‘Onderdanigheid zit bij de Belg ingebakken’

België ondergaat de digitale transformatie, terwijl het een vooraanstaande rol zou moeten spelen. Dat ligt vooral aan onze mentaliteit, zegt innovatie- en managementexpert Peter Hinssen.

Uber is ‘s werelds grootste taxibedrijf, maar heeft geen wagenpark. Facebook is het populairste mediabedrijf, maar produceert geen content. Alibaba is de grootste retailer, maar heeft geen enkel artikel in voorraad. En Airbnb is de grootste aanbieder van overnachtingen, maar bezit geen hotels.” Dit citaat uit een opiniestuk van een marketeer is een eigen leven gaan leiden op het internet. Het omschrijft heel goed hoe nieuwe spelers in tal van sectoren enorm verschillen van hun klassieke concurrenten. Hun radicaal andere aanpak wordt mogelijk gemaakt door technologische ontwikkelingen: smartphones, internet, artificiële intelligentie enzovoort.

Peter Hinssen tekent een algemeen beeld van de uitdagingen die de radicale innovaties met zich brengen. De Belgische serieondernemer en onder meer medeoprichter van de adviesbureaus Accross en nexxworks reist al jaren de wereld af om uit te leggen hoe technologie de wereld verandert en schreef er twee boeken over. Eind vorig jaar organiseerde Hinssen samen met de socialemedia-expert Steven Van Belleghem een Disruptive Innovation Day in Brussel, een conferentie waar een paar honderd Belgische bedrijfsleiders en kaderleden aanwezig waren. Te pas en te onpas viel de term disruption. “Disruptie of ontwrichting wordt inderdaad fel gehypet. Daardoor werd de term een containerbegrip voor verschillende fenomenen”, geeft Hinssen toe. “Maar dat vind ik niet erg, want door de hype zijn veel bedrijven en mensen er zich van bewust dat hun omgeving, hun markt en hun klanten veel sneller veranderen dan vroeger. Een betonproducent hoeft niet te vrezen dat er morgen een Uber voor beton opduikt. Maar ook zij zullen met almaar snellere veranderingen, gedreven door technologische ontwikkelingen, worden geconfronteerd.”

“Grote organisaties lopen het gevaar na verloop van tijd vooral bezig te zijn met zichzelf in stand te houden, een bureaucratische ingesteldheid. Serieus nadenken over ontwrichting is beseffen dat het comfortabele leven van vandaag op zijn einde loopt. Dat we wat nu op ons afkomt anders moeten aanpakken.”

Wat is de grootste misvatting bij traditionele bedrijven over ontwrichtende spelers?

PETER HINSSEN. “Men onderschat de ambitie van Uber en gelijkaardige diensten. Winst maken is voor hen een middeleeuws concept, groei is hun enige imperatief. En ze denken veel ruimer. Bij Uber gaat het bijvoorbeeld niet om taxichauffeurs, maar om logistiek. Van het vervoer van pizza’s tot mensen, overal wil Uber de sleutelpositie bezetten. Bij die ontwrichtende spelers is er een enorme winner takes it all-mentaliteit. Dat is de grote les die ze uit de eerste dotcomboom hebben getrokken. Enkel de topspelers kennen echt succes. Google is met voorsprong de populairste zoekmachine, Amazon de grootste onlineboekenverkoper.

“Bijna niemand kent nog het nummer twee in hun branches. Amazon heeft voor zijn beursgang slechts ongeveer 10 miljoen dollar opgehaald, Google 45 miljoen. Uber heeft nu al meer dan 2 miljard dollar getankt. Uber en co willen nog sneller en agressiever groeien dan hun ‘oude’ sectorgenoten, al is het maar om hun waarderingen te kunnen rechtvaardigen.”

Welke technologische ontwikkelingen zullen het status-quo nog verstoren?

HINSSEN. “De populariteit van mobiele toestellen en het internet laten zich al in bijna alle sectoren voelen. Maar er komt nog een veel grotere golf, omdat artificiële intelligentie eindelijk doorbreekt. In combinatie met de gigantische hoeveelheden data die nu worden gegenereerd, zal dat de arbeidsmarkt hertekenen. Computers gaan echt veel meer jobs beter kunnen doen. De samenleving heeft zich altijd gesust met de gedachte dat het vooral om fysieke en monotone arbeid gaat, maar nu is het duidelijk dat ook de dienstensector de gevolgen zal voelen.

“Alles wat een beetje repetitief is en voornamelijk draait rond de verwerking van informatie, kan worden geautomatiseerd, van boekhouden tot autorijden. Ik heb onlangs in zo’n zelfrijdende auto van Google gezeten, een fantastische ervaring. Het eerste wat ik dacht na die rit, was dat mijn zoon van elf jaar wellicht nooit een rijbewijs zal moeten halen. En dat hij maar beter geen rijinstructeur wordt.”

Zal het zo snel blijven gaan? In landen met een mature e-commercemarkt stabiliseert bijvoorbeeld het aandeel van online in de handel.

HINSSEN. “Mensen blijven trouw aan hun gewoontes. Maar dat betekent niet dat een bedrijf op zijn lauweren mag rusten. Het tij keert sneller dan men denkt. Bovendien zijn onze bedrijven vaak niet ambitieus. Ik heb de voorbije jaren contact gehad met JBC, Torfs, ZEB en andere retailers. Zij zijn allemaal bezig met e-commerce. Retailers mogen niet tevreden zijn met een webshop die in omvang vergelijkbaar is met een van hun grootste winkels. Waarom zou e-commerce niet een derde of zelfs de helft van de omzet kunnen bedragen? Retailers gaan ook niet anders kunnen. ‘Voor 23 uur besteld, morgen in huis’, de jongere generaties krijgen dat nu met de paplepel mee.”

Dat kon vijftien jaar geleden ook al. Wordt de rol van technologie overschat?

HINSSEN. “Een nieuwe technologie heeft op zich meestal weinig impact. Ze moet goed op de markt worden gebracht. Dat was vroeger ook zo. Alleen voelen we de impact van nieuwe innovaties nu veel sneller omdat het internet en IT alomtegenwoordig zijn. Wie een idee heeft, zoekt een paar programmeurs, desnoods in India, en zet zijn toepassing in de cloud. Iedereen kan het proberen, want de kosten om een onlinedienst op te zetten liggen nu 100 keer lager in vergelijking met de eerste dotcomboom. Niet zozeer de technologie, maar de dalende kostprijs en het stijgende aantal mogelijkheden ervan zijn de redenen waarom in zowat alle sectoren nieuwe diensten opduiken.”

Veel sectoren staan al in rep en roer door technologie. In welke mate moet de storm nog echt losbarsten?

HINSSEN. “De gezondheidszorg zal de komende jaren enorm veranderen. We zullen zelf voortdurend onze gezondheid kunnen monitoren, zonder voor het kleinste akkefietje naar de dokter te moeten gaan. Voor ziekenhuizen is dat een enorme uitdaging. Hun voornaamste doelstelling is nu een zo hoog mogelijke bezettingsgraad en dat zal botsen met de trend van zelfdiagnose. Het is slechts één voorbeeld van hoe de sector zich radicaal zal moeten heruitvinden. Voor een hoogtechnologisch land met een goed zorgsysteem zoals België schept dat enorm veel opportuniteiten.

“Nu is het ideale moment om te innoveren in de gezondheidszorg. Ik denk dat de sector dat ook beseft. Jammer genoeg kan ik dat niet van het onderwijs zeggen. Er is een enorme kloof tussen wat leerlingen en ouders verwachten van hoe het onderwijs technologie in zijn aanpak integreert en hoe het er in de klaslokalen aan toegaat. En dan zijn er nog die onlinecursussen. Het bedrijf Coursera is in de Verenigde Staten bijvoorbeeld bezig met het hoger onderwijs in sneltempo te herverkavelen door een superster- en netwerkeffect. Alleen de elite-universiteiten mogen er meedoen. Ook voor onze universiteiten wordt dat een probleem, want zij behoren niet tot de wereldtop.”

Hoe kunnen bedrijven zich wapenen tegen digitale ontwrichting?

HINSSEN. “Door in te zetten op radicale innovatie en die op de markt te brengen. Ook al ontwricht dat de lopende business. Johnson & Johnson, het moederbedrijf van Janssen Pharma, heeft bijvoorbeeld in San Diego een researchafdeling met meer dan 100 medewerkers die enkel moet denken aan J&J van overmorgen, niet van morgen. Ze hebben die afdeling bewust ver weg van de hoofdzetel aan de Oostkust geplaatst. De manager van die researchafdeling kan zich 95 procent van de tijd concentreren op onderzoek naar innovaties om de toekomst van J&J veilig te stellen op de echt lange termijn. Mocht zijn afdeling in het hoofdkantoor zitten, dan zouden hij en zijn team voortdurend in meetings moeten zitten en zich verantwoorden.”

Slechts weinig Belgische bedrijven hebben de middelen voor zulke O&O-activiteiten.

HINSSEN. “De beperkte taille is een voordeel. Kleine bedrijven zijn wendbaarder dan logge organisaties. En zelfs met beperkte middelen kan men mooie dingen doen. Neem nu Cartamundi: ooit was dat een drukkerij van spelkaarten en nu is dat een kickass gamingbedrijf. Of Verstraete In Mould Labels: wereldwijd marktleider in het drukken van botervlootjes dankzij een innovatief procedé. De kmo uit Maldegem produceert 40 miljoen stuks per dag. Die voorbeelden bewijzen dat het kan, dat er genoeg talent en knowhow aanwezig is. Maar de mentaliteit is het probleem. Er is minder en minder geloof dat het in België nog kan.”

Veel jonge internetondernemers trekken hier weg, naar de Verenigde Staten.

HINSSEN. “Sommigen keren wel terug. Davy Kestens van Sparkcentral (Peter Hinssen was een van de eerste investeerders in de beloftevolle Belgische starter, nvdr) is naar de Verenigde Staten getrokken om zijn bedrijf op te richten. Maar hij heeft intussen een afdeling in Limburg, hoofdzakelijk met ontwikkelaars. In vergelijking met de Verenigde Staten is België een lagelonenland voor programmeurs. (lacht) Dat is geen slecht model, omdat er op die manier toch nog wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling.

“Dat is voorlopig op kleine schaal, maar we moeten af van het idee dat we vooral grote, internationale bedrijven moeten aantrekken om hier met innovatieve producten en diensten te komen. Dat is een verloren zaak. De enige reden waarom Ford, Siemens, Alcatel naar hier zijn gekomen, is omdat het hier zo goedkoop was. Maar dat voordeel zijn we kwijt. We zouden beter een voorbeeld nemen aan Duitsland, aan zijn Mittelstand. Die kleine bedrijven floreren door hun focus op innovatie, hard werken en creativiteit. En ze zijn ook ambitieus. Onderdanigheid zit in onze volksaard ingebakken. Onze eigen kampioenen meer koesteren is een eerste stap naar een broodnodige mentaliteitsverandering.”

Stijn Fockedey, fotografie Thomas Sweertvaegher

“Artificiële intelligentie breekt eindelijk door. Dat zal de arbeidsmarkt hertekenen”

“Alles wat een beetje repetitief is en draait rond de verwerking van informatie, kan worden geautomatiseerd, van boekhouden tot autorijden”

“We moeten af van het idee dat we vooral grote, internationale bedrijven moeten aantrekken om hier met innovatieve producten en diensten te komen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content