Op zoek naar charme

Brussel is een subtopper in de Champions League van de kantoorsteden. Met dank aan Europa en zijn vele instellingen. Maar de EU staat ook bekend om haar gebrek aan transparantie en als slechte bouwheer. Die reputatie wil ze echter ombuigen.

Is Europa een zegen voor Brussel? Siim Kallas, vicevoorzitter van de Europese Commissie en als commissaris voor Administratieve Zaken bevoegd voor het vastgoedbeleid van de Commissie, meent van wel. De voormalige eerste minister van Estland vindt Brussel ook een geweldige stad om in te wonen. Nochtans is hij over zijn eigen Europese wijk allesbehalve enthousiast. “Echt ongelofelijk saai. Dat was mijn eerste indruk van deze wijk. En het is ook zo: dit is uitzonderlijk slecht.”

Dat Europa een vastgoedspeler van formaat is in Brussel, staat niet ter discussie. De Europese Commissie (inclusief de Agentschappen) is in haar eentje al goed voor meer dan 1 miljoen vierkante meter kantoorruimte in Brussel. Tel daarbij de kantoorruimte van de andere instellingen (Parlement, Raad, het Comité van de Regio’s en het Economisch en Sociaal Comité) en je komt tot een kantoorpark van ongeveer 1,9 miljoen vierkante ofwel 15 procent van de totale kantoorruimte in Brussel. En als Europese hoofdstad is Brussel ook een trekpleister voor ambassades, permanente vertegenwoordigingen en lobbyisten. Volgens de vastgoedadviseur DTZ zijn deze nog eens goed voor ongeveer 500.000 vierkante meter. Kortom, als Brussel vandaag meetelt als internationale kantoorstad, dan heeft dat in belangrijke mate te maken met Europa.

Promotors van Brussel-vastgoedstad wijzen ook graag op de stabiliteit van de kantoormarkt in onze hoofdstad. Opnieuw met dank aan Europa? “De belangrijke Europese aanwezigheid draagt inderdaad bij tot die stabiliteit”, vindt Frédéric Van de Putte, managing director van DTZ. “Het legt een bodem onder de markt. Te meer daar er geen sprake is van een eventueel vertrek van de Europese instellingen.”

Pierre Bondelé, verantwoordelijk voor het letting-departement van Jones Lang LaSalle (JLL) is niet helemaal akkoord. “Europa is een belangrijke, maar geen dominante speler op de Brusselse vastgoed- markt. Brussel heeft een mooie mix van overheidsinstellingen, Europese instellingen en bedrijven. Het is die mix die de stabiliteit van de Brusselse vastgoedmarkt garandeert. Waarom krijgt de Londense vastgoedmarkt vandaag zo’n tik? Omdat Londen zo afhankelijk is van de financiële sector die nu op apegapen ligt.”

Mooie plannen, praktische bezwaren

Ondanks de onmiskenbare Europese bonus voor Brussel is de relatie tussen de Europese Unie en haar gaststad niet altijd even hartelijk. In het bijzonder het vastgoedbeleid van de Europese Commissie en de andere Europese instellingen lag meermaals onder vuur.

Europa heeft zich inderdaad zelden getoond als een trotse of betrokken inwoner in Brussel. De Leopoldwijk grossiert in chaotisch ingeplante, zielloze Europese gebouwen. De charme van de negentiende-eeuwse meesterwoningen verdween en er kwam nul uitstraling in de plaats. Misschien niet alleen de fout van de Europese instellingen, maar ze leken het allemaal goedschiks te ondergaan.

Een schuldbewuste Commissie heeft echter beterschap beloofd. In 2007 sloten de Commissie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een akkoord over een grootschalige herinrichting van de Europese wijk. Opzet: een einde maken ‘aan het beeld van een doods en niet echt geïntegreerd administratief getto’.

Begin maart 2009 werd de laureaat bekendgemaakt van de gezamenlijke wedstrijd van de Commissie en het gewest om deze intentie concreet te maken. Het concept van de winnaar, de Franse architect en planoloog Christian de Portzamparc, verzoent de zorgen van het gewest – de leefbaarheid in de wijk verhogen, vermenging van functies – met de wens van de Commissie om zich te vestigen in minder, maar grotere gebouwen. Zo voorziet het plan enkele grote nieuwe kantoortorens in de Wetstraat.

Pierre Bondelé is de plannen wel genegen, maar vraagt zich tegelijk af hoe realistisch ze zijn. “Ga je de bestaande, verhuurde gebouwen afbreken om er een nieuw groter gebouw op te trekken? Is dat financieel wel haalbaar? Bijkomend probleem is dat in je de Wetstraat met een erg gefragmenteerde eigenaarsstructuur zit.”

Sinds het midden van vorig jaar hanteert de Commissie ook een nieuwe methodologie voor de prospectie en selectie van gebouwen en projecten. Want het gebouwenbeleid was soms ondoorgrondelijk. Met de publicatie van een jaarlijkse raming van vastgoedbehoeften van de Commissie voor het lopende jaar en de vier daaropvolgende jaren, is de markt beter voorgelicht. De transparantie zou ook moeten verhogen door een systematische publicatie van de essentiële onderdelen van ieder project. Daar staat tegenover dat de beslissingtermijnen langer worden en dat de flexibiliteit van de Commissie wordt beperkt. “De duidelijkheid die de Commissie met deze procedure creëert is toch een belangrijke stap vooruit”, vindt Jérome Côppée, directeur corporate real estate services bij DTZ. “Iedereen kan meespelen en meebieden. Bovendien behoudt de Commissie de mogelijkheid om te onderhandelen.”

De Commissie heeft ook eindelijk werk gemaakt van een vastgoedstrategie en -visie voor Brussel. Daarin wordt de keuze voor de Europese wijk als eerste locatie bevestigd. Maar daarnaast worden tot drie vestigingspunten buiten de Europese wijk ontwikkeld. Met dat decentralisatiescenario wil de Commissie vermijden dat ze te afhankelijk wordt van het aanbod in de dure Europese wijk. Voor de keuze van de nieuwe vestigingspunten schuift de Commissie enkele criteria naar voren: een goede verbinding met het openbaar vervoer, goede integratie in het stedelijk milieu, aanwezigheid van handelszaken, enzovoort. Een zestal wijken zou in aanmerking komen: Josaphat, Delta, Tour & Taxis, de Noordwijk, het Weststation in Molenbeek en Schaarbeek-vorming. Kallas heeft het zelf over negen voorstellen die onderzocht worden (zie interview blz. 56).

Brussel zonder Europa

Wat voor kantoorstad zou Brussel zijn zonder Europa? “Een maatje kleiner in ieder geval”, antwoordt Van de Putte. “Misschien te vergelijken met Wenen. Als hoofdstad van België en Vlaanderen, is Brussel sowieso een belangrijk administratief centrum.”

“Het zou een andere stad zijn”, reageert Jean-Michel Meersseman, associate director office agency bij JLL. “Misschien meer à la Dublin. Met meer corporates. Brussel heeft lange tijd weinig moeite gedaan om kantoorgebruikers aan te trekken. Want met de Europese Unie was de tertiaire sector toch al meer dan voldoende vertegenwoordigd, vond men. Maar dat is nu toch veranderd, onder meer door concurrentie tussen de gewesten. Vandaag doet Brussel toch wel inspanningen om zijn bedrijven te behouden en nieuwe aan te trekken.” (T)

y Door Laurenz Verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content