Ooit waren ze sjeiks

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Individuele ontwikkelaars kunnen nog altijd briljante programma’s schrijven. Maar sinds de technologiecrash is het keihard werken om daarmee een bedrijf te bouwen. Zelfs al ben je finalist van de e-Biz Challenge in Dubai.

Met zijn paardenstaart lijkt hij op Jo Caudron, de voorman van het internetbedrijf The Reference, die via een eindeloze reeks seminaries halfweg de jaren negentig het woord internet in Vlaanderen introduceerde. Maar Johan Van Looy (28) is te laat geboren. Zijn ContentModeler, software om internetsites te beheren, miste op een haar na de internet boom. Nu is het een dubbeltje op zijn kant.

Er is een markt voor dit soort producten. Het wereldwijde web ligt bezaaid met de wrakken van websites die nog wel worden getoond, maar niet meer onderhouden. Bedrijven hebben ze besteld, maar ontberen de knowhow om ze zelf bij te werken. De ContentModeler daarentegen laat toe op de website in te loggen, na een veiligheidscontrole in editeermodus te gaan en zelf wijzigingen door te voeren.

Contentmanagementsoftware (CMS) is nog jong. Er moet nog heel veel in gebeuren. “De meeste CMS-systemen zijn heel duur: 20.000 dollar voor een basisversie is niks. Bovendien heb je meestal nog heel wat begeleiding nodig om ze aan de praat te krijgen,” zegt Jozef Schildermans, de zaakvoerder van Data TestLab in Turnhout, dat momenteel een aantal CMS-systemen tegen het licht houdt. “Wat ontbreekt, is een shrink wrapped CMS-systeem voor KMO’s. Zoals Microsoft Frontpage, maar voor CMS.”

De kracht van ContentModeler zit in de Agelon-motor, het basisontwerp zelf van de software. “Het is een mooie technologie. Het idee om documenten te aanzien als objecten met intelligentie is knap,” zegt Toon De Proft, de voormalige verkoopdirecteur van het technologiebedrijf Icos, die nu ad interim softwarebouwer Synes leidt. Agelon definieert documenten als kleine contentmanagementsystemen op zich, die naast gangbare eigenschappen als publicatiedatum, geldigheidsduur of toegangsrechten, ook actieve taken toegekend kunnen krijgen. Een tekst die in één taal wordt aangepast ‘weet’ dat de kans groot is dat hetzelfde object ook in de andere talen moet worden aangepast, en kan de eigenaar van die andere teksten verwittigen.

ContentModeler houdt ook automatisch alle hyperlinks op de site bij. Teksten die om een of andere reden verdwijnen, nemen ook al hun verwijzingen mee, zodat fameuze boodschappen zoals http 404 – file not found tot het verleden behoren. En omdat programmatuur, inhoud en vormgeving strict gescheiden zijn – zoals trouwens in alle moderne webpublicatiesystemen – kan dezelfde inhoud zowel via internet, als via WAP- of via iMode-terminals worden gepubliceerd, wat de site een langer leven belooft.

Wie doet er mee?

Geert Acke (32) oefent aikido in de club van Strombeek-Bever. Deze autodidactische Java-programmeur – een ex-programmeur van de Belgische financiële softwareontwikkelaar FICS/S1 – leerde whizzkid Johan Van Looy kennen tijdens een opdracht voor het Centrum voor Overheidsinformatica. Vandaag schrijft hij, steunend op zijn ervaring als voormalig softwaretrainer bij het Kalmthoutse Acta, de handleidingen voor ContentModeler, werkt hij aan de vereenvoudiging van de gebruikersinterface en houdt de concurrentie in de gaten. Op zijn beurt bracht hij ‘financieel directeur’ Robrecht Paternoster (47) mee, een olijk ogende doctor in de toegepaste wetenschappen, nu executive searcher, met wie hij wel vaker over zaken sprak. Juridisch advies kwam van een andere kennis, Chantal Claes: zeven jaar general counsel bij het Europese hoofdkwartier van Toyota, een tijd bij Belgacom als senior legal counsel in Belgische en Europese concurrentiedossiers en ten slotte wereldwijde executive support coordinator bij de opstartende The Capital Markets Company. Johan Van Looy zelf heeft overigens een diploma Germaanse Filologie en een postgraduaat Artificiële Intelligentie van de KU Leuven.

Wedstrijd in Dubai

Het toeval helpt wie voorbereid is. Programmeertalen zoals server-side Java laten één man magische dingen doen. Maar tussen die motor en de realiteit zit een hele carrosserie: een gebruikersinterface, koppelingen naar bestaande systemen, aanpassing aan allerlei protocols. In augustus vorig jaar vertrok ‘voorzitter-gedelegeerd bestuurder’ Geert Acke naar India om een partner te selecteren waaraan de ploeg dat werk kon uitbesteden. “Als het voor een vakantie was geweest, was ik wel langer dan twee weken gebleven,” grijnst hij. In Hyderabad hoorde hij over de e-Biz Challenge van de Free Zone Authority in Dubai. Tot 15 augustus konden startende e-businessentrepreneurs een executive summary van hun businessplan indienen. Drie winnaars zouden een subsidie van 150.000 dollar krijgen om zich te vestigen in de gloednieuwe Dubai Internet City, een mega-incubator voor internetvernuft, die de Verenigde Arabische Emiraten tot het centrum voor e-business in de regio moet maken.

Wat toen volgde, is een eens-in-een-leven jongensverhaal. De Agelon-motor (die toen Hermes heette) werkte wel al, maar het bedrijf had nog geen naam, geen investeerders, was nog niet opgericht en had geen businessplan. Twee dagen voor de limietdatum schreef Geert Acke de ploeg on line in op de site onder de naam Minerva. Drie weken voor de finale bleek dat de Vlamingen bij de eerste selectie van 154 uit 1385 zaten. Johan Van Looy, Geert Acke en Robrecht Paternoster schreven het gevraagde businessplan in een dag of twee. Dat leverde hen een plaats bij de laatste 24 op: een uitnodiging voor drie personen voor een verblijf in het World Trade Center in Dubai, all expenses paid, zakgeld toe.

Een naam was intussen gevonden: Syntactive, waaraan Technologies werd toegevoegd toen een merkenonderzoek van Gevers een gelijkende naam opdolf.

Toen Minerva die 22ste oktober 2000 in Dubai aankwam, waren ze een curiosum. Van Agelon bestond niet eens een demo. De wedstrijd voorzag een dag coaching om zich te leren presenteren aan de 21 aanwezige venture capitalists, waaronder Reuters Greenhouse, dat ook investeert in de Britse concurrent Mediasurface. “Wij hebben daar die eerste avond onze presentatie samengesteld en dat nieuwtje deed al snel de ronde,” zegt Chantal Claes. Het nachtwerk loonde. Syntactive/Minerva mocht zich als een van de tien finalisten – en als enige Europeaan – voorstellen aan juryleden zoals de oer-durfkapitalist Tom Volpe van Prudential Volpe Technology Group, medestichter Lang-Anh Pham van het Hewlett-Packard Garage Program en chief operating officer Mike Latimer van Orange plc.

De starters in spe hadden tête-à-têtes met elf geldschieters, waaronder Mitsui & Co, waar Chantal Claes gezien haar werk bij Toyota en haar noties van Japans een streepje voor had.

Hoewel ze buiten de prijzen vielen, kwam het viertal op wolkjes terug.

Niet de bescheiden Vlaming uithangen

“Ons eigenlijke businessplan hebben we opgemaakt vlak nadat we terug waren uit Dubai. Daar hadden we vooral te horen gekregen dat we, als we marktleider wilden worden, niet de bescheiden Vlaming moesten uithangen,” zegt Chantal Claes.

Syntactive engageerde Ghislain Joseph, een voormalig fiscaal jurist van het Amerikaanse topadvocatenbureau Jones Day en buitengewoon docent aan de Vlekho, om een geoptimaliseerde groepsstructuur uit te tekenen: Luxemburgse holding, Brits operationeel hoofdkwartier, één vestiging in België, één elders. “Syntactive wil op korte termijn 24 mensen aanwerven,” vertelde Chantal Claes ons in december. “De bedoeling is dat wij in 2002 hier toch al met een 200-tal mensen zitten. En expansie naar het buitenland gaan doen.” Arbeidsintensieve ontwikkelingen zouden aan een Indiase firma worden uitbesteed.

Solide financiën waren nodig. “Syntactive kijkt op tegen bedrijven als Vignette, Broadvision, Documentum, Interwoven, OpenMarket of het Britse Mediasurface. We spreken met een zestal buitenlandse investeerders en twee Belgische en we gaan nog aan minstens twee andere een gesprek vragen,” schetste Geert Acke tijdens een interview in december 2000. En Chantal Claes voegde eraan toe: “We hebben 120 miljoen frank nodig tegen de maand april.”

Met de voeten op de grond

Maar veel meer dan de technologie of de marketing was het de instortende beurskoers van de grote spelers die de plannen van Syntactive kelderde.

Het businessplan werd rondgestuurd en er bleek een grote afstand tussen het boomende Dubai Internet City en Europa of zelfs de Verenigde Staten. “Opgeblazen businessplannen halen het niet meer. Beschrijf je groei realistisch,” kreeg Chantal Claes als advies. En ook: “Leg niet zoveel nadruk op technologie, maar op wat je technologie kan doen voor een markt.” Claes: “Met drie techneuten aan tafel was dat een maturiteitsoefening. Maar vijf maanden later zien we alles door een ander kader. Veel volwassener en veel commerciëler.”

Een van de mensen die het eerste businessplan onder ogen kreeg, was business development manager Martin Hinoul van Leuven Research & Development, een oude kennis van Robrecht Paternoster. “In december wees ik hen op enkele hiaten in hun plan, maar ze geloofden me niet,” zegt Hinoul. Bij Syntactive waren ze er immers nog altijd van overtuigd dat ze een kans hadden met de grootse aanpak. Een belangrijke buitenlandse groep hield hen na Dubai drie maanden op hete kolen, om dan te besluiten: “Niet als eerste.” Hinoul: “Ze hebben drie maanden verloren. De tijd is tegen hen. Vandaar dat ik geïnsisteerd heb dat ze met een product naar buiten komen. Ze moeten zo snel mogelijk een paar mensen aanwerven. En ze hebben een minimum aan financiering nodig. Voor dat soort bedrijven is dat pakweg twintig miljoen frank. Daarmee kunnen ze een jaar respectabel werken.”

“We hebben zeker rekening gehouden met de commentaren,” zegt Chantal Claes. Op 18 april is Syntactive Technologies Belgium nv opgericht door Syntactive Technologies (UK) Ltd en de Luxemburgse Syntactive Technologies Holding. De 10 miljoen frank kapitaal (7 miljoen in de Belgische nv) zijn door de vier partners bijeengebracht, soms via hypotheken en bankleningen. De eerste programmeur is nu in dienst en de dienstengroep Inter-Eco, waar Chantal Claes partner is geworden, speelt momenteel proefkonijn door een intranet en extranet met behulp van ContentModeler te definiëren.

In juni of juli brengt Syntactive een SiteModeler voor kleine bedrijven uit, mogelijk in combinatie met hosting, als een webgebaseerde formule. Volgend jaar volgt een Enterprise Edition, die meer aankan dan de 20.000 documenten waarvoor ContentModeler is bedoeld.

Financieel zijn er totnogtoe geen potten gebroken. Geert Acke accepteerde voor eigen rekening een tijdelijke opdracht als projectmanager bij een ICT-bedrijf. Chantal Claes sloot zich aan bij de Antwerpse Inter-Eco dienstengroep. Financieel directeur Robrecht Paternoster, die de hand op de knip houdt, bleef zijn eigen bedrijf leiden.

De zoektocht naar geld gaat door. Op aanraden van Martin Hinoul heeft Syntactive contact opgenomen met het Great Eastern Investment Forum in het Engelse Cambridge, een organisatie van investeerders en business angels. En op de laatste minuut schoof Syntactive aan bij de jongste beurs van het Vlerick Business Angels Network op 9 mei.

Een eerste serieuze test – letterlijk dan – wordt alvast de screening die het Data TestLab van Jozef Schildermans momenteel voor een aantal informaticabladen voorbereidt.

ContentModeler zal er worden vergeleken met producten als Openshare van het Zwitsers-Italiaanse Infosquare.com), CommonSpot van het private PaperThin uit Boston, Frontier en Manila van UserLand in Californië, het open source contentmanagementsysteem Zope, de contentmanagementserver van Vignette en mogelijk software van het Belgische Reef.

Beslissend zullen de referenties zijn, waaraan Syntactive nu werkt. EuropeLoan, de site voor on line hypothecaire leningen waarin ook de investeringsmaatschappij GIMV participeert, bevestigt hun product te onderzoeken.

Bruno Leijnse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content