Ontsnappen aan de dood

Marleen Finoulst

In een filmpje over een trouwfeest staat de broer van de bruidegom te swingen op de dansvloer. Daar krijgt hij plots af te rekenen met ernstige hartritmestoornissen. De man voelt zich even onwel, staat enkele seconden stil, herpakt zich en danst verder. Het filmpje toont ondertussen ook de elektrische impulsen van het hart. De kijker ziet plots gevaarlijke hartritmestoornissen opduiken, luttele seconden later wordt een elektrische shock toegediend vanuit een onderhuids minicomputertje, waarna het hartritme zich opnieuw herstelt. Dat de man niet ter plekke doodgevallen is, dankt hij aan zijn implanteerbare cardioverter-defibrillator (ICD).

Dit spectaculaire filmpje maakte onlangs indruk op een bijeenkomst van de Belgian Heart Rhythm Association (BeHRA), een groep cardiologen die zich specifiek met hartritmestoornissen bezighoudt. Volgens BeHRA-voorzitter Marnix Goethals kunnen ICD’s fatale hartritmes binnen de 10 tot 20 seconden corrigeren en zijn ze levensreddend voor mensen met een verminderde pompfunctie van de linker hartkamer. Het toestelletje heeft een diameter van ongeveer 5 centimeter en wordt onderhuids ingeplant, meestal naast de schouder op de borstkas. Het is verbonden met de hartspier door middel van één, twee of drie elektroden die het hartritme voortdurend in de gaten houden. De ICD prikkelt het hart wanneer het traag zou kloppen, zoals een pacemaker. Bij een te snel ritme worden kleine elektrische impulsen naar het hart gevuurd, waardoor het ritme opnieuw vertraagt. Bij ernstige hartritmestoornissen wordt een stroomstoot toegediend, volgens hetzelfde principe dat men toepast bij hartreanimatie. Van deze elektrische interventies merkt de eigenaar amper iets op.

Fibrillaties van de linker hartkamer zijn nagenoeg altijd dodelijk. De hartspiercellen gaan chaotisch en ongecontroleerd samentrekken waardoor de bloedsomloop stilvalt. Dat betekent dat de bloedtoevoer naar de hersenen onderbroken wordt, wat fataal is als niet binnen enkele minuten gereanimeerd wordt. De overlevingskansen bij een hartstilstand verminderen met 10 procent per minuut.

Plotse dood is bijna altijd het gevolg van kamerfibrillatie. Jaarlijks worden in België ongeveer 15.000 mensen met deze levensbedreigende vorm van hartritmestoornissen geconfronteerd en daarvan overleven er 300 tot 400. De meesten hadden een verminderde hartfunctie: ten gevolge van angor (hartkramp), een vroeger doorgemaakt hartinfarct, door hart- decompensatie (verminderde hartfunctie door bijvoorbeeld chronisch hoge bloeddruk) of door een aangeboren hartafwijking (belangrijkste reden van plotse dood bij sporters). Het onderliggende hartprobleem verhoogt het risico op kamerfibrillatie met een factor zes tot negen. Hoe slechter de linker hartkamer er aan toe is, hoe groter het risico op een plotse dood.

Wanneer deze personen een ICD krijgen ingeplant, vermindert hun risico op een plotse dood met 23 tot 31 procent (NEJM 2005; 352: 225-37). Wereldwijd kregen in 2006 275.000 mensen een ICD ingeplant. In België lopen naar schatting 5000 mensen met een ICD rond. De implantatie zelf is een routineklus en wordt momenteel toegepast in achttien gespecialiseerde Belgische centra. Hartpatiënten krijgen uiteraard medicijnen die het risico op kamerfibrillatie verminderen, maar de ICD zou hen een bijkomend voordeel opleveren.

Marleen.finoulst@trends.be

www.BeHRA.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content