Onbekwaam maar niet onbeschermd

Marie en Frans naderen de zeventig. Frans is mogelijk ernstig ziek. Hij wil maatregelen treffen om Marie te vrijwaren van financiële zorgen als zijn toestand zou achteruitgaan. Hoe pakken beiden dat het beste aan?

Marie en Frans zijn al zes jaar met pensioen. Ze genoten een goede gezondheid, tot Frans steeds vaker recente gebeurtenissen bleek te vergeten. Hij ondervindt ook moeilijkheden om zich uit te drukken. “In het begin dacht ik dat het aan mijn leeftijd lag, dat er niets was om ons zorgen over te maken”, zegt Frans. “Maar Marie is wel ongerust. Haar grootvader had alzheimer en ze herkende de symptomen. Ze heeft me enkele websites getoond die de eerste tekenen van die ziekte beschreven. Ik moet toegeven dat er iets verontrustends aan de hand is.” Frans heeft een specialist geraadpleegd en hij wacht op de diagnose. “Aangezien er mogelijk een probleem is, wil ik ook beslissingen nemen over ons vermogen om Marie zo veel mogelijk te beschermen”, zegt Frans.

Goedkeuring van beide partijen

Rudi Mattheus, gedelegeerd bestuurder van Axis Finance en expert in vermogensstructurering, deelt die mening. “Veel mensen denken dat ze in zo’n situatie geen bijzondere maatregelen hoeven te nemen. Als hun partner onbekwaam wordt om zijn zaken te beheren, nemen ze op eigen houtje alle beslissingen over het gemeenschappelijke vermogen, bijvoorbeeld door schenkingen te doen aan hun kinderen of kleinkinderen. Maar dat is in strijd met de wet: het Burgerlijk Wetboek schrijft expliciet voor dat voor beslissingen die het gemeenschappelijke vermogen aangaan, de goedkeuring van beide partners nodig is, op straffe van nietigheid van de gestelde daden. Aangezien hun partner niet meer in staat is zijn goedkeuring te geven, kunnen ze dus zelfs geen deel van het gemeenschappelijke vermogen verkopen om de medische kosten — zoals de opname in een verzorgingstehuis — te betalen.”

Hoge fiscale prijs

In het geval van Marie en Frans zou het vooral zware fiscale gevolgen hebben als ze niets ondernemen. Het echtpaar heeft door de jaren een aanzienlijk vermogen opgebouwd: naast de gezinswoning ter waarde van 300.000 euro beschikken ze over een beleggingsportefeuille van 800.000 euro. Buiten het gemeenschappelijke vermogen heeft Frans op zijn naam een appartement aan zee ter waarde van 400.000 euro, dat hij heeft geërfd van zijn ouders. Als het echtpaar niets onderneemt, bestaat de nalatenschap van Frans uit zijn appartement aan zee (400.000 euro), de helft van de gezinswoning (150.000 euro) en de helft van de beleggingsportefeuille (400.000 euro). Daarop zijn 63.180 euro aan successierechten verschuldigd. Die belasting zou zelfs nog hoger liggen in Wallonië en Brussel, waar de gezinswoning niet fiscaal is vrijgesteld. “Als Marie zou overlijden, wordt hetzelfde vermogen een tweede keer belast voor ongeveer 37.500 euro”, aldus Mattheus. “De totale successierechten op hun vermogen zouden dus meer dan 100.000 euro bedragen.”

Tijdig reageren

“Om die successierechten te verminderen en ervoor te zorgen dat de langstlevende partner over voldoende middelen beschikt om een comfortabel leven te leiden, moeten beiden enkele belangrijke beslissingen nemen”, zegt Rudi Mattheus. “Om te beginnen moet Frans zijn appartement in de gemeenschap inbrengen, zodat het bij zijn overlijden maar voor de helft is onderworpen aan successierechten. Vervolgens moet het echtpaar zijn huwelijkscontract aanpassen en er een keuzebeding aan toevoegen, zodat Marie er zeker van kan zijn dat ze de beschikking over de gezinswoning behoudt en voldoende financiële middelen heeft. Frans doet er verstandig aan een testament te laten opstellen dat die afspraken bevestigt.”

“Ten slotte is het uiterst belangrijk dat Marie en Frans elkaar voor de notaris toestemming geven om in naam van de ander te handelen. Op die manier kan Marie alle maatregelen nemen die ze noodzakelijk acht, om haar belangen en die van haar man zo goed mogelijk te behartigen als de toestand van Frans zou verslechteren.”

“Tot voor kort stond het niet vast of zo’n notariële volmacht ook toeliet om in naam van de onbekwame partner schenkingen te doen. Die onzekerheid verdwijnt op 1 juni 2014, wanneer een nieuw statuut voor de juridische bescherming van onbekwamen in werking treedt. De nieuwe wet stipuleert duidelijk dat schenkingen kunnen plaatsvinden tijdens de periode van juridische onbekwaamheid, als duidelijk is dat de onbekwame partner de intentie had in de toekomst een deel van zijn vermogen te schenken (zie kader Het beschermingsstatuut verandert).”

Marie kan later overwegen een serviceflat te kopen. Zij kan dan het vruchtgebruik verwerven en via een notaris een schenking doen aan haar kinderen, Emilie en Karel, om de blote eigendom aan te schaffen. Die gesplitste aankoop vermijdt dat de kinderen later successierechten moeten afdragen op de flat.

Burgerlijke maatschap

Een tweede aandachtspunt is de beleggingsportefeuille van het echtpaar. Rudi Mattheus: “Een eenvoudige schenking aan de kinderen is niet de beste oplossing voor Marie en Frans. Op dit moment is het moeilijk in te schatten welk budget ze de volgende jaren nodig hebben. Zo kan het gebeuren dat Frans zo zwaar ziek wordt, dat hij moet worden opgenomen. Het echtpaar moet dus een zekere controle behouden over hun spaargeld, zodat ze het hoofd kunnen bieden aan onverwachte gebeurtenissen.”

Volgens Mattheus is de meest efficiënte oplossing dat ze hun portefeuille inbrengen in een burgerlijke maatschap. “Daarvoor moeten ze de portefeuille eerst uit het gemeenschappelijke vermogen halen en de helft ervan overzetten naar hun eigen vermogen. Vervolgens richten ze een burgerlijke maatschap op en dragen ze hun roerend vermogen daaraan over. Marie wordt benoemd als zaakvoerder en de kinderen van het koppel, worden aangewezen als zaakvoerders-opvolgers. Vervolgens dragen Marie en Frans de blote eigendom van de deelbewijzen van de maatschap over aan hun kinderen. Het vruchtgebruik behouden ze.”

Daarvoor kunnen ze een beroep doen op een Belgische notaris, waarbij ze 3 procent schenkingsrechten betalen. Ofwel nemen ze een Nederlandse notaris in de arm. Ze betalen in het laatste geval geen schenkingsrechten, maar ze moeten allebei wel drie jaar in leven blijven. Anders zijn er toch successierechten verschuldigd op de schenking.

Successierechten besparen

Die financiële planning heeft twee belangrijke voordelen. Eerst en vooral is er de veiligheid. Als de toestand van Frans zou achteruitgaan, behoudt Marie de controle over het gemeenschappelijke roerende vermogen. Ze kan dan, afhankelijk van de omstandigheden, het appartement aan zee, de gezinswoning of een deel van hun beleggingen verkopen. Die vrijheid om het hoofd te bieden aan onvoorziene omstandigheden, stelt haar ietwat gerust voor de toekomst: ze hoeft zich tenminste geen zorgen te maken over de financiële gevolgen van de mogelijke ziekte van Frans. Ten tweede kan het koppel door ruim op voorhand zijn successie te regelen, de fiscale druk op de nalatenschap sterk verminderen.

De totale fiscale kosten van die maatregelen in het Vlaams Gewest bedragen 24.754 euro schenkingsrechten op de blote eigendom van de burgerlijke maatschap, 9136 euro schenkingsrechten op het geld om de blote eigendom van de serviceflat te verwerven, 3180 euro successierechten bij het overlijden van Frans en 7500 euro successierechten bij het overlijden van Marie. In totaal belopen de successierechten 44.750 euro, tegenover 100.680 euro als beiden hun successie niet plannen.

FRÉDÉRIC WAUTERS

Het Burgerlijk Wetboek schrijft expliciet voor dat voor beslissingen die het gemeenschappelijke vermogen aangaan, de goedkeuring van beide partners nodig is.

“De nieuwe wet stipuleert duidelijk dat ook schenkingen kunnen plaatsvinden in de periode van juridische onbekwaamheid”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content