Ongerust zijn mag

Sp.a-boegbeeld Frank Vandenbroucke blijft een alerte en verstandige waarnemer van wat er rondom ons gebeurt. Het afgelopen weekend liet hij zich tijdens Z Talk op Kanaal Z tussen neus en lip ontvallen dat hij “zeer ongerust is over wat ons te wachten staat”. De interviewer ging er niet op in. Spijtig, want de ongerustheid van

Vandenbroucke lijkt meer dan gefundeerd.

De fratsen van prins Laurent en het verderf van en rond Roger Van Gheluwe hielden onze media weken in de ban. Alsof het hele maatschappelijk gebeuren in ons land tot zulke fenomenen beperkt bleef. Aandacht voor de sociaaleconomische en financiële toestand die met de dag acuter wordt, was er nauwelijks. Premier Yves Leterme mag dan voortdurend beweren dat het werk van zijn ploeg voor de burgers en voor de financiële markten geruststellend moet werken, de realiteit is helaas anders.

België kan het saldo van zijn begroting enigszins onder controle houden omdat de voorlopig nog meer dan behoorlijke economische conjunctuur aardig wat centjes in het laatje brengt. Van een echt strategisch beleid is absoluut geen sprake en eigenlijk mag men dat een regering in lopende zaken niet ten kwade duiden. Bovendien begrijpen we ook wel dat het politiek goed uitkomt om een hoge borst op te zetten over wat de ontslagnemende regering allemaal nog doet. Maar de geloofwaardigheid van die retoriek zakt elke dag wat dieper weg.

De ongerustheid die Frank Vandenbroucke op Kanaal Z ventileerde, is zonder meer te rechtvaardigen. De wereld is meer dan ooit volop in beweging (en lang niet altijd in positieve zin) en de crisis in de eurozone lijkt alleen maar minder acuut dan ze in werkelijkheid is, niet het minst door de aanslepende problemen van de grootbanken ( zie blz. 30). Wij staan erbij, kijken ernaar en kloppen onszelf gratuit op de frêle borst.

De toestand van onze publieke financiën is volstrekt ondermaats om de schokken op te vangen die de komende jaren en decennia op ons afkomen. De belastingdruk in ons land behoort tot de hoogste ter wereld en toch konden we geen enkele vorm van reserve opbouwen voor de vele miljarden euro’s aan bijkomende uitgaven die de vergrijzing met zich brengen. Over het Zilverfonds praat niemand meer, want eigenlijk is dat een lege doos. Gewezen studaxen van het ACV blijven op basis van kaduuk cijfermateriaal wel onverstoorbaar verkondigen dat de vergrijzingskosten zonder problemen te financieren vallen.

Zeker in België zal de overheidsschuld de komende jaren voortdurend centraal staan in alle discussies over het economische beleid. De Amerikaanse economiste Carmen Reinhart wijst er in dit nummer van Trends op dat de schuldkanker al te ver gevorderd is om nog zonder stevige kleerscheuren opgelost te raken ( zie blz. 18). De schade beperken met een doordacht beleid, veel meer zit er niet meer in, aldus Reinhart, die zes eeuwen financiële crises intensief bestudeerde.

Centraal in zo’n doordacht beleid moet de stimulering van de economische groei staan. Het groeipercentage dat de Belgische economie gemiddeld kan halen in normale omstandigheden, ligt ergens tussen 1 en 1,5 procent. Slagen we erin om dat naar bijvoorbeeld 2 procent te brengen, dan ziet de toekomst van onze publieke financiën er sowieso al veel beter uit. Maar om die 2 procent te halen, dringen zich dan weer maatregelen op die vandaag geen haalbare kaart lijken.

De OESO zet in haar jongste evaluatie van de groeistrategieën de belangrijkste euvels voor België nog eens op een rijtje. Volgens de internationale organisatie moet ons land dringend werk maken van vier prioritaire ingrepen: afschaffing van systemen die de vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt vergemakkelijken; betere regulering in de distributiesector en in de netwerkindustrieën; meer flexibiliteit in de loonvorming en geleidelijke uitdoving van het indexeringsmechanisme; en meer degressiviteit van de werkloosheidsvergoedingen in de tijd. De OESO maakt geen melding van de noodzaak van een meer efficiënte staatsstructuur, hoewel het duidelijk is dat vanuit financieel-economisch standpunt de Belgische staatshuishouding veel beter af is met meer eigen financiering van de regio’s en transparantere solidariteitsmechanismen.

Over al deze maatregelen is er een toenemende tweespalt in ons land. Zoals de Vlaamse ondernemers onlangs nog tijdens hun onderonsje met de Waalse partijvoorzitters met min of meer grote verbijstering konden vaststellen, leven in Franstalig België over het economische beleid en de staatsstructuur ideeën waarvan de houdbaarheidsdatum al lang overschreden is.

JOHAN VAN OVERTVELDT

De toestand van onze publieke financiën is volstrekt ondermaats om de schokken op te vangen die de komende jaren en decennia op ons afkomen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content