“Op iedereen past wel een hoedje”

Zelf zijn Elvis Pompilio, Christophe Coppens en Fabienne Delvigne er niet altijd bij op Waregem Koerse. Hun hoeden daarentegen…

Elvis Pompilio

Op de hoek van de Zuidstraat bevindt zich de boetiek van de flamboyante, maar minstens even sympathieke Elvis Pompilio. Zoals zijn zelf gekozen voornaam al laat vermoeden, zo’n beetje The King onder de Belgische hoedenontwerpers. Over een gebrek aan internationale aandacht heeft Pompilio dan ook niks te klagen. Zijn reputatie schoot als een komeet omhoog toen hij bij zijn debuut in 1990 meteen de prestigieuze Victor-modeprijs in de wacht sleepte. In 1992 mocht hij bovendien ons land vertegenwoordigen op de wereldtentoonstelling van Sevilla. Tegenwoordig bezit Pompilio boetieks in Brussel en Parijs. In het klantenbestand vindt u vedetten terug als Madonna, Debbie Harry, Harrison Ford, Elle McPherson en Joan Collins.

“Die erkenning is natuurlijk mooi meegenomen, maar ik ontwerp even graag voor al mijn klanten. Mijn grootste trots blijven mijn hoeden. Niet zozeer wie ze draagt,” relativeert Pompilio. Volgens hem past op iedereen wel een hoedje. Wat dat betreft, geeft hij overigens graag het goede voorbeeld; zelfs op een snikhete zomerdag treft u Pompilio aan met een luchtige, maar behoorlijk stoere cowboyhoed op het hoofd gebeiteld. In tegenstelling tot Coppens of Delvigne heeft Pompilio dan ook een heuse herencollectie. Meer nog: zelfs zijn winkel is netjes opgedeeld in een hoek voor ‘juffrouwen’ én, vlak ernaast gelegen in de Lombardstraat, een hoek voor ‘heren’.

Een gebrek aan productiviteit kan Pompilio moeilijk worden aangewreven. Jaarlijks creëert hij enkele honderden verschillende modellen waarvan er in de showroom 250 permanent te bewonderen vallen. Bovendien wordt elk stuk steeds met de hand gemaakt. Geen wonder dat zijn nv Hats International intussen meer dan twintig mensen tewerkstelt.

Hoewel het werk van deze Belgische modeambassadeur nauwelijks tot één stijl te herleiden valt, blijven vooral zijn ‘moduleerbare’ modellen tot de verbeelding spreken. Afhankelijk van uw humeur, kunt u deze hoeden eigenhandig omkneden tot een vrolijk of een meer gedistingeerd hoofddeksel. Deze modellen met hun dubbele flexibele rand worden meestal vervaardigd uit stro of vilt. Voor deze speelse Pompilio-hoeden betaalt u gemiddeld zo’n vijfduizend frank.

De combinatie van flexibele elegantie, een sprankeltje humor en een democratisch prijskaartje blijkt alvast een schot in de roos. Pompilio loopt zich de naad uit het lijf om de vraag van zowel particulieren als stilisten waaronder Valentino en Chanel te kunnen bijbenen.

Christophe Coppens

Op de hoek van de Dansaertstraat bevindt zich Le Shop, met etalagenissen die van elkaar gescheiden worden door het verweerde monument ter nagedachtenis van Léon Lepage. Le Shop werd in maart geopend door ontwerper Christophe Coppens. Zijn zaak in Brugge heeft hij intussen gesloten. “Eén winkel in België is meer dan genoeg,” vindt hij. “Als ik al uitbreid, dan is het over de grenzen. Al is dat nog niet meteen voor morgen.”

De wat gereserveerde Antwerpenaar heeft zich ook op zijn beurt opgewerkt tot één van de toppers van het Brusselse modistenwereldje. Intussen worden zijn hoedencollecties wereldwijd verdeeld en doen gerenommeerde modeontwerpers als Yamamoto en Guy Larouche geregeld een beroep op zijn vakkundige hand.

Coppens is ook al een selfmade man: hij volgde jarenlang klassiek ballet en startte zijn professionele artistieke carrière in het theater. Gaandeweg raakte deze creatieve manitoe echter steeds meer gefascineerd door het ontwerpen van hoeden. Toen hij voor één van zijn theaterregies hoeden en accessoires nodig had, besloot Coppens zelf de handen uit de mouwen te steken. Op zijn eenentwintigste slaagde hij er in bij de bank een lening los te weken om zijn eerste collectie te financieren. Het sierlijke handschrift, de anekdotische stijl en de voorliefde voor vernieuwende kleuren en materialen sloegen in als een bom. Na de lovende kritieken in de binnenlandse modepers mocht Coppens meteen zijn debuutcollectie showen in Parijs.

Sindsdien rijgt hij met trefzekere hand het ene succes aan het andere. Niet alleen zijn reputatie is er flink bij opgeschoten; ook zijn cliëntèle deint uit in alle richtingen tegelijk. Hoewel hij er niet echt graag mee uitpakt, ontwerpt Coppens bijvoorbeeld geregeld hoeden voor de koninklijke familie. De prijzen zijn doorgaans niet goedkoop, ook al vindt u in Le Shop met de hand gemaakte hoeden vanaf 4000 frank. Voor de meer exclusieve én bovendien unieke handstukken betaalt u soms tot 50.000 frank.

Fabienne Delvigne

Voor ons derde en laatste rendez-vous trekken we naar de Avenue de Thibault, een eindje verwijderd van het commerciële centrum van Brussel. Sinds een jaar of zes ontwerpt Delvigne vanuit het kleine atelier bij haar thuis hoeden voor allerlei gekroonde hoofden. Zo was de huwelijkshoed van prinses Mathilde het werk van haar gesofisticeerde hand. Het is slechts één van de vele pronkstukken die speciaal door Delvigne en haar echtgenoot werden gemaakt voor de koninklijke families van België, Zweden en Nederland. Bovendien blijkt ze ook beste maatjes met Armani en Yves-Saint-Laurent.

Klanten die ook graag zo’n originele Delvigne willen, maken echter best eerst even een afspraak. Bij Delvigne ademt alles immers een zekere chic uit. Klanten komen bij haar dan ook niet zomaar even gauw een hoedje passen. “Voor elke klant trek ik eerst een uurtje uit om te kijken welke hoed het beste past bij zijn kleding,” vertelt Delvigne met een stralende blik. Wie alleen het beste wil, houdt beter niet angstvallig zijn portemonnee in de gaten. Kwaliteit heeft zo zijn prijs. Zo worden de hoeden stuk voor stuk speciaal op maat ontworpen en bovendien vervaardigd uit de beste materialen. Een ommetje langs Polen of Ecuador voor een specifieke stof of kleur; het behoort slechts tot de routine van het huis.

De meeste ontwerpen ogen nogal klassiek, met een uitgelezen voorkeur voor traditionele materialen als stro of bont, uiteraard afhankelijk van het seizoen. Klassiek, elegant en een toefje originaliteit, zoals ze het zelf graag samenvat. “Ik wil in eerste instantie vrouwen mooier maken. Hoewel mijn stijl misschien wat traditioneel oogt, probeer ik er steeds iets speciaals van te maken,” vertelt ze.

Delvigne gebruikt misschien wel net dezelfde woorden als Coppens. Toch houdt ze er een totaal ander concept op na. In tegenstelling tot haar mannelijke collega haalt ze haar inspiratie uitsluitend uit haar klanten zelf. En dat levert uiteraard steeds een verschillend resultaat op. Bij de collectie van Delvigne hoeft u dan ook niet noodzakelijk te denken aan langoureuze pluimenhoeden. Een vleugje exotisme in de vorm van een geplieerde giraffenhuid behoort net zo goed tot de mogelijkheden. Tenminste als het de klant ook past.

Met dit simpele credo heeft Delvigne zich letterlijk eigenhandig opgeworpen tot één van de meest gewaardeerde modistes van de high society. Oorspronkelijk studeerde ze echter marketing. “Hoeden maken leer je niet op school. Je leert het al doende.”

Dave Mestdagh