‘Open Vld zal nooit een vermogenskadaster toelaten’

België bespaart zonder zichzelf in een diepe recessie te duwen, de grootste pensioenhervorming sinds mensenheugenis is goedgekeurd en er komt geen vermogenskadaster noch een minimumbelasting voor bedrijven. Vicepremier en minister van Pensioenen, Vincent Van Quickenborne (Open Vld), verdedigt 100 dagen regering-Di Rupo: “Wij hebben een nieuwe belastinggolf tegengehouden.”

Bij het binnenstappen van het kabinet van de minister van Pensioenen valt een groot portret van Otto von Bismarck op. Is de liberaal Vincent Van Quickenborne een fan van de ‘IJzeren Kanselier’ die in de negentiende eeuw een eerste vorm van sociale zekerheid invoerde? “Overal hangen hier portretten van bekende figuren: Friedman, Keynes, Madonna, zelfs Karl Marx. Er staan altijd citaten bij die met ondernemerschap te maken hebben. Die foto’s maken van het kabinet een inspirerende werkomgeving.” Volgens de vicepremier inspirerend genoeg om resultaten te boeken, want de eerste honderd dagen van de regering-Di Rupo evalueert hij als “zeer grondig, zeer diepgaand en snel”.

“Ik heb in Verhofstadt II, Leterme I, Van Rompuy I en Leterme II gezeten, en geen enkele regering heeft zoveel werk verzet in honderd dagen als deze”, benadrukt Van Quickenborne. “De vaart zit erin dankzij het ambitieuze regeerakkoord van meer dan 180 bladzijden. Nu wacht de hervorming van justitie, een omslag in het asiel- en migratiebeleid, verdere stappen in het energiedossier (zie kader ‘We veilen nucleaire capaciteit’), en de hervorming van de NMBS. Dan vergeet ik nog de staatshervorming.”

VINCENT VAN QUICKENBORNE. “Enkel rokers en grote beleggers zouden de inspanningen bij de jongste begrotingscontrole echt voelen. Dat klopt niet. Wie de besparingen het meest voelt, is de overheid zelf. De Rijksdienst voor Pensioenen bijvoorbeeld heeft een werkingsbudget van 135 miljoen euro. Wij moeten nu op jaarbasis 5 miljoen euro besparen, en nog eens 10 miljoen euro niet uitgeven. Dat betekent dat wij nauwelijks mensen vervangen. Het personeelsbestand zal hier in enkele jaren tijd met een derde verminderen, terwijl we meer werk moeten verzetten. De federale overheid beleeft haar grootste afslankingskuur in jaren. Het aantal federale ambtenaren is in vier jaar met 10.000 verminderd. En toch heeft de federale overheid nog nooit zo goed gewerkt als vandaag. We bewijzen dat we met minder meer kunnen doen. Deze vermageringskuur wordt echter nauwelijks gevolgd door de deelstaten of de lokale overheden. Slechts 20 procent van de ruim 800.000 ambtenaren werkt op het federale niveau.”

U bespaart op de werkingskosten, maar de totale overheidsuitgaven zijn de voorbije tien jaar fors gestegen, van 43 naar 50 procent van het bbp. Daar zien we nog geen omslag, en dus moet de belastingdruk ook hoog blijven?

VAN QUICKENBORNE. “De federale overheid bespaart nu op recurrente basis 1 miljard euro op een uitgavenpakket van 44 miljard euro. De klim van de personeelskosten tussen 1995 en 2010 op de andere niveaus voedt de stijging van de totale overheidsuitgaven. In de volgende tien jaar gaat een derde van de ambtenaren met pensioen. Wij hanteren een sleutel om twee van de vijf afzwaaiende ambtenaren te vervangen. En dat wordt gemiddeld een op de vijf. De deelstaten durven dat niet, hoewel daar, zo wordt mij gezegd, hervormingspartijen in de regering zitten. Maar om het overheidsbeslag naar beneden te krijgen moeten de andere niveaus het voorbeeld van de federale regering volgen.”

De helft van de overheidsuitgaven gaat op aan sociale uitkeringen, vooral aan pensioenen en gezondheidszorg. Ligt ook daar het kalf gebonden?

VAN QUICKENBORNE. “Gezondheidszorg is goed voor ruim 25 miljard euro, maar daar beperken we de groeivoet tot 1,7 procent plus inflatie dit jaar en 2 procent volgend jaar. Vergelijk dat met de 4,5 procent plus inflatie van vroeger. Er kan nog meer bespaard worden, via een hogere efficiëntie en grotere inzet van generieke geneesmiddelen. Het voorschrijfgedrag wordt nog veel te weinig gecontroleerd. Door de technologische vooruitgang komen wel nieuwe maar vrij dure therapieën op de markt. Het gevaar van een gezondheidszorg met twee snelheden ligt dan op de loer. Dit in goede banen leiden, is een even grote uitdaging als het pensioenvraagstuk. Dankzij de pensioenhervorming zal op kruisnelheid 1,5 miljard euro bespaard worden. Voor het eerst sinds 1961 zijn we er ook in geslaagd om de ambtenarenpensioenen te hervormen. Deze regering doet wat ze moet doen. Meer kan niet, tenzij je revoluties wil ontketenen.”

Is dat soms niet nodig, een beschaafde revolutie om de zaak grondig te hervormen?

VAN QUICKENBORNE. “Ik stel vast dat een aantal landen met zichtbaar genoegen in hun spieren snijden. Zo’n stoerheid leidt tot een recessie, zoals in Nederland. Wat uiteindelijk telt, is het resultaat, en België heeft het ergste van deze milde recessie achter zich gelaten. Let op, ik twijfel niet aan het volhouden van de budgettaire orthodoxie. Ik geloof niet in de thesis dat je de crisis kan verslaan door nog meer schulden te maken. Dat is de fout die we in de jaren zeventig gemaakt hebben. Besparingen en economische groei zijn perfect te combineren, zolang we het vertrouwen van consumenten en ondernemers niet ondermijnen. De budgetcontrole was moeilijk, maar we vonden 2 miljard euro zonder hen te raken. En we hebben bij de regeringsvorming ook al een indicatief budget voor 2013 en 2014 opgesteld. Alle maatregelen zijn bekend, tenzij de economie verder achteruit boert. Dat moet vertrouwen geven. Er zitten geen grote begrotingsmaatregelen meer in de lade van de regering.”

Was het een hard gevecht op de begrotingscontrole, bijvoorbeeld om te vermijden dat er een vermogenskadaster zou komen?

VAN QUICKENBORNE. “Hard discussiëren is eigen aan coalities. Voor de liberalen was het een probleem dat ook de kleine spaarder, die minder dan 20.000 euro aan roerende inkomsten per jaar heeft, 25 in plaats van 21 procent zou moeten betalen. Mensen zouden dat geld dan anderhalf jaar later kunnen terugvorderen van de belastingen. Dat kwam neer op een soort van renteloze lening aan de overheid. Bovendien speculeerde men erop dat mensen zouden vergeten het te veel betaalde geld terug te vragen.”

Veel mensen zeggen dat ze 25 procent willen betalen, maar anoniem willen blijven met hun vermogen. Dat geeft toch een signaal naar de politiek dat men bevreesd is voor een vermogenskadaster.

VAN QUICKENBORNE. “De vrees voor een vermogenskadaster is ongegrond. Wij zijn tegen een vermogenskadaster en dat zal er ook niet komen zolang wij in de regering zitten. Open Vld geeft die garantie. Intussen overleggen we met de banken hoe we de hogere roerende voorheffing het best kunnen organiseren.”

Bij de beleggers is de indruk toch groot dat deze regering minder vriendelijk is voor wie belegt en investeert in risicokapitaal.

VAN QUICKENBORNE. “Zoals het ABVV vindt dat wij bijzonder onvriendelijk zijn voor werklozen en gepensioneerden. Ik besef dat iedereen een inspanning moet doen en beleggers hebben een bijdrage geleverd via de hogere beurstaks. Wie werkt en investeert hebben wij ongemoeid gelaten. Dat is het belangrijkste.”

Hebt u veel e-mails gekregen van personeelsdirecteurs of bedrijfsleiders die klagen over de hogere belasting op bedrijfswagens?

VAN QUICKENBORNE. “Ik heb een telefoon gekregen van iemand die erover klaagde dat hij meer moest betalen voor zijn zes bedrijfswagens, waaronder twee oldtimers en sportwagens.”

Maar er zijn zelfstandigen en vrije beroepers die per maand plots 200 euro extra moeten betalen.

VAN QUICKENBORNE. “Ik rijd met een Audi A8 en ik betaal daarvoor het voordeel alle aard uit eigen zak. Ik betaal per maand 300 euro meer, maar als ik kijk wat ik netto verdien, dan is dat geen onmenselijke inspanning. De Belgische regeling voor bedrijfswagens was uniek en die hebben we nu bijgestuurd. Maar we hebben in vergelijking met onze buurlanden nog altijd een gunstig systeem.”

Die regeling is natuurlijk ook een compensatie voor de hoge Belgische loonkosten. Werkgevers wijken dan uit naar die systemen.

VAN QUICKENBORNE. “Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven heeft België een loonkostenhandicap van 4,5 procent ten opzichte van de buurlanden, maar we doen het enkel slechter dan één land: Duitsland. We doen het beter dan Frankrijk en Nederland. We moeten proberen inspiratie te halen uit de goede voorbeelden zoals Audi Brussel. De studie van de taskforce van Agoria leert dat België voor autoassemblage 5 procent goedkoper is dan de buurlanden. Ten tweede kiest Audi Brussel voor een flexibele werkvloer waarbij de werknemers bij verhoging van het volume meer presteren en op andere momenten minder werken. Bovendien gaat Audi Brussel opleidingen geven in scholen om jongeren te doen kiezen voor technische studierichtingen. Dat systeem is volgens mij een goede optie.”

De regering wil de discussie over de concurrentiekracht voeren zodra de rapporten van de CRB en de Nationale Bank klaar zijn. Maar die zijn er en de inhoud is bekend. Waar wachten we op?

VAN QUICKENBORNE. “Je moet rekening houden met de recentste evoluties. Het voorbije jaar zijn de loonkosten in Duitsland met 3,7 procent gestegen. Bij ons is dat 2,7 procent. We hebben de handicap wat ingehaald en het is goed om te werken op basis van de allerlaatste cijfers. Daarom wachten we nieuwe rapporten af. Het is voor mij ook duidelijk dat de wet van 1996, die het evenwicht vastlegt tussen koopkracht en competitiviteit, onvoldoende heeft gewerkt. De wet zal de kern uitmaken van de discussies. De wet houdt rekening met de loonkosten, maar te weinig met de productiviteit. We zouden het element productiviteit ook moeten inschrijven in die wet. Hoge loonkosten vormen geen probleem als ook de productiviteit hoog is.”

Is een indexsprong de komende maanden nog mogelijk of nodig?

VAN QUICKENBORNE. “De wet van 1996 bijsturen is voor mij veel fundamenteler dan tijdelijke ingrepen.”

Open Vld krijgt klappen in de peilingen. Bent u niet bang dat de kiezer uw strategie om “erger te voorkomen” op federaal niveau niet begrijpt?

VAN QUICKENBORNE. “Een voorganger van mij heeft ooit gezegd: als ik doe wat ik moet doen, word ik niet meer verkozen. Wij doen nu wél wat we moeten doen. Politici moeten opnieuw langetermijnhervormingen op poten zetten. Open Vld heeft al die belastinggolven tegengehouden, zoals een vermogensbelasting, een vermogenskadaster en de minimumbelasting op bedrijven. De landen met zo’n minimumbelasting zijn Kameroen en Guinea. Die komt er nooit. Dat kan je trouwens niet doen op een moment dat bedrijven het moeilijk hebben. Maar nog veel belangrijker zijn de sociaaleconomische hervormingen: langer werken, afbouwen van de werkloosheidsuitkeringen en het beperken van de wachtuitkeringen. Dat was zes maanden geleden onbespreekbaar.”

Uw kabinetschef zei op een colloquium over pensioenhervorming dat mensen door het verstrengde brugpensioen proberen weg te vluchten naar andere uittredingsstelsels, zoals invaliditeit.

VAN QUICKENBORNE. “Hij heeft dat gezegd. Maar je moet ook het tweede deel van de uitspraak vermelden. Ook die andere stelsels worden hervormd en verstrakt. Neem Medex, het bestuur dat de invaliditeit controleert. Daar komen meer mensen en wordt de controle opgevoerd. Dat moet 30 miljoen euro per jaar opbrengen. Bij verschuivingsgedrag worden mensen even hard aangepakt.”

Dacht u niet dat men u voor gek zou verklaren toen u zei dat u de mensen langer zou doen werken?

VAN QUICKENBORNE. “De laatste echte pensioenhervorming was het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen in de jaren negentig. Daarvoor is er eigenlijk nooit sprake geweest van een bijsturing. In 1970 lag de gemiddelde pensioenleeftijd op 64 jaar en de levensverwachting was toen 68 jaar. Vandaag is de gemiddelde uittredeleeftijd iets meer dan 59 jaar en de levensverwachting bedraagt 80 jaar. De eerste hervorming moet die uittredeleeftijd van 59 naar 61 jaar te brengen. Na 2014 zijn nieuwe stappen nodig om nog dichter bij de 65 jaar te komen. Deze boodschap komt zeker hard aan bij vijftigers die plannen hadden gemaakt. Maar ik denk er iets heel interessant in de samenleving bezig is. De komende tien jaar moeten bedrijven 450.000 arbeidskrachten vervangen, onder andere door de massale pensioneringsgolf. Oudere werknemers zijn dan een troef voor bedrijven.”

Een ander heikel dossier is Dexia Holding. Topman Pierre Mariani zegt dat Dexia zwaar in de problemen komt als de vergoeding voor de waarborgen niet verlaagd wordt. Is er in de regering oor naar die oproep?

VAN QUICKENBORNE. “In de volgende maanden, als Dexia aan Europa zijn definitief herstructureringsplan voorlegt, moet daar duidelijkheid over komen. Intussen hebben wij Dexia Bank België, nu Belfius, veiliggesteld door de bank voor 4 miljard euro over te nemen. Dat is een faire prijs. Daarnaast heeft Dexia Holding bijna alle leningen die niet gedekt waren door onderpand terugbetaald aan Belfius. De ‘ unsecured‘ funding van Belfius aan Dexia is gedaald van 25 miljard euro naar 700 miljoen euro.

“Het is niet verstandig om aan paniekzaaierij te doen. De bevolking kan gerust zijn: er hangt geen miljardenfactuur boven ons hoofd. De kans dat de Belgische waarborgen tot maximaal 54 miljard euro in een definitief herstructureringsplan, worden uitgewonnen is zeer klein. Maar we moesten die waarborgen geven om het systeem veilig te stellen.”

Nog één belangrijke vraag: een pronostiek voor de bekerfinale KV Kortrijk-Lokeren van zaterdag?

VAN QUICKENBORNE. “Ik gok op 2-1, maar ik onderschat Lokeren niet.”

ALAIN MOUTON EN DAAN KILLEMAES

“Ik betaal per maand 300 euro meer voor mijn Audi A8, maar als ik kijk wat ik netto verdien, dan is dat geen onmenselijke inspanning”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content