buiten, hij moet intern kunnen managen, hij moet een netwerker zijn en financieel onderlegd.” Er werd steeds een open vacature uitgeschreven. Soms waren de bestaande secretarissen kandidaat, maar soms – zoals in Antwerpen en Mechelen – ook niet. De eindselectie gebeurde via een assessment. Voor wie van de regiosecretarissen, gewild of ongewild, buiten de boot viel, werd een oplossing binnen de beweging gezocht.

Eerstelijnszorg in de regio

Een studie van PricewaterhouseCoopers vormde het startschot van Unizo 2005. PWC onderzocht wat een zelfstandige ondernemer verwacht van een organisatie als Unizo. Daaruit kwamen vier strategische pijlers naar voren: in volgorde zijn dat de belangenverdediging, informatie- en adviesverlening, ondernemersvereniging en commerciële diensten. In juni 2003 werd het startschot gegeven, een jaar later was er een omlijnd idee van hoe de reorganisatie moest verlopen. Dat resulteerde in januari 2005 in een blauwdruk.

Volgende week, 14 december 2005, stemt de algemene vergadering van het nationale Unizo over de nieuwe statuten. Er komt een nieuwe algemene vergadering, alle voorzitters van de regio (steeds ondernemers) worden lid van de raad van bestuur, en de regiodirecteurs komen samen met de nationale directie in een directiecomité. Tegelijkertijd werd er op lokaal vlak hard gewerkt aan de statuten van elke regionale fusie-vzw. Zodat nu ongeveer iedereen klaar staat om de verandering te implementeren. Unizo heeft voor de start een investeringsfonds klaar van 1,5 miljoen euro. Voor elke 100 euro die een regio investeert in zijn start, legt Unizo nationaal 40 euro bij. Tegen september 2006 moet alles definitief rond zijn.

In de regio zal het Unizo-lid eerstelijnsadvies krijgen. De regionale adviseurs zullen gebruik kunnen maken van een uniek nieuw kennisbeheersysteem. Nu had iedereen te veel zijn eigen kast, waardoor het advies niet altijd uniform was. Voor complexe problemen wordt doorverwezen naar het nationale niveau.

Regionale belangenverdediging zal meer aandacht krijgen. De regio’s krijgen ook een belangrijke taak om ondernemers samen te brengen. KMO-Contact wordt een typische taak van de regio’s (zie kader: Unizo-diensten). Er komt in maart 2006 een nieuwe ledendatabank, die de regio zullen kunnen gebruiken om beter aan ledenwerving en ledenbinding te doen.

Een belangrijke wijziging treedt op bij de diensten. Betalende diensten zullen niet langer onder de merknaam Unizo geleverd worden. “Op die manier kunnen we onze kernbusiness duidelijk stellen,” vindt Jan Sap. “Wel wordt er een overeenkomst met de verleners van de betalende diensten gesloten, waarbij zij een financiële vergoeding betalen aan Unizo. Aan die scheiding tussen het regionale Unizo en de betalende diensten moet hier en daar nog gewerkt worden. In sommige regio’s waren nogal wat mensen die beide tegelijkertijd deden en daardoor is het splitsen van beide activiteiten niet zo eenvoudig. Een fusie is nooit af.”

Guido Muelenaer

“Op de eerste vergaderingen werd er hard geroepen, daarna groeide de samenspraak.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content